Tijdig zorgen voor juiste uitkeringen
Als werken (tijdelijk) niet mogelijk is, dan zorgt UWV voor inkomen. Ons doel is om uitkeringen op tijd vast te stellen en op tijd uit te betalen. In 2024 ging het om bijna € 27 miljard aan uitkeringen en subsidies voor maandelijks ruim 1,2 miljoen mensen. Tegelijkertijd blijven we alert op het tijdig signaleren en aanpakken van misbruik.

Juistheid
Het is voor cliënten van groot belang dat we de juiste uitkering voor hen vaststellen. Zij zijn voor hun inkomen van ons afhankelijk. In verreweg de meeste gevallen nemen we de juiste beslissing, maar medio 2024 werd duidelijk dat in de periode 2020–2024 mogelijk tienduizenden WIA‑uitkeringen niet juist zijn vastgesteld. We hebben fouten gemaakt bij de zogeheten dagloonberekening. Die berekening bepaalt de hoogte van de WIA‑uitkering. We vinden dit bijzonder pijnlijk voor de betrokken cliënten die vaak in een kwetsbare positie zitten. We doen er alles aan om de WIA‑uitkeringen die te hoog of te laag zijn vastgesteld, zorgvuldig en voortvarend te corrigeren. Ook doen we momenteel een onderzoek naar de kwaliteit van de berekeningen van het maatmanloon. We verwachten de resultaten van het onderzoek in het tweede kwartaal van 2025. Het maatmanloon wordt gebruikt voor de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage, en is het bedrag dat iemand zou hebben verdiend als er geen sprake zou zijn van ziekte. Het wordt berekend op basis van het sociale verzekeringsloon (het deel van het loon waar iemand sociale premies over betaalt), en op het aantal uren dat iemand werkte voordat er sprake was van ziekte. Door indexeren met CBS‑indexcijfers groeit het maatmanloon mee met de stijging van de lonen in Nederland. De uitkomsten van het onderzoek naar de kwaliteit van de berekening van het maatmanloon zijn nodig om te bepalen of en welke vervolgstappen we moeten zetten.
Daarnaast werken we de komende periode aan het structureel verbeteren van ons kwaliteitsmanagementsysteem en de kwaliteitscontroles UWV‑breed en in het bijzonder binnen ons organisatieonderdeel Sociaal‑medische zaken (SMZ). Bij deze verbeterslag zullen we gebruikmaken van de uitkomsten van het onderzoek dat de Algemene Rekenkamer op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) uitvoert en van het externe onderzoek dat we zelf laten uitvoeren naar de werking van ons kwaliteitsmanagementsysteem.
WIA
De fouten bij de vaststelling van WIA‑uitkeringen hebben diverse oorzaken. De uitvoering van de WIA is de afgelopen jaren ingewikkelder geworden, en dat geldt specifiek voor de dagloonsystematiek. Dit komt door verschillende wets- en beleidswijzigingen en rechterlijke uitspraken. Een onvolledig geautomatiseerd werkproces, met handmatige stappen en het werken in diverse softwareprogramma’s, verhoogt de foutgevoeligheid. Daarnaast werden niet meer, zoals tot en met 2019, maandelijkse steekproeven uitgevoerd om de kwaliteit van WIA‑beoordelingen te controleren en waar nodig bij te sturen. Het aantal steekproeven werd tijdens de coronacrisis vanaf begin 2020 verlaagd om te voorkomen dat te veel mensen te lang zouden moeten wachten op een sociaal‑medische beoordeling. Hierdoor werd minder informatie verzameld, waardoor minder fouten werden ontdekt en hersteld en betrokken medewerkers niet langer konden leren van gemaakte fouten. De coronacrisis zorgde ook voor minder effectieve inzet van personeel door ziekteverzuim, maatregelen om de pandemie te beteugelen (zoals thuiswerken), wat kennisdeling en de leer- en verbetercyclus verstoorde. Ook lag de nadruk op het zo kort mogelijk laten wachten van cliënten op een sociaal‑medische beoordeling, wat leidde tot een hogere werkdruk en een beperkte aandacht voor signalen van medewerkers. Na de coronacrisis is het aantal steekproeven niet hersteld naar het oude niveau.
Naar aanleiding van de geconstateerde fouten in de vaststelling van WIA‑uitkeringen hebben we een verbeteraanpak opgesteld. Daarin staat wat we gaan doen om de fouten te corrigeren en de kwaliteit van onze sociaal‑medische dienstverlening te verbeteren. Voor de verdere uitwerking van onze aanpak zijn we in gesprek met cliënten, vakbonden en andere belanghebbenden. Ook houden we rekening met opgedane inzichten van recente herstelacties bij andere publieke dienstverleners en de aanbevelingen van onderzoekscommissies.
