Inkomenszekerheid bieden
Als werken (tijdelijk) niet mogelijk is, dan zorgt UWV voor inkomen. Ons doel is om uitkeringen op tijd vast te stellen en op tijd uit te betalen. Tegelijkertijd blijven we tijdig misbruik signaleren en aanpakken.
In deze paragraaf geven we eerst inzicht in de uitkeringsvolumes van de verschillende wetten. Daarna gaan we in op de juistheid van de uitkeringsverstrekking, waarbij we rekening houden met persoonlijke omstandigheden, en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Uitkeringsvolumes
In de eerste acht maanden van 2025 kenden we ruim 0,7 miljoen uitkeringen toe, 4% meer dan in de eerste acht maanden van 2024.
Tabel Nieuwe uitkeringen
Eerste acht maanden 2025 | Eerste acht maanden 2024 | % +/- | |||
WW | 196.602 | 184.349 | 7% | ||
Arbeidsongeschiktheidswetten | 49.875 | 49.717 | 0% | ||
WIA | 45.041 | 44.868 | 0% | ||
WGA | 36.794 | 36.091 | 2% | ||
IVA | 8.247 | 8.777 | -6% | ||
WAO | 264 | 261 | 1% | ||
WAZ | 15 | 12 | 25% | ||
Wajong | 4.555 | 4.576 | 0% | ||
Ziektewet | 221.029 | 211.317 | 5% | ||
Wazo | 261.593 | 256.491 | 2% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof werknemers | 90.792 | 90.375 | 0% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof zelfstandigen/beroepsbeoefenaars | 8.307 | 8.980 | -7% | ||
Pleegzorg- en adoptieverlof | 392 | 417 | -6% | ||
Aanvullend geboorteverlof (WIEG) | 56.409 | 53.174 | 6% | ||
Betaald ouderschapsverlof | 105.693 | 103.545 | 2% | ||
Totaal | 729.099 | 701.874 | 4% | ||
We beëindigden 4% meer uitkeringen dan in de eerste acht maanden van 2024.
Tabel Beëindigde uitkeringen
Eerste acht maanden 2025 | Eerste acht maanden 2024 | % +/- | |||
WW | 183.994 | 174.460 | 5% | ||
Arbeidsongeschiktheidswetten | 43.735 | 38.169 | 15% | ||
WIA | 28.629 | 24.646 | 16% | ||
WGA | 16.502 | 14.903 | 11% | ||
IVA | 12.127 | 9.743 | 24% | ||
WAO | 10.790 | 9.403 | 15% | ||
WAZ | 505 | 461 | 10% | ||
Wajong | 3.811 | 3.659 | 4% | ||
Ziektewet | 230.795 | 216.697 | 7% | ||
Wazo | 204.256 | 209.436 | -2% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof werknemers | 84.816 | 85.014 | 0% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof zelfstandigen/beroepsbeoefenaars | 8.042 | 8.359 | -4% | ||
Pleegzorg- en adoptieverlof | 271 | 216 | 25% | ||
Aanvullend geboorteverlof (WIEG) | 33.827 | 38.402 | -12% | ||
Betaald ouderschapsverlof | 77.300 | 77.445 | 0% | ||
Totaal | 662.780 | 638.762 | 4% | ||
Eind augustus 2025 ontvingen ruim 1,2 miljoen cliënten – voor kortere of langere tijd – een uitkering van ons. We keerden in de eerste acht maanden van 2025 een bedrag van € 18,8 miljard uit, tegenover € 17,2 miljard in de eerste acht maanden van 2024. De oorzaak van die stijging zijn de hogere uitkeringsbedragen en hogere aantallen uitkeringen voor de WIA en de WW. We keerden dan ook vooral meer geld uit voor de WIA (€ 0,8 miljard) en de WW (€ 0,3 miljard) dan in de eerste acht maanden van 2024.
