Uitkeringsvolumes, ontwikkelingen per wet en financiële rechtmatigheid
Ontwikkeling WW
We namen in 2023 bijna 9% meer beslissingen over het recht op een WW‑uitkering dan in 2022: 333.700 tegenover 307.000. We kenden bijna 248.700 WW‑uitkeringen toe, een kleine 9% meer dan in 2022 (229.000). We wezen 25,5% (85.200) van de aanvragen af, in 2022 was dat 25,4% (78.000). Het aantal beëindigde uitkeringen was met 237.000 een kleine 13% lager dan in 2022 (271.600). In 2023 is het aantal lopende WW‑uitkeringen met 8% toegenomen ten opzichte van eind 2022: 160.800 tegenover 149.200. Wel blijft het aantal mensen dat een WW‑uitkering ontvangt laag en houdt de krapte op de arbeidsmarkt aan.
Tabel Volumeontwikkeling WW
Instroom | Uitstroom | Lopend | |
2003 | 418.700 | 343.000 | 280.300 |
2004 | 426.200 | 383.600 | 321.700 |
2005 | 376.400 | 392.100 | 306.700 |
2006 | 311.100 | 369.800 | 249.200 |
2007 | 253.000 | 311.200 | 192.000 |
2008 | 242.100 | 262.800 | 170.800 |
2009 | 427.600 | 328.600 | 269.900 |
2010 | 414.600 | 420.800 | 263.700 |
2011 | 414.000 | 407.900 | 269.900 |
2012 | 502.500 | 432.200 | 340.200 |
2013 | 613.200 | 515.700 | 437.700 |
2014 | 605.200 | 602.000 | 440.800 |
2015 | 583.700 | 578.700 | 445.900 |
2016 | 491.000 | 524.900 | 412.000 |
2017 | 390.200 | 472.200 | 330.000 |
2018 | 335.500 | 402.700 | 262.700 |
2019 | 330.000 | 369.300 | 223.500 |
2020 | 479.100 | 416.900 | 285.700 |
2021 | 292.500 | 386.300 | 191.800 |
2022 | 229.000 | 271.600 | 149.200 |
2023 | 248.700 | 237.000 | 160.800 |
Ontwikkeling WIA
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) bestaat uit twee regelingen: de regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Een IVA‑uitkering is voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en daardoor niet meer kunnen werken. Een cliënt krijgt een WGA‑uitkering als hij nog gedeeltelijk kan werken of als hij tijdelijk niet kan werken, maar dat binnen afzienbare termijn wel weer zal kunnen.
Tabel Volumeontwikkeling WIA
Instroom | Uitstroom | Lopend | |
2006 | 21.000 | 2.000 | *19.100 |
2007 | 22.300 | 3.000 | 38.400 |
2008 | 24.900 | 4.100 | 59.400 |
2009 | 29.300 | 6.000 | 82.800 |
2010 | 35.600 | 8.500 | 110.100 |
2011 | 37.900 | 9.800 | 138.400 |
2012 | 33.900 | 10.800 | 161.700 |
2013 | 37.100 | 12.700 | 186.500 |
2014 | 36.900 | 14.100 | 209.600 |
2015 | 35.800 | 16.100 | 229.600 |
2016 | 40.000 | 16.600 | 253.300 |
2017 | 41.700 | 18.400 | 277.000 |
2018 | 43.400 | 18.800 | 302.500 |
2019 | 45.800 | 19.900 | 328.000 |
2020 | 49.700 | 26.600 | 349.500 |
2021** | 55.600 | 32.700 | 373.100 |
2022 | 54.800 | 31.200 | 397.400 |
2023 | 59.600 | 34.900 | 422.900 |
- *Omdat er eind 2005 al sprake was van een klein aantal WIA‑uitkeringen, correspondeert het lopende bestand eind 2006 niet met de instroom en uitstroom dat jaar.
- **Gecorrigeerd in verband met een verbeterde rekenmethode.
Ten opzichte van eind 2022 is het aantal WIA‑uitkeringen gestegen met 25.400 (12.700 WGA‑uitkeringen en bijna 12.700 IVA‑uitkeringen) tot in totaal een kleine 422.900. Dat is een stijging met ruim 6%. Dat het aantal WIA‑uitkeringen stijgt, is volgens verwachting. De WIA is als wet nog steeds in opbouw. Andersom neemt het aantal lopende uitkeringen voor de WAO, de voorloper van de WIA, af.
