Uitkeringsvolumes, ontwikkelingen per wet
Ontwikkeling WW
We namen in de eerste vier maanden van 2024 bijna 11% meer beslissingen over het recht op een WW‑uitkering dan in dezelfde periode in 2023: bijna 123.500 tegenover 111.500. We kenden 94.000 WW‑uitkeringen toe, ruim 13% meer dan in de eerste vier maanden van 2023 (82.900). We wezen 24% (29.500) van de aanvragen af, in de eerste vier maanden van 2023 was dat bijna 26% (28.600). Het aantal beëindigde uitkeringen was met 84.400 ruim 11% hoger dan in de eerste vier maanden van 2023 (75.800). In de eerste vier maanden van 2024 is het aantal lopende WW‑uitkeringen met 9% toegenomen ten opzichte van eind april 2023: ruim 170.300 tegenover bijna 156.300. Ten opzichte van eind 2023 nam het aantal lopende WW‑uitkeringen toe met bijna 6%. Wel blijft het aantal mensen dat een WW‑uitkering ontvangt laag en houdt de krapte op de arbeidsmarkt aan.
Tabel Volumeontwikkeling WW
Instroom | Uitstroom | Lopend | |
2003 | 418.700 | 343.000 | 280.300 |
2004 | 426.200 | 383.600 | 321.700 |
2005 | 376.400 | 392.100 | 306.700 |
2006 | 311.100 | 369.800 | 249.200 |
2007 | 253.000 | 311.200 | 192.000 |
2008 | 242.100 | 262.800 | 170.800 |
2009 | 427.600 | 328.600 | 269.900 |
2010 | 414.600 | 420.800 | 263.700 |
2011 | 414.000 | 407.900 | 269.900 |
2012 | 502.500 | 432.200 | 340.200 |
2013 | 613.200 | 515.700 | 437.700 |
2014 | 605.200 | 602.000 | 440.800 |
2015 | 583.700 | 578.700 | 445.900 |
2016 | 491.000 | 524.900 | 412.000 |
2017 | 390.200 | 472.200 | 330.000 |
2018 | 335.500 | 402.700 | 262.700 |
2019 | 330.000 | 369.300 | 223.500 |
2020 | 479.100 | 416.900 | 285.700 |
2021 | 292.500 | 386.300 | 191.800 |
2022 | 229.000 | 271.600 | 149.200 |
2023 | 248.700 | 237.000 | 160.800 |
2024 eerste vier maanden | 94.000 | 84.400 | 170.300 |
Ontwikkeling WIA
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) bestaat uit twee regelingen: de regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Een IVA‑uitkering is voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en daardoor niet meer kunnen werken. Een cliënt krijgt een WGA‑uitkering als hij nog gedeeltelijk kan werken of als hij tijdelijk niet kan werken, maar dat binnen afzienbare termijn wel weer zal kunnen.
Tabel Volumeontwikkeling WIA
Instroom | Uitstroom | Lopend | |
2006 | 21.000 | 2.000 | *19.100 |
2007 | 22.300 | 3.000 | 38.400 |
2008 | 24.900 | 4.100 | 59.400 |
2009 | 29.300 | 6.000 | 82.800 |
2010 | 35.600 | 8.500 | 110.100 |
2011 | 37.900 | 9.800 | 138.400 |
2012 | 33.900 | 10.800 | 161.700 |
2013 | 37.100 | 12.700 | 186.500 |
2014 | 36.900 | 14.100 | 209.600 |
2015 | 35.800 | 16.100 | 229.600 |
2016 | 40.000 | 16.600 | 253.300 |
2017 | 41.700 | 18.400 | 277.000 |
2018 | 43.400 | 18.800 | 302.500 |
2019 | 45.800 | 19.900 | 328.000 |
2020 | 49.700 | 26.600 | 349.500 |
2021** | 55.600 | 32.700 | 373.100 |
2022 | 54.800 | 31.200 | 397.400 |
2023 | 59.600 | 34.900 | 422.900 |
2024 eerste vier maanden | 23.900 | 10.700 | 436.300 |
- *Omdat er eind 2005 al sprake was van een klein aantal WIA‑uitkeringen, correspondeert het lopende bestand eind 2006 niet met de instroom en uitstroom dat jaar.