Tabel Lopende uitkeringen
Eerste acht maanden 2025 | Eerste acht maanden 2024 | % +/- | |||
WW | 187.445 | 170.669 | 10% | ||
Arbeidsongeschiktheidswetten | 865.805 | 852.818 | 2% | ||
WIA | 471.734 | 443.648 | 6% | ||
WGA | 285.079 | 265.126 | 8% | ||
IVA | 186.655 | 178.522 | 5% | ||
WAO | 141.880 | 157.517 | 157.517 | -10% | |
WAZ | 4.596 | 5.339 | -14% | ||
Wajong | 247.595 | 246.314 | 1% | ||
Ziektewet* | 112.151 | 106.703 | 5% | ||
Wazo* | 77.087 | 75.376 | 2% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof werknemers | 41.801 | 41.392 | 1% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof zelfstandigen/beroepsbeoefenaars | 3.898 | 4.150 | -6% | ||
Pleegzorg- en adoptieverlof | 68 | 72 | -6% | ||
Aanvullend geboorteverlof (WIEG) | 7.797 | 7.387 | 6% | ||
Betaald ouderschapsverlof | 23.523 | 22.375 | 5% | ||
Totaal | 1.242.488 | 1.205.566 | 3% | ||
- *Voor de Ziektewet en de Wazo wordt het gemiddeld aantal lopende uitkeringen gedurende de verslagperiode vermeld.
Juistheid
Het is voor cliënten van groot belang dat we de juiste uitkering voor hen vaststellen. Zij zijn voor hun inkomen van ons afhankelijk. In verreweg de meeste gevallen nemen we de juiste beslissing. We meten voortdurend of we ons werk goed doen en komen daarbij ook situaties tegen waarin het niet goed gaat. In die gevallen herstellen we de uitkeringen en nemen we maatregelen om nieuwe fouten te voorkomen. Om de kwaliteitsmetingen en het kwaliteitsmanagementsysteem te verbeteren, starten we met het programma Kwaliteit op orde. Met het toenemen van de intensiteit van de metingen zien we ook beter waar we ons werk wel en niet goed doen. Daardoor loopt het aantal uit te voeren herstelacties ook op. Ook kunnen herstelacties het gevolg zijn van gerechtelijke uitspraken. Een grote herstelactie is die voor het WIA‑dagloon, die tienduizenden mensen betreft. Deze herstelactie hangt zowel samen met uitkeringen die UWV verkeerd heeft vastgesteld in de periode 2020–2024, als met een gerechtelijke uitspraak die vraagt om het meenemen van loonloze tijdvakken in de berekening van een WIA‑uitkering (zie verder hierna onder het kopje WIA).
Beleidsregels UWV gebruik polisgegevens
Uit de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI) en de Beleidsregels UWV gebruik polisgegevens volgt dat de hoogte van het dagloon moet worden vastgesteld met de gegevens die in de polisadministratie staan, tenzij UWV het gegronde vermoeden heeft dat de gegevens onjuist zijn. In dat geval wordt nader onderzoek gedaan naar de juistheid van de gegevens. In de uitvoeringspraktijk wordt hier verschillend invulling aan gegeven. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van het WIA‑dagloon, waardoor cliënten niet ontvangen waar ze recht op hebben. Daarom moet de datakwaliteit voor de dagloonberekening worden verbeterd. Dit doet het WIA Data‑analyseteam door het tijdig verzamelen, completeren, corrigeren en klaarzetten van informatie uit de polisadministratie en andere bronnen. Het secundaire doel van het WIA Data‑analyseteam is om de datakwaliteit in de loonaangifteketen naar een hoger niveau te tillen (zie verder paragraaf Verbeteren en fouten voorkomen onder Verbetering van datakwaliteit).
Kwaliteitsmanagementsysteem
We verbeteren structureel ons kwaliteitsmanagementsysteem en de kwaliteitscontroles UWV‑breed en in het bijzonder binnen ons organisatieonderdeel Sociaal‑medische zaken (SMZ). Bij deze verbeterslag maken we gebruik van het externe onderzoek dat we hebben laten uitvoeren naar de werking van ons kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) en van de uitkomsten van het onderzoek dat de Algemene Rekenkamer op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) uitvoert. We verwachten de rapportage van de Algemene Rekenkamer in november. In paragraaf Verbeteren en fouten voorkomen gaan we in op de aanbevelingen die zijn opgenomen in het EY‑adviesrapport KMS UWV over het externe onderzoek en hoe we daar opvolging aan geven.
