Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Uitkeringsvolumes, ontwikkelingen per wet

Ontwikkeling WW

We namen in de eerste acht maanden van 2025 iets meer beslissingen over het recht op een WW‑uitkering dan in dezelfde periode in 2024: 251.200 tegenover 240.400. We kenden 196.600 WW‑uitkeringen toe en wezen 54.600 van de aanvragen af. De krapte op de arbeidsmarkt houdt aan. Daardoor blijft het aantal WW-ontvangers laag, ondanks een stijging van het aantal lopende WW-uitkeringen in 2025.

Tabel Volumeontwikkeling WW

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2015

583.700

578.700

445.900

2016

491.000

524.900

412.000

2017

390.200

472.200

330.000

2018

335.500

402.700

262.700

2019

330.000

369.300

223.500

2020

479.100

416.900

285.700

2021

292.500

386.300

191.800

2022

229.000

271.600

149.200

2023

248.600

237.000

160.800

2024

271.500

257.400

174.800

Eerste acht maanden 2025

196.600

184.000

187.400

Ontwikkeling WIA

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) bestaat uit twee regelingen: de regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Een IVA‑uitkering is voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en daardoor niet meer kunnen werken. Een cliënt krijgt een WGA‑uitkering als hij nog gedeeltelijk kan werken of als hij tijdelijk niet kan werken, maar dat binnen afzienbare termijn wel weer zal kunnen.

Tabel Volumeontwikkeling WIA

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2015

35.800

16.100

229.600

2016

40.000

16.600

253.300

2017

41.700

18.400

277.000

2018

43.400

18.800

302.500

2019

45.800

19.900

328.000

2020

49.700

26.600

349.500

2021*

55.600

32.700

373.100

2022

54.800

31.200

397.400

2023

59.600

34.900

422.900

2024

69.000

38.100

454.600

Eerste acht maanden 2025

45.000

28.600

471.700

  • *Gecorrigeerd in verband met een verbeterde rekenmethode.

De instroom is veel hoger dan de uitstroom. We zien de laatste jaren dat de instroom van 60‑plussers toeneemt. Die ontwikkeling zal de komende jaren doorzetten. Dit is het gevolg van de verhoging van de pensioenleeftijd. Er stromen nog relatief weinig mensen uit de WIA. Doordat de WIA naar verhouding nog niet zo lang bestaat, bereiken relatief weinig mensen in de WIA nu al de pensioengerechtigde leeftijd. Aanvragen voor een WIA‑claimbeoordeling worden verder relatief vaker ingediend door mensen die onder het vangnet van de Ziektewet vallen omdat ze geen werkgever meer hebben, bijvoorbeeld omdat ze werkloos waren toen ze ziek werden of omdat hun tijdelijke contract afliep tijdens hun ziekte. Daarnaast zien we de invloed van corona. Er zijn meer mensen langdurig ziek omdat ze naast of volgend op een eerdere aandoening ook (ernstige) coronaklachten kregen. En sinds maart 2021 vragen mensen ook een WIA‑claimbeoordeling aan vanwege langdurige covid.

Ontwikkeling WAO

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is de voorloper van de WIA.

Tabel Volumeontwikkeling WAO

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2015

900

28.800

315.100

2016

700

22.800

293.000

2017

700

21.000

272.500

2018

700

20.100

253.600

2019

600

17.600

236.500

2020

500

22.461

214.600

2021

700

20.700

194.500

2022

600

15.200

179.900

2023

500

13.700

166.700

2024

400

14.600

152.400

Eerste acht maanden 2025

300

10.800

141.900

De meeste mensen met een WAO‑uitkering zijn 45 jaar of ouder. Ten opzichte van eind 2024 is het totale aantal WAO‑uitkeringen met 7,4% gedaald tot 141.900. Er zijn 14,8% meer WAO‑uitkeringen beëindigd dan in de eerste vier maanden van 2024 (10.800 tegenover 9.400).

De instroom in de WAO bestaat alleen nog uit cliënten van wie het recht op een uitkering al van vóór 2006 dateert, dat wil zeggen vóór de invoering van de WIA. We hebben in de eerste acht maanden van 2025 bijna 300 WAO‑uitkeringen toegekend, ongeveer evenveel als in dezelfde periode in 2024.