- **Gecorrigeerd in verband met een verbeterde rekenmethode.
Ten opzichte van eind april 2023 is het aantal WIA‑uitkeringen gestegen met bijna 27.300 (15.100 WGA‑uitkeringen en een kleine 12.200 IVA‑uitkeringen) tot in totaal 436.300. Dat is een stijging met bijna 7%. Dat het aantal WIA‑uitkeringen stijgt, is volgens verwachting. De WIA is als wet nog steeds in opbouw. Andersom neemt het aantal lopende uitkeringen voor de WAO, de voorloper van de WIA, af.
We handelden 28.700 WIA‑aanvragen af, 22% meer dan in de eerste vier maanden van 2023 (23.500). Daarvan hebben we er ruim 8.100 afgewezen; in de eerste vier maanden van 2023 waren het er bijna 6.600. (Deze cijfers wijken af van die zijn vermeld in het viermaandenverslag 2023 vanwege een andere rekenmethode.) Meestal ging het daarbij om mensen die minder dan 35% arbeidsongeschikt werden bevonden of wel geschikt bleken voor het eigen werk.
We hebben 23.900 nieuwe WIA‑uitkeringen verstrekt: 19.400 WGA‑uitkeringen en 4.500 IVA‑uitkeringen. Daarmee is het aantal nieuwe uitkeringen 23% hoger dan in de eerste vier maanden van 2023 (19.400, namelijk 15.700 WGA‑uitkeringen en 3.700 IVA‑uitkeringen). Er werden in de eerste vier maanden van 2024 bijna 8.800 voorschotten voor WGA‑uitkeringen toegekend omdat de sociaal‑medische beoordeling niet binnen de geldende termijn kon worden afgerond (zie ook deel 2 van dit jaarverslag, paragraaf Inkomenszekerheid bieden, onder het kopje Tijdigheid). Dat zijn er 27% meer dan in dezelfde periode in 2023 (6.900). Bij de definitieve beoordeling wordt gemiddeld circa 25% van de aanvragen alsnog afgewezen, de WGA‑uitkering telt dan weer mee als beëindigd. In de eerste vier maanden van 2024 beëindigden we ruim 10.700 WIA‑uitkeringen (bijna 6.800 WGA‑uitkeringen en bijna 4.000 IVA‑uitkeringen). Dat zijn er 33% meer dan in dezelfde periode in 2023 (bijna 8.100, namelijk 5.500 WGA‑uitkeringen en bijna 2.600 IVA‑uitkeringen).
De instroom is veel hoger dan de uitstroom. We zien de laatste jaren dat de instroom van 60‑plussers toeneemt. Deze ontwikkeling zal de komende jaren doorzetten. Dit is het gevolg van de verhoging van de pensioenleeftijd. Er stromen nog relatief weinig mensen uit de WIA. Doordat de WIA naar verhouding nog niet zo lang bestaat, bereiken relatief weinig mensen in de WIA nu al de pensioengerechtigde leeftijd. Aanvragen voor een WIA‑claimbeoordeling worden verder relatief vaker ingediend door mensen die onder het vangnet van de Ziektewet vallen omdat ze geen werkgever meer hebben, bijvoorbeeld omdat ze werkloos waren toen ze ziek werden of omdat hun tijdelijke contract afliep tijdens hun ziekte. Daarnaast zien we de invloed van corona. Mensen vragen een WIA‑uitkering aan omdat diagnosetrajecten, behandelingen en operaties door de coronamaatregelen waren uitgesteld, waardoor terugkeer naar werk minder snel of zelfs niet mogelijk was. Er zijn ook meer mensen langdurig ziek omdat ze naast of volgend op een eerdere aandoening ook (ernstige) coronaklachten kregen. En sinds maart 2021 vragen ook mensen een WIA‑claimbeoordeling aan vanwege langdurige covid. Er zijn in de eerste vier maanden van 2024 in totaal 2.796 WIA‑claimbeoordelingen uitgevoerd waarbij corona als hoofd‑ of nevendiagnose een rol speelde. In 2.242 gevallen was corona de hoofddiagnose. In totaal werd in 85% van de WIA‑claimbeoordelingen waarbij corona als hoofddiagnose gold, de uitkering toegekend. De komende twee decennia zal de uitstroom uit de WIA gestaag toenemen. Pas na 2040 zal het aantal lopende uitkeringen vermoedelijk stabiliseren.