WIA
Medio 2024 werd duidelijk dat in de periode 2020–2024 mogelijk tienduizenden WIA‑uitkeringen niet juist zijn vastgesteld. We hebben fouten gemaakt bij de zogeheten dagloonberekening. Die berekening bepaalt de hoogte van de WIA‑uitkering. Naar aanleiding van deze fouten hebben we eind 2024 de Verbeteraanpak WIA 2020–2024 opgesteld. Daarin staat wat we gaan doen om de fouten te herstellen en de kwaliteit van onze sociaal‑medische dienstverlening te verbeteren. Voor de verdere uitwerking van onze aanpak zijn we in gesprek met cliënten, vakbonden en andere belanghebbenden. Ook houden we rekening met opgedane inzichten van recente herstelacties bij andere publieke dienstverleners en de aanbevelingen van onderzoekscommissies. Belangrijk voor cliënten is onder andere het keteneffect van een nabetaling. Dit betekent dat een verandering bij één instantie, zoals een nabetaling van een uitkering, er bij andere organisaties toe kan leiden dat de cliënt bijvoorbeeld toeslagen moet terugbetalen, met mogelijk financiële problemen tot gevolg. Bij ketenorganisaties gaat het bijvoorbeeld om de Belastingdienst, de Dienst Toeslagen, pensioenuitvoerders, de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het CAK en werkgevers. Met die organisaties en de ministeries van SZW en Financiën zijn we in gesprek om tot een aanpak te komen en het keteneffect voor cliënten zo klein mogelijk te maken.
We beginnen met de controle en waar van toepassing het herstel van de daglonen van lopende WIA‑uitkeringen die zijn toegekend in de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024. Handmatige controle voor deze groep is nodig, omdat uit de kwaliteitscontroles bleek dat in die periode significant meer fouten zijn gemaakt dan in de jaren daarvoor. Steekproeven wijzen uit dat de dagloonberekening daarbij de meestvoorkomende fout was en de mogelijke financiële gevolgen voor de cliënt zijn hierbij structureel. Het foutpercentage lag vóór 2020 lager en fouten werden toen vaker opgespoord en hersteld. Vervolgens gaan we bekijken hoe we met de uitkeringen kunnen omgaan die toegekend én beëindigd zijn in de periode van 2020 tot en met 2024. Of en hoe al beëindigde uitkeringen worden hersteld, hangt af van of de keuze valt op de hiervoor genoemde compensatieregeling. Daarom werkt het ministerie van SZW momenteel een compensatieregeling uit, waarbij UWV de uitkering naar de toekomst toe herstelt en een tegemoetkoming toekent voor het in het verleden te laag vastgestelde dagloon waarop eindheffing wordt toegepast. Op deze manier blijft de nabetaling buiten het verzamelinkomen en worden de meeste keteneffecten voorkomen. UWV moet nog een uitvoeringstoets doen op deze regeling en die daarna implementeren. Indien ervoor deze regeling wordt gekozen, kan er daarom pas op z’n vroegst in het tweede kwartaal van 2026 worden nabetaald.
We hebben vastgesteld bij welke cliënten er mogelijk een fout is gemaakt bij de berekening van het dagloon. We gaan daarvoor de dossiers van circa 43.000 mensen handmatig controleren. Ons uitgangspunt bij de correctie is dat cliënten recht hebben op nabetaling van het bedrag dat ze de afgelopen jaren te weinig hebben ontvangen, plus de wettelijk verschuldigde rente. Daarnaast vorderen we het bedrag van te veel ontvangen uitkering niet terug.