We handelden 78.700 WIA‑aanvragen af, 21,4% meer dan in 2022 (64.800). Daarvan hebben we er bijna 23.900 (30,3%) afgewezen; in 2022 waren het er ruim 21.000 (32,5%). Meestal ging het om mensen die minder dan 35% arbeidsongeschikt werden bevonden of wel geschikt bleken voor het eigen werk.
We hebben 59.600 nieuwe WIA‑uitkeringen verstrekt: 47.800 WGA‑uitkeringen en 11.800 IVA‑uitkeringen. Daarmee is het aantal nieuwe uitkeringen 9% hoger dan in 2022 (54.800, namelijk 44.100 WGA‑uitkeringen en 10.700 IVA‑uitkeringen). Er werden in 2023 een kleine 1.800 minder voorschotten voor WGA‑uitkeringen toegekend omdat de sociaal‑medische beoordeling niet binnen de geldende termijn kon worden afgerond (zie ook deel 2 van dit jaarverslag, paragraaf Inkomenszekerheid bieden, onder het kopje Tijdigheid). Bij de definitieve beoordeling wordt gemiddeld circa 25% van de aanvragen alsnog afgewezen, de WGA‑uitkering telt dan weer mee als beëindigd. In 2023 beëindigden we ruim 34.900 WIA‑uitkeringen (bijna 21.800 WGA‑uitkeringen en bijna 13.200 IVA‑uitkeringen). Dat zijn er 12% meer dan in 2022 (bijna 31.200, namelijk 18.200 WGA‑uitkeringen en bijna 13.000 IVA‑uitkeringen).
De instroom is veel hoger dan de uitstroom. We zien de laatste jaren dat de instroom van 60‑plussers toeneemt. Deze ontwikkeling zal de komende jaren doorzetten. Dit is het gevolg van de verhoging van de pensioenleeftijd. Er stromen nog relatief weinig mensen uit de WIA. Doordat de WIA naar verhouding nog niet zo lang bestaat, bereiken relatief weinig mensen in de WIA nu al de pensioengerechtigde leeftijd. Aanvragen voor een WIA‑claimbeoordeling worden verder relatief vaker ingediend door mensen die onder het vangnet van de Ziektewet vallen omdat ze geen werkgever meer hebben, bijvoorbeeld omdat ze werkloos waren toen ze ziek werden of omdat hun tijdelijke contract afliep tijdens hun ziekte. Daarnaast zien we de invloed van corona. Mensen vragen een WIA‑uitkering aan omdat diagnosetrajecten, behandelingen en operaties door de coronamaatregelen zijn uitgesteld, waardoor terugkeer naar werk minder snel of zelfs niet mogelijk is. Er zijn ook meer mensen langdurig ziek omdat ze naast of volgend op een eerdere aandoening ook (ernstige) coronaklachten kregen. En sinds maart 2021 vragen ook mensen een WIA‑claimbeoordeling aan vanwege langdurige covid. Er zijn in 2023 in totaal 5.226 WIA‑claimbeoordelingen uitgevoerd waarbij corona als hoofd‑ of nevendiagnose een rol speelde. In 3.956 gevallen was corona de hoofddiagnose. In totaal werd in 84% van de WIA‑claimbeoordelingen waarbij corona als hoofddiagnose gold, de uitkering toegekend. De komende twee decennia zal de uitstroom uit de WIA gestaag toenemen. Pas na 2040 zal het aantal lopende uitkeringen vermoedelijk stabiliseren.
Ontwikkeling WAO
De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is de voorloper van de WIA.