Ontwikkeling Wajong

De Wajong is er voor mensen die al vóór hun 17e jaar arbeidsongeschikt waren of dat tijdens de opleiding/studie werden. Het aantal cliënten met een Wajong‑uitkering is jarenlang toegenomen, maar daalde sinds 2015 licht tot 2021. Sindsdien is er weer sprake van een lichte stijging.

Sinds 1 januari 2015 geldt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong_2015). Sindsdien is de Wajong alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Hiermee wordt bedoeld dat zij door hun ziekte of handicap niet over arbeidsvermogen beschikken en dit ook nooit kunnen ontwikkelen. Hierdoor is het aantal nieuwe Wajong‑uitkeringen sinds 2015 veel lager dan daarvoor.

Tabel Volumeontwikkeling Wajong

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2015

4.500

6.400

248.800

2016

4.200

6.100

247.100

2017

4.700

6.100

245.800

2018

5.200

6.500

245.100

2019

5.800

6.800

244.200

2020

6.400

7.500

243.100

2021*

6.200

5.700

243.200

2022

6.400

5.500

244.100

2023

6.800

5.600

245.400

2024

7.000

5.600

246.900

Eerste acht maanden 2025

4.600

3.800

247.600

  • *Gecorrigeerd in verband met een verbeterde rekenmethode.

In de eerste acht maanden van 2025 handelden we ruim 6.900 aanvragen af voor een Wajong_2015‑uitkering, bijna evenveel als in de eerste acht maanden van 2024 (7.000). Hiervan werden er 3.600 (51,7%) afgewezen, omdat de aanvrager niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt werd bevonden (in eerste acht maanden van 2024: 3.700, 52,8%).

In de eerste acht maanden van 2025 zijn in totaal evenveel nieuwe Wajong-uitkeringen toegekend als in de eerste acht maanden van 2024: beide 4.600.

We beëindigden in de eerste acht maanden van 2025 4,2% meer Wajong‑uitkeringen dan in de eerste acht maanden van 2024 (respectievelijk 3.800 en bijna 3.700). Ten opzichte van eind 2024 steeg het aantal lopende Wajong‑uitkeringen licht, met 0,3% ( 247.600 tegenover bijna 246.900).

Ontwikkeling WAZ

De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) geeft recht op een uitkering op minimumniveau als een zelfstandige langdurig arbeidsongeschikt is.

Tabel Volumeontwikkeling WAZ

 

Instroom

Uitstroom

Lopend

2015

100

2.100

15.100

2016

100

1.600

13.500

2017

100

1.500

12.000

2018

26

1.300

10.800

2019

49

1.100

9.700

2020

39

1.300

8.400

2021

28

1.200

7.300

2022

20

800

6.500

2023

16

700

5.800

2024

15

700

5.100

Eerste acht maanden 2025

15

500

4.600

Waren er eind 2024 nog 5.100 mensen met een WAZ‑uitkering, sindsdien is dit aantal met 500 verder gedaald tot 4.600. Dit komt doordat per 1 augustus 2005 de toegang tot de WAZ is gesloten; er komen vrijwel geen nieuwe cliënten meer bij.

De instroom die nog plaatsvindt, is een gevolg van overloop uit andere wetten en herleving van oude rechten. In de eerste acht maanden van 2025 werden 15 nieuwe WAZ‑uitkeringen toegekend. Het overgrote deel van de cliënten met een WAZ‑uitkering is 55 jaar of ouder.

Ontwikkeling toekenningen Ziektewet

Het vangnet van de Ziektewet is onder meer bedoeld voor zieke werklozen en zieke uitzendkrachten. Zij hebben geen werkgever die voor hun verzuimbegeleiding en re‑integratie verantwoordelijk is. UWV begeleidt deze mensen op sociaal‑medisch gebied, zoals de werkgever en de arbodienst dat doen voor de werknemers van reguliere werkgevers.