UWV heeft het merendeel van de 121.000 cliënten geïnformeerd bij wie we geen reden hebben om aan te nemen dat er fouten zijn gemaakt in de berekening van hun WIA‑uitkering; bij hen verandert de uitkering niet. Ook hebben ongeveer 61.000 cliënten van wie we de uitkering wel gaan controleren en mogelijk herstellen (zowel mogelijke dagloonfouten als mogelijke aanpassingen naar aanleiding van loonloze tijdvakken) daarover bericht gekregen. In augustus zijn we gestart met de controle. De mensen die het betreft, zijn hierover geïnformeerd. Eind september hebben we ruim 900 mensen bericht gegeven dat het dagloon van hun uitkering correct is en hetzelfde blijft. Dat aantal loopt naar verwachting snel op. De klantadviseurs van UWV bellen cliënten over de uitkomst en bevestigen die per brief. Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat het merendeel van de cliënten dit persoonlijke contact waardeert. Als uit de controle blijkt dat het dagloon niet goed is vastgesteld of meer onderzoek nodig is, dan sluiten we het dossier nog niet. Dat is nodig omdat we nog in gesprek zijn met de minister van SZW over een oplossing waardoor zoveel mogelijk cliënten geen nadelige effecten hebben van een nabetaling als we hun uitkering gaan herstellen.
We houden cliënten regelmatig op de hoogte van de voortgang. Ook hebben we dienstverlening ingericht voor mensen die in problemen (dreigen te) komen of behoefte hebben aan extra hulp. Wanneer er bij een cliënt een andere herstelactie loopt waardoor het dagloon opnieuw wordt berekend, bijvoorbeeld door een gerechtelijke uitspraak, dan gaan we die daar ook over informeren. Zo voorkomen we voor cliënten dat meerdere herstelacties door elkaar lopen.
Daarnaast corrigeren we in vier andere herstelacties een groep van ruim 28.000 dossiers van mensen met een lopende WIA‑uitkering die is vastgesteld in de periode van 2020 tot en met 2024, met name vanwege de uitkomsten van gerechtelijke uitspraken (zie hierna onder het kopje Andere herstelacties). Ook in die dossiers kunnen dagloonfouten zitten. Die nemen we dan mee bij de berekening van het nieuwe dagloon.
Andere herstelacties
Soms doen zich bijzondere situaties voor, waarin grotere groepen mensen te veel of te weinig uitkering hebben ontvangen. We zijn ons ervan bewust dat dat vervelende gevolgen kan hebben voor de betrokken cliënten. We bekijken dan gericht wat we concreet voor iemand kunnen betekenen en wat we ervan kunnen leren om herhaling te voorkomen. In de situatie waarbij er te veel uitkering is betaald, geeft de wet aan dat UWV het te veel betaalde bedrag moet terugvorderen bij de cliënt, tenzij er sprake is van een dringende reden om dat niet te doen. Tot april 2024 mocht UWV alleen in een uitzonderlijke situatie geheel of gedeeltelijk afzien van een terugvordering. Op grond van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) over dringende redenen hebben we voortaan meer ruimte om de menselijke maat toe te passen bij het herzien en terugvorderen van uitkeringen. We kunnen nu met een zogeheten evenredigheidstoets een belangenafweging maken tussen het belang van de overheid en het belang van de cliënt. Hierbij kunnen we ook de oorzaak van de terugvordering en de persoonlijke situatie van de cliënt meewegen. Sinds 1 januari 2025 heeft UWV daarnaast meer ruimte om betalingsregelingen met een langere looptijd af te spreken met cliënten en om daarbij rekening te houden met hun persoonlijke omstandigheden. De aanpassingen zijn geïmplementeerd in onze dienstverlening aan cliënten.
We hebben in 2024 de volgende herstelacties in gang gezet die ook in 2025 nog doorlopen:
-
Indexering WIA‑daglonen: Uit interne analyses is gebleken dat er op diverse indexeringsmomenten (1 januari of 1 juli van een jaar) fouten zijn gemaakt, waardoor cliënten te weinig uitkering hebben ontvangen doordat niet de juiste indexering is toegepast. In het verleden heeft er al herstel plaatsgevonden, maar daarin zijn nog niet alle indexeringsmomenten gecontroleerd. Het gaat om 2.650 dossiers. We zijn in afwachting van besluitvorming van het ministerie van SZW hoe we de betaling mogen uitvoeren. We voeren nu controle uit op de indexeringsmomenten van 1 juli 2013 tot en met 1 juli 2019. Vervolgens gaan we de nabetaling naar verwachting uitvoeren in het eerste kwartaal van 2026. Daarna volgt de nabetaling over de indexeringsmomenten van 1 januari 2006 tot en met 1 januari 2013. De nabetaling over de indexeringsmomenten van 1 januari 2020 tot en met 1 juli 2024 loopt mee in de WIA‑herstelorganisatie.