Ontwikkeling WAO
De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is de voorloper van de WIA.
Tabel Volumeontwikkeling WAO
Instroom | Uitstroom | Lopend | |
2003 | 66.300 | 83.200 | 785.600 |
2004 | 59.200 | 78.900 | 765.800 |
2005 | 19.900 | 82.300 | 703.100 |
2006 | 11.000 | 75.000 | 639.000 |
2007 | 11.700 | 54.700 | 596.000 |
2008 | 8.200 | 46.100 | 558.100 |
2009 | 5.600 | 42.000 | 521.700 |
2010 | 4.300 | 39.700 | 486.300 |
2011 | 3.100 | 45.500 | 443.900 |
2012 | 2.200 | 39.900 | 406.200 |
2013 | 1.000 | 34.500 | 373.100 |
2014 | 1.000 | 31.200 | 343.000 |
2015 | 900 | 28.800 | 315.100 |
2016 | 700 | 22.800 | 293.000 |
2017 | 700 | 21.000 | 272.500 |
2018 | 700 | 20.100 | 253.600 |
2019 | 600 | 17.600 | 236.500 |
2020 | 500 | 22.500 | 214.600 |
2021 | 700 | 20.700 | 194.500 |
2022 | 600 | 15.200 | 179.900 |
2023 | 500 | 13.700 | 166.700 |
2024 eerste vier maanden | 100 | 3.800 | 163.000 |
De meeste mensen met een WAO‑uitkering zijn 45 jaar of ouder. Het totale aantal WAO‑uitkeringen is in de eerste vier maanden van 2024 ten opzichte van eind april 2023 met 8% gedaald tot 163.000. Er zijn 51% meer WAO‑uitkeringen beëindigd dan in dezelfde periode in 2023 (3.800 tegenover 2.500).
De instroom in de WAO bestaat alleen nog uit cliënten van wie het recht op een uitkering al van vóór 2006 dateert, dat wil zeggen vóór de invoering van de WIA. We hebben in de eerste vier maanden van 2024 ruim 100 WAO‑uitkeringen toegekend, 9% minder dan in dezelfde periode in 2023.
Ontwikkeling Wajong
De Wajong is er voor mensen die al vóór hun 17e jaar arbeidsongeschikt waren, of dat tijdens de opleiding/studie werden. Het aantal cliënten met een Wajong‑uitkering is jarenlang toegenomen, maar daalde sinds 2015 licht tot 2021. Sindsdien is er weer sprake van een lichte stijging. Tot en met 2009 gold de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (de oude Wajong of oWajong). Op 1 januari 2010 werd de nieuwe Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (de nieuwe Wajong, nWajong of Wajong_2010) van kracht. Bij deze wet lag de nadruk op het arbeidsvermogen van Wajongers. Sinds 1 januari 2015 geldt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong_2015). Sindsdien is de Wajong alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Hiermee wordt bedoeld dat zij door hun ziekte of handicap niet over arbeidsvermogen beschikken en dit ook nooit kunnen ontwikkelen. Hierdoor is het aantal nieuwe Wajong‑uitkeringen sinds 2015 veel lager dan daarvoor.