De correctie betreft in eerste instantie de lopende uitkeringen die zijn toegekend in de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024. Een correctie voor deze groep is nodig, omdat in die periode significant meer fouten zijn gemaakt dan in de voorgaande jaren. Steekproeven wijzen uit dat de dagloonberekening daarbij de meestvoorkomende fout was en de mogelijke financiële gevolgen voor de cliënt zijn hierbij structureel. Het foutpercentage lag vóór 2020 lager, en fouten werden vaker opgespoord en hersteld. Vervolgens gaan we bekijken hoe we met de uitkeringen kunnen omgaan die toegekend én beëindigd zijn in de periode van 2020 tot en met 2024.
Bij nadere analyse op basis van bestandsvergelijkingen hebben we vastgesteld bij welke cliënten misschien een te hoog of te laag dagloon is vastgesteld. We gaan nu de dossiers van circa 43.000 mensen handmatig controleren op fouten in de dagloonberekening. Ons uitgangspunt voor de correctie van de dagloonfouten is dat cliënten recht hebben op nabetaling van het bedrag dat ze afgelopen jaren te weinig hebben ontvangen, plus de wettelijk verschuldigde rente. Daarnaast vorderen we het bedrag van te veel ontvangen uitkering niet terug, tenzij de persoon redelijkerwijs had kunnen weten dat de uitkering te hoog was.
Daarnaast corrigeren we in vier andere corrigeeracties een groep van ruim 28.000 dossiers van mensen met een lopende WIA‑uitkering die is vastgesteld in de periode van 2020 tot en met 2024, met name vanwege gerechtelijke uitspraken. Ook in deze dossiers kunnen dagloonfouten zitten. Die nemen dan we mee bij de berekening van het nieuwe dagloon.
WW en Ziektewet
UWV heeft ook onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de uitvoering van de WW, Ziektewet en Wajong in de periode 2020–2024. Het beeld over de kwaliteit en de kwaliteitsborging dat uit dit onderzoek naar voren komt, is wezenlijk anders dan bij de WIA. Bij de uitvoering van de WW en de Ziektewet wordt voor het vaststellen van de hoogte van de uitkering, net als bij de WIA, gebruikgemaakt van de dagloonberekening voor het vaststellen van de hoogte van de uitkering.
Bij de WW en de Ziektewet zijn in de periode 2020–2024 doorlopend risicogerichte kwaliteitscontroles verricht en zijn de fouten die daaruit naar voren kwamen hersteld, zoals fouten bij de dagloonvaststelling. Het gaat hierbij vooral om fouten bij het bepalen van de juiste periode waarover het dagloon moet worden berekend en welke loonbestanddelen wel of niet bij de berekening van het dagloon moeten worden meegenomen.
Wajong
Bij de Wajong is sprake van een uniforme hoogte van de uitkering (percentage van het minimumloon). Over de Wajong heeft UWV een onderzoek afgerond over enkele maanden in 2023 en een eerste Meting operationele kwaliteit (MOK) over de laatste maanden van 2024. Deze onderzoeken geven eerste resultaten van de operationele kwaliteit van 2023 en 2024. Over de jaren 2020–2022 zijn geen kwaliteitsmetingen beschikbaar. Daardoor kan het beeld van de kwaliteit alleen op basis van de onderzoeken over 2023 en 2024 worden bepaald. De resultaten van deze twee onderzoeken geven slechts een eerste beeld van de kwaliteit op hoofdlijnen. Hieraan kunnen nog geen ‘harde’ conclusies worden verbonden.
Om de kwaliteit van de Wajong‑beoordelingen te verbeteren investeren we in het opleidingsaanbod en kennisniveau van medewerkers. Ook specialiseren en centraliseren we de beoordeling voor de Wajong verder binnen UWV.
UWV Gedragslijn Herstelacties
UWV neemt dagelijks veel besluiten voor cliënten, werkgevers en derden. Verreweg de meeste van deze besluiten zijn en blijven juist. Toch kunnen ze (achteraf) onjuist blijken en correctie behoeven. Correcties bij individuen vallen onder de standaardwerkzaamheden van UWV. Soms hebben correcties betrekking op een bepaalde groep en vragen ze om een herstelactie. Hiervoor hebben we in oktober 2024 ons beleidskader geactualiseerd en vastgelegd in de UWV Gedragslijn Herstelacties. De gedragslijn vormt een afwegingskader; elke situatie is uniek en vereist specifieke oplossingen. Het vertrekpunt van de gedragslijn is de strategie van UWV, waarin het toepassen van de menselijke maat en het denken vanuit cliëntperspectief belangrijke pijlers zijn. Bij de ontwikkeling van deze gedragslijn hebben we gebruikgemaakt van het advies van de Nationale ombudsman (Herstel bieden: een vak apart) en inzichten over de werkwijze van andere publieke dienstverleners.
Voorkomen van misbruik
Wij gaan uit van vertrouwen in burgers en we zijn ons bewust van de complexe wetgeving waarbij een fout snel is gemaakt. In onze dienstverlening staat daarom het voorkomen van overtredingen voorop en als die zich toch voordoen, dan passen wij bij het opleggen van sancties de menselijke maat toe. We verrekenen steeds vaker inkomsten van een uitkeringsgerechtigde met een uitkering op basis van de informatie die we al hebben, in plaats van op basis van inlichtingen van de uitkeringsgerechtigde zelf. Hierdoor vindt er minder vaak een overtreding van de inlichtingenplicht plaats en kunnen we meer aandacht besteden aan onderzoeken naar georganiseerde fraudefenomenen, waarbij we samenwerken met andere (overheids)instanties.