Tabel Volumeontwikkeling WAO
Instroom | Uitstroom | Lopend | |
2003 | 66.300 | 83.200 | 785.600 |
2004 | 59.200 | 78.900 | 765.800 |
2005 | 19.900 | 82.300 | 703.100 |
2006 | 11.000 | 75.000 | 639.000 |
2007 | 11.700 | 54.700 | 596.000 |
2008 | 8.200 | 46.100 | 558.100 |
2009 | 5.600 | 42.000 | 521.700 |
2010 | 4.300 | 39.700 | 486.300 |
2011 | 3.100 | 45.500 | 443.900 |
2012 | 2.200 | 39.900 | 406.200 |
2013 | 1.000 | 34.500 | 373.100 |
2014 | 1.000 | 31.200 | 343.000 |
2015 | 900 | 28.800 | 315.100 |
2016 | 700 | 22.800 | 293.000 |
2017 | 700 | 21.000 | 272.500 |
2018 | 700 | 20.100 | 253.600 |
2019 | 600 | 17.600 | 236.500 |
2020 | 500 | 22.500 | 214.600 |
2021 | 700 | 20.700 | 194.500 |
2022 | 600 | 15.200 | 179.900 |
2023 | 500 | 13.700 | 166.700 |
De meeste mensen met een WAO‑uitkering zijn 45 jaar of ouder. Het totale aantal WAO‑uitkeringen is in 2023 ten opzichte van 2022 met ruim 7% gedaald tot 166.700. Er zijn 10% minder WAO‑uitkeringen beëindigd dan in 2022 (13.650 tegenover 15.200).
De instroom in de WAO bestaat alleen nog uit cliënten van wie het recht op een uitkering al van vóór 2006 dateert, dat wil zeggen vóór de invoering van de WIA. We hebben in 2023 bijna 500 WAO‑uitkeringen toegekend, ruim 17% minder dan in 2022.
Ontwikkeling Wajong
De Wajong is er voor mensen die al vóór hun 17e jaar arbeidsongeschikt waren, of dat tijdens de opleiding/studie werden. Het aantal cliënten met een Wajong‑uitkering is jarenlang toegenomen, maar daalde sinds 2015 licht tot 2021. Sindsdien is er weer sprake van een lichte stijging. Tot en met 2009 gold de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (de oude Wajong of oWajong). Op 1 januari 2010 werd de nieuwe Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (de nieuwe_Wajong, nWajong of Wajong_2010) van kracht. Bij deze wet lag de nadruk op het arbeidsvermogen van Wajongers. Sinds 1 januari 2015 geldt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong_2015). Sindsdien is de Wajong alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Hiermee wordt bedoeld dat zij door hun ziekte of handicap niet over arbeidsvermogen beschikken en dit ook nooit kunnen ontwikkelen. Hierdoor is het aantal nieuwe Wajong‑uitkeringen sinds 2015 veel lager dan daarvoor.
Tabel Volumeontwikkeling Wajong
Instroom | Uitstroom | Lopend | |
2003 | 8.200 | 4.400 | 138.500 |
2004 | 9.400 | 4.900 | 142.600 |
2005 | 10.400 | 5.600 | 147.200 |
2006 | 13.600 | 4.900 | 155.900 |
2007 | 15.300 | 4.400 | 166.800 |
2008 | 16.100 | 4.300 | 178.600 |
2009 | 17.600 | 4.300 | 192.000 |
2010 | 17.800 | 4.600 | 205.100 |
2011 | 16.300 | 5.200 | 216.200 |
2012 | 15.300 | 5.100 | 226.500 |
2013 | 17.700 | 5.500 | 238.700 |
2014 | 17.400 | 5.700 | 250.600 |
2015 | 4.500 | 6.400 | 248.800 |
2016 | 4.200 | 6.100 | 247.100 |
2017 | 4.700 | 6.100 | 245.800 |
2018 | 5.200 | 6.500 | 245.100 |
2019 | 5.800 | 6.800 | 244.200 |
2020 | 6.400 | 7.500 | 243.100 |
2021* | 6.200 | 5.700 | 243.200 |
2022 | 6.400 | 5.500 | 244.100 |
2023 | 6.800 | 5.600 | 245.400 |
- *Gecorrigeerd in verband met een verbeterde rekenmethode.
In 2023 handelden we bijna 10.500 aanvragen af voor een Wajong_2015‑uitkering, 10,5% meer dan in 2022 (9.500). Hiervan werden er 5.600 (bijna 54%) afgewezen, omdat de aanvrager niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt werd bevonden (in 2022: 5.000, 53%).
In 2023 zijn in totaal bijna 7% meer nieuwe Wajong‑uitkeringen toegekend dan in 2022 (respectievelijk 6.800 en 6.400).
