Voorwoord
We ondernemen gerichte actie om de kwaliteit van onze dienstverlening te verbeteren …
UWV wil bijdragen aan een samenleving waaraan iedereen kan meedoen. We zijn bezig met de transitie van een meer procesgerichte uitvoeringsorganisatie naar een mensgerichte publieke dienstverlener. In onze dienstverlening gaan we steeds meer uit van wat mensen nodig hebben. Daardoor zien we steeds duidelijker waar onze dienstverlening beter moet. We kijken ook steeds nadrukkelijker naar de kwaliteit van ons handelen en de impact van ons handelen op mensen. Daardoor zien we nu beter en vaker fouten die we maken. Die corrigeren we vervolgens. Maar soms zien we fouten te lang over het hoofd. Recent is duidelijk geworden dat we onvoldoende oog hebben gehad voor de kwaliteit van de berekening van WIA‑uitkeringen, waardoor sinds 2020 mogelijk tienduizenden uitkeringen verkeerd zijn berekend en uitbetaald. We vinden dit bijzonder pijnlijk voor de betrokken cliënten. We doen er alles aan om hun zo snel mogelijk zekerheid te verschaffen. We doen op dit ogenblik nader onderzoek dat uiterlijk in december moet zijn afgerond. Daarna nemen we persoonlijk contact op met alle cliënten die een te hoge of een te lage uitkering hebben gekregen en starten we met het corrigeren van de uitkeringen. We hebben echter niet alleen voor deze cliënten iets recht te zetten. Het is duidelijk dat we structurele verbeteringen moeten aanbrengen om de kwaliteit van onze dienstverlening in den brede te verbeteren, zodat onze cliënten zich gezien, gehoord en geholpen voelen.
… en daarnaast is aanpassing van de huidige complexe wet- en regelgeving nodig
De regels die gelden bij bijvoorbeeld samenloop van uitkeringen, de verrekening van inkomsten en de berekening van uitkeringsbedragen pakken steeds ingewikkelder uit in het huidige tijdsgewricht, waarin veel mensen flexwerken, naast een baan ook als zelfstandige werken of werk en zorgtaken combineren. De ingewikkelde regels zorgen niet alleen voor bestaansonzekerheid bij onze cliënten. Ze zorgen er ook voor dat onze medewerkers steeds meer moeite hebben om hun werk goed en foutloos te doen, wat weer leidt tot correcties en tot onzekerheid bij cliënten. Het is noodzakelijk om deze vicieuze cirkel te doorbreken. We vragen daarvoor regelmatig aandacht en bieden dan tegelijk mogelijke oplossingsrichtingen. Zo pleiten we in onze knelpuntenbrief van juni 2024 onder andere voor het overbodig maken van de Toeslagenwet. Toeslagen zijn bedoeld om uitkeringen die onder het sociaal minimum liggen aan te vullen tot het bestaansminimum. Maar in de praktijk vragen veel cliënten deze toeslagen niet aan, omdat ze er niet bekend mee zijn of vrezen voor terugvorderingen. Om te voorkomen dat deze mensen onder het bestaansminimum terechtkomen, pleiten we ervoor om uitkeringen te verhogen tot het sociaal minimum.
Duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt draagt bij aan bestaanszekerheid
Mensen zijn erbij gebaat als ze duurzaam aan het werk kunnen zijn. Werkgevers hebben al een aantal jaren moeite om personeel te vinden. We zijn ervan overtuigd dat de beste resultaten kunnen worden behaald als publieke en private partijen hun krachten bundelen en samenwerken in regionale Werkcentra, waar iedereen voor hulp terechtkan: werkzoekenden met of zonder uitkering, mensen die van baan willen wisselen en werkgevers die op zoek zijn naar duurzaam inzetbaar personeel. In september opende weer een nieuw Werkcentrum, in de regio Helmond‑De Peel. Later dit jaar volgen nog twee nieuwe Werkcentra in andere regio’s. Met de Werkcentra bouwen we voort op wat we nu al samen met partners doen in de regionale mobiliteitsteams. De tijdelijke regeling die het werk van deze mobiliteitsteams mogelijk maakt, stopt aan het eind van dit jaar. We onderzoeken momenteel hoe we deze dienstverlening in 2025 kunnen voortzetten, tot het moment dat de nieuwe wetgeving die deze aanpak structureel mogelijk maakt in 2026 ingaat.
We vrezen dat cliënten vanaf 2025 weer langer moeten wachten op een beoordeling
We werken hard om zo veel mogelijk sociaal‑medische beoordelingen te verrichten, zodat we mensen zo snel mogelijk duidelijkheid kunnen verschaffen over hun recht op een uitkering. We verwachten nog steeds dat we onze doelstelling dat er eind 2024 geen cliënten meer zijn die langer dan zes maanden moeten wachten op hun WIA‑claimbeoordeling, zullen behalen. Dat is voor een groot deel te danken aan de bereidheid van medewerkers om over te werken en aan de tijdelijke maatregel waarmee we mensen van 60 jaar en ouder nu nog een eenvoudigere WIA‑claimbeoordeling kunnen aanbieden, waardoor we ook andere wachtenden eerder kunnen helpen. De 60‑plusmaatregel vervalt echter per 1 januari 2025. Ook kunnen we niet een beroep blijven doen op de bereidheid van onze medewerkers om over te werken. Daarnaast zullen we volgend jaar een deel van onze schaarse capaciteit nodig hebben voor het corrigeren van de onjuist vastgestelde WIA‑uitkeringen en voor kwaliteitsverbeteringen. Al met al houden we er daarom ernstig rekening mee dat de wachttijden voor sociaal‑medische beoordelingen vanaf 2025 weer veel langer zullen worden.
We hebben oog voor onze medewerkers
De fouten die we soms helaas maken zijn niet alleen uitermate vervelend voor de cliënten die het betreft. De uitgebreide aandacht ervoor in de media zorgt ook voor onrust en onzekerheid bij onze medewerkers. We zijn ons daarvan bewust en vinden het belangrijk dat onze medewerkers zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelen. We zijn hun dankbaar dat ze zich iedere dag weer inzetten om cliënten en werkgevers goede dienstverlening te bieden. We investeren in duidelijke communicatie met hen over wat er mis is gegaan en wat er beter moet. En nemen als organisatie de verantwoordelijkheid die bij ons hoort te liggen en niet bij individuele medewerkers.
Raad van bestuur
Nathalie van Berkel
Maarten Camps, voorzitter
Johanna Hirscher
René Steenvoorden