Tabel Volumeontwikkeling Wajong
Instroom | Uitstroom | Lopend | |
2003 | 8.200 | 4.400 | 138.500 |
2004 | 9.400 | 4.900 | 142.600 |
2005 | 10.400 | 5.600 | 147.200 |
2006 | 13.600 | 4.900 | 155.900 |
2007 | 15.300 | 4.400 | 166.800 |
2008 | 16.100 | 4.300 | 178.600 |
2009 | 17.600 | 4.300 | 192.000 |
2010 | 17.800 | 4.600 | 205.100 |
2011 | 16.300 | 5.200 | 216.200 |
2012 | 15.300 | 5.100 | 226.500 |
2013 | 17.700 | 5.500 | 238.700 |
2014 | 17.400 | 5.700 | 250.600 |
2015 | 4.500 | 6.400 | 248.800 |
2016 | 4.200 | 6.100 | 247.100 |
2017 | 4.700 | 6.100 | 245.800 |
2018 | 5.200 | 6.500 | 245.100 |
2019 | 5.800 | 6.800 | 244.200 |
2020 | 6.400 | 7.500 | 243.100 |
2021* | 6.200 | 5.700 | 243.200 |
2022 | 6.400 | 5.500 | 244.100 |
2023 | 6.800 | 5.600 | 245.400 |
2024 eerste vier maanden | 2.300 | 1.800 | 245.900 |
- *Gecorrigeerd in verband met een verbeterde rekenmethode.
In de eerste vier maanden van 2024 handelden we bijna 3.500 aanvragen af voor een Wajong_2015‑uitkering, ruim 2% minder dan in dezelfde periode in 2023 (ruim 3.500). Hiervan werden er 1.800 (52%) afgewezen, omdat de aanvrager niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt werd bevonden (in dezelfde periode in 2023: 1.900, 54%).
In de eerste vier maanden van 2024 zijn in totaal 4% meer nieuwe Wajong‑uitkeringen toegekend dan in dezelfde periode in 2023 (respectievelijk 2.300 en 2.200).
We beëindigden in de eerste vier maanden van 2024 in totaal bijna 11% meer Wajong‑uitkeringen dan in dezelfde periode in 2023 (ruim 1.800 tegenover bijna 1.700). Ten opzichte van eind april 2023 steeg het aantal lopende Wajong‑uitkeringen licht, met 0,5% (245.900 tegenover 244.700).
Ontwikkeling WAZ
De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) geeft recht op een uitkering op minimumniveau als een zelfstandige langdurig arbeidsongeschikt is.
Tabel Volumeontwikkeling WAZ
Instroom | Uitstroom | Lopend | |
2003 | 6.900 | 7.200 | 55.900 |
2004 | 6.200 | 6.600 | 55.500 |
2005 | 4.700 | 6.900 | 53.400 |
2006 | 1.200 | 7.300 | 47.300 |
2007 | 1.200 | 5.500 | 43.000 |
2008 | 600 | 4.900 | 38.700 |
2009 | 300 | 4.700 | 34.300 |
2010 | 200 | 4.000 | 30.400 |
2011 | 200 | 4.600 | 26.000 |
2012 | 200 | 3.700 | 22.500 |
2013 | 100 | 3.100 | 19.600 |
2014 | 100 | 2.500 | 17.200 |
2015 | 100 | 2.100 | 15.100 |
2016 | 100 | 1.600 | 13.500 |
2017 | 100 | 1.500 | 12.000 |
2018 | 26 | 1.300 | 10.800 |
2019 | 49 | 1.100 | 9.700 |
2020 | 39 | 1.300 | 8.400 |
2021 | 28 | 1.200 | 7.300 |
2022 | 20 | 800 | 6.500 |
2023 | 16 | 700 | 5.800 |
2023 | 16 | 700 | 5.800 |
2024 eerste vier maanden | 10 | 200 | 5.600 |
Waren er in eind april 2023 nog 6.400 mensen met een WAZ‑uitkering, sindsdien is dit aantal met bijna 800 verder gedaald tot 5.600. Dit komt doordat per 1 augustus 2005 de toegang tot de WAZ is gesloten; er komen vrijwel geen nieuwe cliënten meer bij.
De instroom die nog plaatsvindt, is een gevolg van overloop uit andere wetten en herleving van oude rechten. In de eerste vier maanden van 2024 werden 10 nieuwe WAZ‑uitkeringen toegekend. Het overgrote deel van alle cliënten met een WAZ‑uitkering is 55 jaar of ouder.