-
Loonloze tijdvakken bij WIA‑daglonen: De CRvB deed in november 2023 en juli 2024 uitspraken over het dagloon dat ten grondslag ligt aan een WIA‑uitkering. Bij cliënten die in de WIA komen, kan er in de periode waarover wij het loon bepalen en waarover een werknemer belastingen en sociale premies betaalt (de zogenoemde referteperiode) sprake zijn van een tijdvak zonder loon. Indien een dergelijk loonloos tijdvak is ontstaan door de betalingssystematiek van bijvoorbeeld de WW‑uitkering, dan moet het WIA‑dagloon op basis van de uitspraken van de CRvB worden aangepast. De uitspraken leiden ertoe dat het dagloon van de lopende WIA‑uitkeringen vanaf de datum van de uitspraak (november 2023 of juli 2024) ambtshalve wordt aangepast. Er is dus geen sprake van een foute uitvoering van de uitvoeringswetten door UWV. Er moesten ongeveer 32.000 lopende WIA‑uitkeringen worden gecontroleerd en mogelijk aangepast. Na deze controles is gebleken dat er 21.000 van deze uitkeringen moeten worden aangepast. Sinds de uitspraken van de CRvB passen we de nieuwe dagloonberekening toe op nieuwe WIA‑toekenningen en bij cliënten die op de datum van de uitspraak in een bezwaar- of beroepsprocedure zaten. De herstelorganisatie voert het toepassen van de loonloze tijdvakken op lopende uitkeringen uit, waar van toepassing in samenhang met een WIA‑dagloonfout. In de herstelorganisatie zullen de WIA‑uitkeringen worden opgepakt die zijn toegekend in de periode 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 waarbij sprake is van een loonloos tijdvak in de referteperiode van het dagloon. Er zijn echter ook in de periode vóór 1 januari 2020 te corrigeren WIA‑uitkeringen, naar verwachting ongeveer 14.000, waarbij sprake is van een loonloos tijdvak. Die pakt de herstelorganisatie ook op.
-
Inlichtingenplicht en koppeling abonnementenservice arbeidsongeschiktheidswetten (AW): Gebleken is dat de AW‑abonnementenservice, het systeem dat automatisch een signaal genereert zodra voor iemand met een arbeidsongeschiktheidsuitkering een nieuwe inkomstenbron wordt geregistreerd in de polisadministratie, tot maart 2023 geen signaal heeft afgegeven bij deze cliënten. Het gaat om cliënten die daarnaast inkomsten hadden uit een opting‑inconstructie. Dat is een regeling waarbij een opdrachtgever en een opdrachtnemer (bijvoorbeeld een zelfstandige) ervoor kiezen om hun arbeidsrelatie fiscaal te behandelen als een fictieve dienstbetrekking. Dit betekent dat de opdrachtgever loonheffing en premies inhoudt en afdraagt aan de Belastingdienst, ook al is er geen sprake van een regulier dienstverband. Omdat ongeveer 1.600 cliënten die inkomsten niet hebben gemeld, zijn ze ten onrechte niet gekort op de uitkering. Inmiddels zijn de meeste dossiers afgehandeld. Er staan nog ongeveer 450 dossiers open. Iets meer dan de helft hiervan komt ook in de WIA‑herstelactie voor. Die zullen in samenwerking met de herstelorganisatie voor de WIA‑herstelactie worden afgehandeld. Dit gebeurt naar verwachting niet eerder dan de tweede helft van 2026. De dossiers waarbij het recht op uitkering is beëindigd en die tot voor kort nog opgeschort waren, zijn inmiddels in behandeling genomen. Daarnaast zijn er dossiers waarvan moet worden beoordeeld welk deel van de inkomsten de cliënten naast hun uitkering mogen houden. We hebben hiervoor op dit moment echter onvoldoende mensen beschikbaar. We denken erover na over hoe we dit kunnen oplossen.