Tabel Toekenningen Ziektewet

 

Uitzendkrachten

Werklozen

Zwangere vrouwen

Overigen

Totaal

2015

18.600

39.400

69.500

76.700

204.200

2016*

24.100

41.500

75.800

94.600

236.000

2017

26.200

38.800

75.600

111.100

251.700

2018

34.600

34.600

76.600

136.800

282.600

2019

42.900

31.600

79.100

144.400

298.000

2020*

78.800

33.700

78.200

134.200

324.900

2021

101.600

30.900

80.700

132.900

346.100

2022

115.200

24.500

75.800

178.200

393.700

2023

20.900

21.700

78.500

190.800

311.900

2024

4.700

23.800

83.500

212.200

324.200

Eerste acht maanden 2025

3.300

16.100

56.800

144.800

221.000

  • *Als gevolg van verbeterde rekenmethodes zijn deze cijfers bijgesteld.

In de eerste acht maanden van 2025 zijn 4,6% meer Ziektewet‑uitkeringen toegekend (221.000 tegenover 211.300) dan in de eerste acht maanden van 2024. Vooral het aantal toekenningen aan werknemers met een no‑riskpolis nam duidelijk toe.

De meeste Ziektewet‑uitkeringen werden toegekend aan mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die werken en in aanmerking komen voor de zogenoemde no‑riskpolis (53,8%), aan zwangere vrouwen die voor of tijdens hun zwangerschapsverlof ziek werden (25,7%) en aan alle flexwerkers tezamen (11,5%). Verder ging het om zieke WW‑gerechtigden (7,3%), vrijwillig verzekerden (1,5%) en zieken die in overige categorieën vallen (0,2%).

Uitstroom uit de Ziektewet

In de eerste acht maanden van 2025 werden 6,5% meer Ziektewet‑uitkeringen beëindigd dan in de eerste acht maanden van 2024: 230.800 tegenover 216.700. Er werden vooral meer Ziektewet‑uitkeringen beëindigd van mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die werken en in aanmerking kwamen voor de zogenoemde no‑riskpolis. De tabel toont het aandeel van de verschillende vangnetcategorieën binnen de uitstroom uit de Ziektewet.

Tabel Uitstroom uit Ziektewet naar vangnetcategorieën

 

Eerste acht maanden 2025

Eerste acht maanden 2024

Zwangerschap

52.300

52.100

Uitzendkrachten

4.600

6.000

Flex overig (stagiairs, oproepkrachten, overige bijzondere dienstverbanden)

3.600

3.500

Ontslag (einde dienstverband)

19.100

17.500

Zieke werklozen

27.700

26.400

No‑riskpolis

119.300

106.900

Vrijwillig verzekerden

3.700

3.900

Overig

500

400

   

Totaal

230.800

216.700

Ontwikkeling Wazo

De Wet arbeid en zorg (Wazo) regelt dat vrouwen een uitkering van minimaal zestien weken krijgen tijdens en na hun zwangerschap. Verder regelt de Wazo onder andere verlof en uitkering bij adoptie en pleegzorg. Met gemiddeld 77.100 was het aantal mensen met een Wazo‑uitkering in de eerste acht maanden van 2025 2,3% hoger dan in de eerste acht maanden van 2024 (75.400). Onder Wazo‑uitkeringen vallen ook de uitkeringen wegens zwangerschapsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken, volgens de Zelfstandig en Zwanger‑regeling (ZEZ) en uitkeringen op grond van de per 1 juli 2020 ingevoerde Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG). Sinds 2 augustus 2022 tellen ook uitkeringen voor betaald ouderschapsverlof mee.

Tabel Volumeontwikkeling Wazo

 

Toekenningen

Beëindigingen

Lopend (gemiddeld)

2015

138.200

139.600

42.400

2016

140.700

141.200

43.000

2017

140.700

135.000

42.300

2018

142.600

140.500

43.200

2019

161.600

142.200

43.600

2020*

172.400

167.000

48.100

2021*

238.300

235.700

54.000

2022* en **

262.000

259.300

***57.900

2023* en **

367.300

323.900

69.900

2024* en **

390.700

334.400

74.400

Eerste acht maanden 2025* en **

261.600

204.300

77.100

  • *Sinds 1 juli 2020 tellen ook uitkeringen op grond van de WIEG mee.
  • **Sinds 2 augustus 2022 tellen ook uitkeringen voor betaald ouderschapsverlof mee.
  • ***Gecorrigeerd cijfer.