We beëindigden in 2023 in totaal bijna 2% meer Wajong‑uitkeringen dan in 2022 (bijna 5.600 tegenover bijna 5.500). Ten opzichte van eind 2022 steeg het aantal lopende Wajong‑uitkeringen licht, met 0,5% (245.400 tegenover 244.100).
Ontwikkeling WAZ
De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) geeft recht op een uitkering op minimumniveau als een zelfstandige langdurig arbeidsongeschikt is.
Tabel Volumeontwikkeling WAZ
Instroom | Uitstroom | Lopend | |
2003 | 6.900 | 7.200 | 55.900 |
2004 | 6.200 | 6.600 | 55.500 |
2005 | 4.700 | 6.900 | 53.400 |
2006 | 1.200 | 7.300 | 47.300 |
2007 | 1.200 | 5.500 | 43.000 |
2008 | 600 | 4.900 | 38.700 |
2009 | 300 | 4.700 | 34.300 |
2010 | 200 | 4.000 | 30.400 |
2011 | 200 | 4.600 | 26.000 |
2012 | 200 | 3.700 | 22.500 |
2013 | 100 | 3.100 | 19.600 |
2014 | 100 | 2.500 | 17.200 |
2015 | 100 | 2.100 | 15.100 |
2016 | 100 | 1.600 | 13.500 |
2017 | 100 | 1.500 | 12.000 |
2018 | 26 | 1.300 | 10.800 |
2019 | 49 | 1.100 | 9.700 |
2020 | 39 | 1.300 | 8.400 |
2021 | 28 | 1.200 | 7.300 |
2022 | 20 | 800 | 6.500 |
2023 | 16 | 700 | 5.800 |
Waren er in eind 2022 nog 6.500 mensen met een WAZ‑uitkering, in 2023 is dit aantal met 700 verder gedaald tot 5.800. Dit komt doordat per 1 augustus 2005 de toegang tot de WAZ is gesloten; er komen vrijwel geen nieuwe cliënten meer bij.
De instroom die nog plaatsvindt, is een gevolg van overloop uit andere wetten en herleving van oude rechten. In 2023 werden 16 nieuwe WAZ‑uitkeringen toegekend. Het overgrote deel van alle cliënten met een WAZ‑uitkering is 55 jaar of ouder.
Ontwikkeling toekenningen Ziektewet
Het vangnet van de Ziektewet is onder meer bedoeld voor zieke werklozen en zieke uitzendkrachten. Zij hebben geen werkgever die voor hun verzuimbegeleiding en re‑integratie verantwoordelijk is. UWV begeleidt deze mensen op sociaal‑medisch gebied, zoals de werkgever en de arbodienst dat doen voor de werknemers van reguliere werkgevers.
Tabel Toekenningen Ziektewet
Uitzendkrachten | Werklozen | Zwangere vrouwen | Overigen | Totaal | |
2007 | 183.900 | 32.800 | 65.500 | 58.500 | 340.700 |
2008 | 170.100 | 20.600 | 68.900 | 67.600 | 327.200 |
2009 | 122.300 | 22.000 | 70.100 | 78.800 | 293.200 |
2010 | 96.300 | 28.600 | 77.500 | 78.800 | 281.200 |
2011 | 87.400 | 28.400 | 77.000 | 80.600 | 273.400 |
2012 | 72.800 | 29.800 | 77.000 | 80.800 | 260.400 |
2013 | 23.100 | 32.300 | 73.600 | 81.600 | 210.600 |
2014 | 17.000 | 39.200 | 72.800 | 73.500 | 202.500 |
2015 | 18.600 | 39.400 | 69.500 | 76.700 | 204.200 |
2016* | 24.100 | 41.500 | 75.800 | 94.600 | 236.000 |
2017 | 26.200 | 38.800 | 75.600 | 111.100 | 251.700 |
2018 | 34.600 | 34.600 | 76.600 | 136.800 | 282.600 |
2019 | 42.900 | 31.600 | 79.100 | 144.400 | 298.000 |
2020* | 77.900 | 33.400 | 77.300 | 136.300 | 324.900 |
2021 | 101.600 | 30.900 | 80.700 | 132.900 | 346.100 |
2022 | 115.200 | 24.500 | 75.800 | 178.200 | 393.700 |
2023 | 20.900 | 21.700 | 78.500 | 190.800 | 311.900 |
- *Als gevolg van verbeterde rekenmethodes zijn deze cijfers bijgesteld.