Ontwikkeling toekenningen Ziektewet
Het vangnet van de Ziektewet is onder meer bedoeld voor zieke werklozen en zieke uitzendkrachten. Zij hebben geen werkgever die voor hun verzuimbegeleiding en re‑integratie verantwoordelijk is. UWV begeleidt deze mensen op sociaal‑medisch gebied, zoals de werkgever en de arbodienst dat doen voor de werknemers van reguliere werkgevers.
Tabel Toekenningen Ziektewet
Uitzendkrachten | Werklozen | Zwangere vrouwen | Overigen | Totaal | |
2007 | 183.900 | 32.800 | 65.500 | 58.500 | 340.700 |
2008 | 170.100 | 20.600 | 68.900 | 67.600 | 327.200 |
2009 | 122.300 | 22.000 | 70.100 | 78.800 | 293.200 |
2010 | 96.300 | 28.600 | 77.500 | 78.800 | 281.200 |
2011 | 87.400 | 28.400 | 77.000 | 80.600 | 273.400 |
2012 | 72.800 | 29.800 | 77.000 | 80.800 | 260.400 |
2013 | 23.100 | 32.300 | 73.600 | 81.600 | 210.600 |
2014 | 17.000 | 39.200 | 72.800 | 73.500 | 202.500 |
2015 | 18.600 | 39.400 | 69.500 | 76.700 | 204.200 |
2016* | 24.100 | 41.500 | 75.800 | 94.600 | 236.000 |
2017 | 26.200 | 38.800 | 75.600 | 111.100 | 251.700 |
2018 | 34.600 | 34.600 | 76.600 | 136.800 | 282.600 |
2019 | 42.900 | 31.600 | 79.100 | 144.400 | 298.000 |
2020* | 77.900 | 33.400 | 77.300 | 136.300 | 324.900 |
2021 | 101.600 | 30.900 | 80.700 | 132.900 | 346.100 |
2022 | 115.200 | 24.500 | 75.800 | 178.200 | 393.700 |
2023 | 20.900 | 21.700 | 78.500 | 190.800 | 311.900 |
2024 eerste vier maanden | 1.800 | 7.900 | 28.100 | 74.900 | 112.700 |
- *Als gevolg van verbeterde rekenmethodes zijn deze cijfers bijgesteld.
In de eerste vier maanden van 2024 zijn 1% minder Ziektewet‑uitkeringen toegekend (bijna 112.700 tegenover bijna 113.900) dan in dezelfde periode in 2023. Vooral het aantal toekenningen aan zieke uitzendkrachten nam af, met 87%. Per juli 2023 is de cao voor uitzendkrachten gewijzigd. De wijziging houdt in dat per deze datum bij een uitzendovereenkomst met uitzendbeding de uitzendovereenkomst niet automatisch wordt beëindigd bij ziekte. Dit betekent dat veel uitzendkrachten vaak hersteld zijn voordat hun uitzendovereenkomst afloopt en zich dus minder vaak ziek melden bij UWV. Daarentegen steeg het aantal toekenningen aan werknemers met een no‑riskpolis duidelijk.
De meeste Ziektewet‑uitkeringen werden toegekend aan mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die werken en in aanmerking komen voor de zogenoemde no‑riskpolis (54,3%), aan zwangere vrouwen die voor of tijdens hun zwangerschapsverlof ziek werden (24,9%) en aan alle flexwerkers tezamen (11,6%). Verder ging het om zieke WW‑gerechtigden (7,0%), vrijwillig verzekerden (2,0%) en zieken die in overige categorieën vallen (0,2%).
Uitstroom uit de Ziektewet
In de eerste vier maanden van 2024 werden 3% minder Ziektewet‑uitkeringen beëindigd dan in dezelfde periode in 2023: 116.200 tegenover ruim 119.900. De tabel toont het aandeel van de verschillende vangnetcategorieën binnen de uitstroom uit de Ziektewet.