-
Arbeidsongeschiktheidspensioen: Dit betreft 3.000 cliënten die op basis van een arbeidsongeschiktheidspensioen naast hun WIA‑ of WAO‑uitkering mogelijk onterecht een doorlopende uitkering op basis van de Toeslagenwet ontvangen, soms al gedurende een langere periode. We zijn gestart met het herstel van de uitkeringen van WAO‑cliënten. Wanneer er voor WIA‑cliënten overlap is met de hersteloperatie WIA 2020–2024, dan wordt het herstel van hun uitkeringen hierin meegenomen. Door het terugvorderen van de toeslag kunnen cliënten in financiële problemen komen. Dit vraagt om een individuele beoordeling met een evenredigheidstoets. Bijna 300 dossiers van WAO‑cliënten zijn inmiddels beoordeeld en de resultaten zijn met de betrokken cliënten gedeeld. We verwachten dat we de resterende dossiers eind 2025 hebben afgehandeld.
Naast deze WIA-herstelacties hebben we ook de volgende herstelacties in gang gezet:
-
Toeslag op Ziektewet-uitkering: De registratie van beoordelingen en/of betalingen is niet in alle gevallen afgerond bij vaststelling van het recht op toeslag op grond van de Toeslagenwet in aanvulling op een Ziektewet‑uitkering, toeslag op loon of toeslag op een betaling van een eigenrisicodrager. Hierdoor kreeg de uitkeringsgerechtigde geen toeslag uitgekeerd. Deze systeemfout is ontstaan in 2016. Per 1 september 2024 is de systeemfout hersteld. We willen die dossiers herstellen – conform de UWV Gedragslijn Herstelacties 2024 – met maximaal vijf jaar terugwerkende kracht vanaf het moment dat de systeemfout is hersteld. Uit een impactanalyse is namelijk gebleken dat het niet mogelijk is om met meer dan vijf jaar terugwerkende kracht fouten te herstellen. De belangrijkste reden hiervoor is dat we niet alle benodigde gegevens meer beschikbaar hebben om deze oudere fouten te herstellen. Uitkeringen die gestart zijn in 2024, zijn inmiddels hersteld. Dit heeft geleid tot 251 nabetalingen. We hebben ook de uitkeringen bekeken die tussen 1 september 2019 en 31 december 2023 zijn gestart. De herstelactie is inmiddels bijna afgerond: in augustus zijn vrijwel alle uitkeringen hersteld.
-
Niet correct meegenomen inkomsten bij Ziektewet- en Wet arbeid en zorg (Wazo‑)uitkeringen: Bij een risicogerichte controle is naar voren gekomen dat de inkomstenkorting op Ziektewet‑uitkeringen sinds 2016 niet in alle gevallen goed is afgehandeld, met als gevolg dat inkomsten niet of niet volledig zijn gekort. Het kan zijn dat mensen daardoor te veel of te weinig uitkering hebben ontvangen. Daarnaast blijkt dat onterecht inkomsten zijn gekort op een Wazo‑uitkering. We hebben in maart 2025 een systeemaanpassing gedaan waardoor deze situaties niet meer kunnen voorkomen. Op verzoek van het ministerie van SZW is de peildatum voor de te herstellen cliënten aangepast naar direct voor de start van de herstelactie. Dit leidt ertoe dat we in totaal 593 uitkeringen op juistheid moeten controleren. Het gaat om 203 lopende Ziektewet‑uitkeringen, 378 beëindigde Ziektewet‑uitkeringen en 12 beëindigde Wazo‑uitkeringen. We hebben bijna alle lopende uitkeringen hersteld en in september zijn we begonnen met het herstel van de beëindigde uitkeringen.