In 2023 zijn 21% minder Ziektewet‑uitkeringen toegekend (bijna 311.900 tegenover 393.700) dan in 2022. Vooral het aantal toekenningen aan zieke uitzendkrachten nam af, met 82%. Dat komt vooral doordat een aantal uitzendbureaus voor het eigenrisicodragerschap koos.
De meeste Ziektewet‑uitkeringen werden toegekend aan mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die werken en in aanmerking komen voor de zogenoemde no‑riskpolis (49,1%), aan zwangere vrouwen die voor of tijdens hun zwangerschapsverlof ziek werden (25,2%) en aan alle flexwerkers tezamen (16,6%). Verder ging het om zieke WW‑gerechtigden (7,0%), vrijwillig verzekerden (1,9%) en zieken die in overige categorieën vallen (0,2%).
Uitstroom uit de Ziektewet
In 2023 werden 27% minder Ziektewet‑uitkeringen beëindigd dan in 2022: 322.100 tegenover 442.100. De tabel toont het aandeel van de verschillende vangnetcategorieën binnen de uitstroom uit de Ziektewet.
Tabel Uitstroom uit Ziektewet naar vangnetcategorieën
2023 | 2022 | |
Zwangerschap | 73.700 | 71.900 |
Uitzendkrachten | 27.900 | 145.900 |
Flex overig (stagiairs, oproepkrachten, overige bijzondere dienstverbanden) | 5.500 | 9.800 |
Ontslag (einde dienstverband) | 23.200 | 23.400 |
Zieke werklozen | 39.900 | 51.500 |
No-riskpolis | 145.500 | 132.000 |
Vrijwillig verzekerden | 5.800 | 7.000 |
Overig | 600 | 600 |
Totaal | 322.100 | 442.100 |
Ontwikkeling Wazo
De Wet arbeid en zorg (Wazo) regelt dat vrouwen een uitkering van minimaal zestien weken krijgen tijdens en na hun zwangerschap. Verder regelt de Wazo onder andere verlof en uitkering bij adoptie en pleegzorg. Het aantal mensen met een Wazo‑uitkering was eind 2023 met 69.900 ruim 21% hoger dan eind 2022 (57.900). Deze aantallen zijn inclusief de uitkeringen wegens zwangerschapsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken, volgens de Zelfstandig en Zwanger‑regeling (ZEZ) en uitkeringen op grond van de per 1 juli 2020 ingevoerde Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG). Sinds 1 augustus 2022 tellen ook uitkeringen voor betaald ouderschapsverlof mee.
Tabel Volumeontwikkeling Wazo
Toekenningen | Beëindigingen | Lopend | |
2004 | 137.500 | 125.900 | 42.700 |
2005 | 119.100 | 115.300 | 39.800 |
2006 | 146.000 | 139.000 | 41.000 |
2007 | 129.000 | 134.000 | 42.000 |
2008 | 137.000 | 136.000 | 43.000 |
2009 | 139.900 | 138.400 | 43.100 |
2010 | 138.400 | 139.500 | 42.700 |
2011 | 137.400 | 144.200 | 42.700 |
2012 | 135.100 | 141.000 | 41.900 |
2013 | 134.000 | 133.000 | 40.000 |
2014* | 140.000 | 143.000 | 44.000 |
2015* | 138.200 | 139.600 | 42.400 |
2016* | 140.700 | 141.200 | 43.000 |
2017* | 140.700 | 135.000 | 42.300 |
2018* | 142.600 | 140.500 | 43.200 |
2019* | 161.600 | 142.200 | 43.600 |
2020* en ** | 172.400 | 167.000 | 48.100 |
2021* en ** | 238.300 | 235.700 | 54.000 |
2022* en ** en *** | 262.000 | 259.300 | ****57.900 |
2023* en ** en *** | 367.300 | 323.900 | 69.900 |
- * Met ingang van 2014 worden ook de ZEZ‑uitkeringen meegerekend.
- ** Sinds 1 juli 2020 tellen ook uitkeringen op grond van de WIEG mee.