Tabel Uitstroom uit Ziektewet naar vangnetcategorieën
Eerste vier maanden 2024 | Eerste vier maanden 2023 | |
Zwangerschap | 25.900 | 24.400 |
Uitzendkrachten | 3.200 | 16.900 |
Flex overig (stagiairs, oproepkrachten, overige bijzondere dienstverbanden) | 1.900 | 2.100 |
Ontslag (einde dienstverband) | 9.100 | 7.500 |
Zieke werklozen | 14.500 | 15.200 |
No-riskpolis | 59.000 | 51.200 |
Vrijwillig verzekerden | 2.400 | 2.400 |
Overig | 200 | 200 |
Totaal | 116.200 | 119.900 |
Ontwikkeling Wazo
De Wet arbeid en zorg (Wazo) regelt dat vrouwen een uitkering van minimaal zestien weken krijgen tijdens en na hun zwangerschap. Verder regelt de Wazo onder andere verlof en uitkering bij adoptie en pleegzorg. Het aantal mensen met een Wazo‑uitkering was eind april 2024 met een kleine 66.300 bijna 8% hoger dan eind april 2023 (61.600). Deze aantallen zijn inclusief de uitkeringen wegens zwangerschapsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken, volgens de Zelfstandig en Zwanger‑regeling (ZEZ) en uitkeringen op grond van de per 1 juli 2020 ingevoerde Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG). Sinds 1 augustus 2022 tellen ook uitkeringen voor betaald ouderschapsverlof mee.
Tabel Volumeontwikkeling Wazo
Toekenningen | Beëindigingen | Lopend (gemiddeld) | |
2004 | 137.500 | 125.900 | 42.700 |
2005 | 119.100 | 115.300 | 39.800 |
2006 | 146.000 | 139.000 | 41.000 |
2007 | 129.000 | 134.000 | 42.000 |
2008 | 137.000 | 136.000 | 43.000 |
2009 | 139.900 | 138.400 | 43.100 |
2010 | 138.400 | 139.500 | 42.700 |
2011 | 137.400 | 144.200 | 42.700 |
2012 | 135.100 | 141.000 | 41.900 |
2013 | 134.000 | 133.000 | 40.000 |
2014* | 140.000 | 143.000 | 44.000 |
2015* | 138.200 | 139.600 | 42.400 |
2016* | 140.700 | 141.200 | 43.000 |
2017* | 140.700 | 135.000 | 42.300 |
2018* | 142.600 | 140.500 | 43.200 |
2019* | 161.600 | 142.200 | 43.600 |
2020* en ** | 172.400 | 167.000 | 48.100 |
2021* en ** | 238.300 | 235.700 | 54.000 |
2022* en ** en *** | 262.000 | 259.300 | ****57.900 |
2023* en ** en *** | 367.300 | 323.900 | 69.900 |
2024 eerste vier maanden* en ** en *** | 125.200 | 96.100 | 66.300 |
- *Met ingang van 2014 worden ook de ZEZ‑uitkeringen meegerekend.
- **Sinds 1 juli 2020 tellen ook uitkeringen op grond van de WIEG mee.
- ***Sinds 1 augustus 2022 tellen ook uitkeringen voor betaald ouderschapsverlof mee.
- ****Gecorrigeerd cijfer.
In de eerste vier maanden van 2024 hebben we ruim 125.200 nieuwe Wazo‑uitkeringen toegekend. Dit aantal is 7% hoger dan in de eerste vier maanden van 2023 (117.100). We kenden 44.200 uitkeringen toe in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof van werkneemsters, 5% meer dan in de eerste vier maanden van 2023 (42.200). Daarnaast kenden we 26.500 uitkeringen toe op basis van de WIEG. Dat zijn er 13% meer dan in dezelfde periode in 2023 (23.400). Er zijn 200 uitkeringen wegens pleegzorg- of adoptieverlof toegekend, 10% meer dan in dezelfde periode in 2023 (bijna 200). Op basis van de ZEZ zijn er 4.400 uitkeringen toegekend wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken. Dat is 5% meer dan in dezelfde periode in 2023 (4.200). Sinds 1 augustus 2022 kunnen ouders ook een Wazo‑uitkering aanvragen voor negen weken betaald ouderschapsverlof. Er zijn om die reden in de eerste vier maanden van 2024 ruim 49.900 Wazo‑uitkeringen toegekend. In dezelfde periode in 2023 waren het er ruim 47.100.