Samenwerken om te komen tot uitvoerbaar beleid
Kort na de vorming van het nieuwe kabinet zijn de minister en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op werkbezoek geweest bij ons kantoor in Rotterdam. Daar hebben zij kennisgemaakt met onze raad van bestuur en met het werk van UWV in een sociaal‑medisch centrum.
In augustus heeft een delegatie van het Netwerk van Publieke Dienstverleners, onder wie twee leden van onze raad van bestuur, met een delegatie van het kabinet gesproken over onder andere de beoogde samenwerking tussen het kabinet en publieke dienstverleners in de komende kabinetsperiode.
Dilemma’s en knelpunten
In onze Knelpuntenbrief 2024 aan de minister van SZW en de Tweede Kamer hebben we aangegeven waar wetgeving ons in de weg zit om dienstverlening met een menselijke maat te bieden. In de brief maken we onderscheid tussen maatregelen op de lange en op de korte termijn. Het zal nog vijf tot tien jaar duren voordat grote systeemwijzigingen tot zichtbare veranderingen voor onze cliënten leiden. Het is belangrijk om in de tussentijd wetgeving aan te passen om knelpunten op te lossen voor burgers en voor de uitvoerbaarheid van die wet- en regelgeving. Zo stellen we voor de lange termijn voor om de Toeslagenwet overbodig te maken door de hoofdregelingen, zoals de WW en de WIA, op te hogen. De Toeslagenwet is complex voor burgers én UWV. Cliënten maken vaak geen gebruik van de Toeslagenwet, bijvoorbeeld omdat zij de gevolgen hiervan niet kunnen overzien of bang zijn voor terugvorderingen. Terwijl deze wet juist bedoeld is om een financieel kwetsbare groep te voorzien van een inkomen op het sociaal minimum of op het niveau van het laatstverdiende loon (als dat loon lager was dan het sociaal minimum). Voor de korte termijn stellen we voor de Wajong‑uitkering te verhogen, omdat 68% van de Wajong‑gerechtigden die mogelijk wel recht heeft op een UWV‑toeslag daar geen gebruik van maakt. De minister van SZW zal naar verwachting in het late najaar van 2024 een brief aan de Tweede Kamer sturen waarin een verkenning voor vereenvoudiging van de Toeslagenwet is opgenomen. Het verhogen van de hoofduitkeringen is hier onderdeel van.
Verder staan we in de knelpuntenbrief stil bij de enorme complexiteit van het huidige arbeidsongeschiktheidsstelsel en bij de huidige barrières voor publieke dienstverleners om gegevens met elkaar te delen. De knelpuntenbrief is op 4 juni tijdens de Avond van de Publieke Dienstverlening overhandigd aan de Tweede Kamer. In de afgelopen maanden is gewerkt aan oplossingen voor knelpunten die genoemd zijn in de knelpuntenbrief van 2023, zoals beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer via een vaststellingsovereenkomst, waardoor de werknemer daarna geen recht heeft op een Ziektewet‑ of WW‑uitkering, en het ontbreken van de mogelijkheid om bij verblijf in het buitenland calamiteitenverlof voor de WW op te nemen. Ook andere knelpunten pakken we verder op met het ministerie van SZW. We zullen die activiteiten actief monitoren.
Eenvoudigere, uitvoerbare en doenlijke wet- en regelgeving
Om de complexiteit van wetgeving te verminderen, werken we met het ministerie van SZW aan onder andere vereenvoudiging van de WW. Het doel is om deze wet beter te laten aansluiten op de behoeftes van uitkeringsgerechtigden, werkgevers en de uitvoering. Om gesignaleerde knelpunten aan te pakken, worden nu verbeteringen in de WW uitgewerkt in de vorm van beleidsvarianten. Het ministerie van SZW heeft de intentie om de Tweede Kamer in het vierde kwartaal van 2024 te informeren over deze beleidsvarianten.
In onze Knelpuntenbrief 2024 hebben we aandacht gevraagd voor de complexiteit van het verlofstelsel. Daarnaast hebben wij een invoeringstoets op het betaald ouderschapsverlof uitgevoerd, waarbij we ervaringen van ouders en werkgevers met het verlof hebben opgehaald. De resultaten van de invoeringstoets kan het ministerie van SZW benutten voor het bredere vereenvoudigingstraject.
Het stelsel van inkomensondersteuning is erg complex geworden. Door de veelheid aan regelingen, verschillende uitvoerders en ingewikkelde voorwaarden zijn mensen onzeker over hun rechten, plichten en hun inkomsten. Mensen durven door deze onzekerheid ook niet altijd de stap te zetten naar (meer) werk. In het programma Vereenvoudiging inkomensondersteuning voor mensen (VIM) werken we, samen met alle betrokken ministeries en publieke dienstverleners, vanuit het perspectief van de mensen die de regelingen gebruiken aan een plan met varianten en verschillende oplossingen voor een eenvoudigere inkomensondersteuning. Daarnaast worden op korte en middellange termijn diverse domeinoverstijgende knelpunten aangepakt. In de eerste helft van 2024 is de basis gelegd voor de vorming van stelselvarianten. Hiervoor zijn gesprekken gevoerd met onder andere publieke dienstverleners, cliëntenorganisaties en burgers en zijn binnen UWV brainstormsessies gehouden. Deze gesprekken hebben als input gediend voor de eerste aanzetten om te komen tot een verbetering van het stelsel van inkomensondersteuning. Concrete voorstellen worden binnenkort verwacht.
Het is belangrijk dat wetten en regelingen niet alleen technisch uitvoerbaar zijn; ze moeten ook voor iedereen begrijpelijk en doenlijk zijn. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft de overheid een aantal jaren geleden geadviseerd daar meer aandacht aan te besteden. In intensieve samenwerking met de WRR hebben we de doenvermogentoets ontwikkeld. In de eerste acht maanden van 2024 hebben we vijf doenvermogentoetsen uitgevoerd. De inzichten die we bij de toetsen opdoen, gebruiken we bij de beoordeling van de betreffende wetsvoorstellen.