- *** Sinds 1 augustus 2022 tellen ook uitkeringen voor betaald ouderschapsverlof mee.
- **** Gecorrigeerd cijfer.
In 2023 hebben we 367.300 nieuwe Wazo‑uitkeringen toegekend. Dit aantal is veel hoger (40%) dan in 2022 (262.000). We kenden 131.000 uitkeringen toe in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof van werkneemsters, 0,4% minder dan in 2022 (131.600). Daarnaast kenden we 75.700 uitkeringen toe op basis van de WIEG. Dat zijn er bijna 1% minder dan in 2022 (76.300). Er zijn 600 uitkeringen wegens pleegzorg- of adoptieverlof toegekend, 9,4% meer dan in 2022 (bijna 600). Op basis van de ZEZ zijn er 13.100 uitkeringen toegekend wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof voor vrouwen die als zelfstandige werken. Dat is 7,0% meer dan in 2022 (12.200). Sinds 1 augustus 2022 kunnen ouders ook een Wazo‑uitkering aanvragen voor negen weken betaald ouderschapsverlof. Er zijn om die reden 146.800 Wazo‑uitkeringen toegekend. In 2022, toen de regeling in augustus van start was gegaan, waren het er 41.300.
Financiële rechtmatigheid
Al onze handelingen moeten rechtmatig zijn, in overeenstemming met de geldende regels en besluiten. Om de financiële rechtmatigheid van de uitkeringsverstrekking te toetsen, worden afwijkingen gekwantificeerd en afzonderlijk gewogen en weergegeven. We maken daarbij onderscheid tussen financiële fouten en onzekerheden, waarover afzonderlijk verantwoording wordt afgelegd indien deze zijn geconstateerd in het verslagjaar 2023 (1 oktober 2022 tot 1 oktober 2023). Bij een financiële fout kunnen we vaststellen wat de fout is en wat het financiële gevolg is. Bij een onzekerheid hebben we onvoldoende informatie om vast te stellen of iets goed of fout is. Het percentage financiële fouten in de uitkeringsverstrekking over het verslagjaar 2023 bedraagt 0,6. Het percentage onzekerheden bedraagt 0,8. Dit zijn de gewogen UWV‑percentages over alle wetten.
In onderstaande tabel zijn de percentages financiële fouten en onzekerheden voor de verschillende wetten weergegeven.
Tabel Financiële rechtmatigheid verslagjaar 2023
In procenten | Financiële fouten | Onzekerheden | ||
Verslagjaar 2023 | Verslagjaar 2022 | Verslagjaar 2023 | Verslagjaar 2022 | |
Wajong | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,0 |
WAO | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
WAZ | 0,0 | 0,3 | 0,0 | 0,0 |
Wazo | 0,6 | 0,4 | 0,0 | 0,0 |
WIA | 0,0 | 0,1 | 0,2 | 0,0 |
WW | 2,7 | 1,2 | 5,4 | 2,4 |
Ziektewet | 1,4 | 2,4 | 0,1 | 0,4 |
Toeslagenwet | 2,0 | 1,2 | 0,3 | 0,9 |
IOW | 0,0 | 0,6 | 0,0 | 0,0 |
Kaderwet SZW-subsidies (scholingsbudget) | 12,4 | 21,8 | 16,7 | 0,5 |
Participatiewet (tolkvoorzieningen) | 0,4 | 15,2 | 25,9 | 17,3 |
Compensatieregeling transitievergoeding | 0,8 | 2,3 | 1,0 | 0,1 |
Gewogen totaal | 0,6 | 0,6 | 0,8 | 0,4 |
Toelichting
-
Het UWV‑brede percentage financiële fouten (0,6) is gelijk aan het percentage in het verslagjaar 2022.
-
Vooral de financiële fouten bij de WW, de Ziektewet en de Wet arbeid en zorg (Wazo) zorgen voor dit foutpercentage.
-
De onzekerheid bedraagt 0,8% op UWV‑niveau, wat een verdubbeling betekent ten opzichte van het verslagjaar 2022. Deze score wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door onzekere posten bij de WW. De onzekere posten bij de Participatiewet en de Kaderwet SZW‑subsidies hebben geen materieel effect op het UWV‑percentage vanwege de geringe omvang van die uitkeringsmassa’s.