-
Herstelactie onverschuldigd betaalde ouderschapsverlofuitkering: Het betaald ouderschapsverlof (BOV) is een verlofregeling sinds augustus 2022, waarmee ouders en/of verzorgers die in loondienst zijn na de geboorte of adoptie van een kind maximaal negen weken ouderschapsverlof kunnen opnemen. UWV betaalt dan 70% van het dagloon. In 2024 bleek dat er cliënten zijn voor wie veel meer dan negen weken BOV is uitbetaald. Het ging om een systeemfout. Het gaat in totaal om 102 cliënten. Van 100 van hen hebben we de uitkering inmiddels hersteld.
Rekening houden met algemene beginselen van behoorlijk bestuur en persoonlijke omstandigheden
UWV wil een publieke dienstverlener zijn die de cliënt centraal stelt en rekening houdt met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de persoonlijke omstandigheden van de cliënt. Uiteindelijk moeten alle UWV‑medewerkers in de dienstverlening die zij bieden rekening kunnen houden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. We organiseren daarom sessies om hen in de toepassing daarvan mee te nemen. Het toepassen van die beginselen leidt voor de medewerker wel tot extra, langdurender en complexere handelingen om tot een besluit te kunnen komen. Dit vraagt om meer capaciteit en extra middelen en/of vereenvoudigde wetgeving. De complexiteit van wet- en regelgeving bemoeilijkt zowel de uitvoerbaarheid als de uitlegbaarheid van onze dienstverlening aan burgers.
Hulp bij geldzorgen
We blijven ons inzetten op het voorkomen en beperken van schulden. Dit doen we onder meer door actief te signaleren of cliënten geldzorgen hebben en door hen indien nodig door te verwijzen naar de gemeentelijke schuldhulpverlening. Sinds 12 mei 2025 hebben cliënten in de beveiligde Mijn UWV‑omgeving inzicht in de bedragen die zij eventueel moeten terugbetalen en hoeveel zij al hebben betaald. Sinds januari 2025 verwijzen we niet alleen cliënten maar ook werkgevers en zzp’ers met (dreigende) financiële problemen door naar het UWV Geldzorgenteam, dat dienstverlening biedt op het gebied van geldzorgen en de werkgever op weg helpt. Omdat het aantal signalen van bezorgde werkgevers dat bij het team binnenkomt blijft stijgen, zetten we meer capaciteit in en adviseren werkgevers preventief.
Dienstverlening Wajong in samenwerking met het CAK en de gemeente
We doen mee aan een pilot van het CAK. Hierin bieden wij een persoonlijke aanpak voor cliënten met een Wajong‑uitkering die langer dan zes maanden geen zorgpremie hebben betaald en zijn overgedragen aan het CAK. We bieden deze kwetsbare cliënten ondersteuning met een persoonlijk gesprek. Eerder voerden we deze pilot samen met het CAK en de gemeente Rotterdam uit. Het UWV Geldzorgenteam benaderde deze cliënten en wees ze op de mogelijkheden om schulden te voorkomen of de schuldenlast te verminderen. De resultaten van de pilot waren zeer positief. Van 43% van de bereikte cliënten is de (hogere) CAK‑premie stopgezet, aan 11% is alsnog een toeslag toegekend en 24% is warm overgedragen aan de gemeente Rotterdam, omdat er sprake was van multiproblematiek (waaronder schulden). Het resultaat is dat 75% van de mensen van wie de CAK‑premie is gestopt geen terugval heeft naar de CAK‑regeling. Deze werkwijze is of wordt ook ingevoerd in de andere G4‑gemeenten (Den Haag, Amsterdam en Utrecht). Zo is de gemeente Den Haag in mei 2025 aangesloten. De resultaten voor die gemeente zijn ook bemoedigend. Van 55% van de bereikte cliënten is de (hogere) CAK‑premie stopgezet, aan 3% is alsnog een toeslag toegekend en 13% is warm overgedragen aan de gemeente Den Haag. De nazorg in de gemeente Den Haag vindt in september plaats. In Den Haag is ook de Dienst Toeslagen aangesloten bij de pilot. In september sluit de gemeente Amsterdam aan en in november volgt de gemeente Utrecht.