Tijdigheid
Om mensen inkomenszekerheid te bieden, moeten zij tijdig weten of ze recht hebben op een uitkering en hoe hoog die is. In 2024 lukte het ons om de meeste WW- en Ziektewet‑uitkeringen tijdig vast te stellen en te verstrekken. Bij arbeidsongeschiktheidswetten (zoals WIA en Wajong) lukt het ons niet om de claimbeoordelingen tijdig uit te voeren. Cliënten die langer dan de wettelijke termijn moeten wachten op hun WIA‑claimbeoordeling willen we inkomenszekerheid bieden. We verstrekken hun daarom een voorschot.
Aanpak van de hoge WIA‑instroom
We hadden ons ten doel gesteld om vanaf eind 2024 WIA‑cliënten niet meer langer dan zes maanden te laten wachten op een claimbeoordeling. Die doelstelling hebben we helaas niet gehaald: het aantal mensen dat langer dan zes maanden moet wachten, is wel sterk afgenomen (van 3.100 naar 1.100). We hebben in 2024 83.700 claimbeoordelingen uitgevoerd, dat is meer dan in voorgaande jaren. Dit was mogelijk door:
-
de inzet van medewerkers die bereid waren om over te werken;
-
de toepassing van de 60‑plusmaatregel, waardoor mensen van 60 jaar en ouder een vereenvoudigde WIA‑beoordeling kregen zonder tussenkomst van een verzekeringsarts; en
-
de invoering van de maatregel Praktisch beoordelen vanaf juli 2024. Hierbij wordt voor werkende cliënten de mate van arbeidsongeschiktheid bepaald op basis van hun feitelijke inkomsten in plaats van een theoretische schatting.
Ook zijn we er in 2024 in geslaagd 133 artsen aan te nemen, waarvan er 23 in 2025 zullen starten. Om artsen te werven hebben we in 2024 diverse initiatieven in gang gezet, zoals een vernieuwde wervingscampagne met de boodschap Word arts arbeid en gezondheid. Meer dan een arts.
Tegenover het hogere aantal claimbeoordelingen staat een forse stijging van 10% van het aantal nieuwe WIA‑aanvragen. Ook de capaciteitsinzet voor de kwaliteitsverbetering van onze sociaal‑medische beoordelingen zorgde voor extra druk op het realiseren van de doelstelling.
Aanpak van de Wajong-instroom
Voor Wajong‑cliënten hadden we als doelstelling dat er vanaf eind 2024 geen mensen meer zouden zijn die langer dan de wettelijke termijn van veertien weken op hun Wajong‑beoordeling wachten. Ook deze doelstelling hebben we niet gehaald. Hierbij speelt dat het aantal ontvangen Wajong‑aanvragen fors is toegenomen. Wel hebben we meer Wajong‑claimbeoordelingen in 2024 uitgevoerd dan in 2023 ondanks bezettingsproblemen en ziekteverzuim binnen de desbetreffende teams en de extra capaciteitsinzet voor verbetering van de kwaliteit van onze sociaal‑medische beoordelingen. We zetten komend jaar meer in op contacten met gemeenten om onnodige aanvragen te voorkomen, gezien het aanhoudend hoge percentage afwijzingen.

Wachttijden 2025
Voor 2025 is ons streven om de wachttijden voor WIA- en Wajong‑claimbeoordelingen niet verder te laten oplopen. Dit wordt echter een vrijwel onmogelijke opgave omdat de capaciteit ook in 2025 beperkt is en we ook capaciteit nodig hebben voor de corrigeeractie. Daarnaast blijft het aantal WIA‑aanvragen toenemen, is de 60‑plusmaatregel niet verlengd en de overwerkregeling gestopt. Hierdoor zal de vraag naar sociaal‑medische dienstverlening ook in 2025 vermoedelijk groter zijn dan we met de beschikbare beoordelingscapaciteit aankunnen. Als gevolg daarvan verwachten wij dat het aantal mensen dat te lang op een WIA‑beoordeling wacht, eind 2025 zal zijn verdubbeld. Voor de Wajong is het uitgangspunt dat alle beoordelingen binnen de wettelijke termijn plaatsvinden.
We blijven de beschikbare capaciteit zo effectief mogelijk inzetten. Dit gebeurt door te werken in sociaal‑medische centra waar vaste multidisciplinaire teams onder inhoudelijke leiding van een verzekeringsarts bepalen welke expertise op welk moment nodig is en welke aanvullende begeleiding vereist is. Daarnaast blijven we taakdelegatie door een verzekeringsarts aan een sociaal‑medisch verpleegkundige stimuleren en blijven we inzetten op Praktisch beoordelen voor werkende cliënten.