Inkomenszekerheid bieden
Als werken (tijdelijk) niet mogelijk is, dan zorgt UWV voor inkomen. Ons doel is om uitkeringen op tijd vast te stellen en op tijd uit te betalen. Tegelijkertijd blijven we tijdig misbruik signaleren en aanpakken.
In deze paragraaf geven we eerst inzicht in de uitkeringsvolumes van de verschillende wetten. Daarna gaan we in op de juistheid van de uitkeringsverstrekking waarbij we rekening houden met persoonlijke omstandigheden en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Uitkeringsvolumes
In de eerste vier maanden van 2025 kenden we bijna 0,4 miljoen uitkeringen toe, 5% meer dan in de eerste vier maanden van 2024.
Tabel Nieuwe uitkeringen
Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 | % +/- | |||
WW | 99.186 | 93.985 | 6% | ||
Arbeidsongeschiktheidswetten | 25.794 | 26.362 | -2% | ||
WIA | 23.345 | 23.884 | -2% | ||
WGA | 19.079 | 19.413 | -2% | ||
IVA | 4.266 | 4.471 | -5% | ||
WAO | 133 | 145 | -8% | ||
WAZ | 8 | 10 | -20% | ||
Wajong | 2.308 | 2.323 | -1% | ||
Ziektewet | 121.839 | 112.668 | 8% | ||
Wazo | 127.629 | 125.239 | 2% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof werknemers | 43.235 | 44.208 | -2% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof zelfstandigen/beroepsbeoefenaars | 4.076 | 4.415 | -8% | ||
Pleegzorg- en adoptieverlof | 191 | 201 | -5% | ||
Aanvullend geboorteverlof (WIEG) | 27.769 | 26.471 | 5% | ||
Betaald ouderschapsverlof | 52.358 | 49.944 | 5% | ||
Totaal | 374.448 | 358.254 | 5% |
We beëindigden 7% meer uitkeringen dan in de eerste vier maanden van 2024.
Tabel Beëindigde uitkeringen
Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 | % +/- | |||
WW | 89.857 | 84.430 | 6% | ||
Arbeidsongeschiktheidswetten | 22.764 | 16.571 | 37% | ||
WIA | 14.569 | 10.733 | 36% | ||
WGA | 8.325 | 6.767 | 23% | ||
IVA | 6.244 | 3.966 | 57% | ||
WAO | 5.807 | 3.815 | 52% | ||
WAZ | 279 | 180 | 55% | ||
Wajong | 2.109 | 1.843 | 14% | ||
Ziektewet | 127.972 | 116.203 | 10% | ||
Wazo | 94.885 | 96.142 | |||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof werknemers | 41.647 | 41.878 | -1% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof zelfstandigen/beroepsbeoefenaars | 4.044 | 4.130 | -2% | ||
Pleegzorg- en adoptieverlof | 126 | 109 | 16% | ||
Aanvullend geboorteverlof (WIEG) | 16.585 | 19.239 | -14% | ||
Betaald ouderschapsverlof | 32.483 | 30.786 | 6% | ||
Totaal | 335.478 | 313.346 | 7% |
Eind april 2025 ontvingen ruim 1,2 miljoen mensen – korter of langer – een uitkering van ons. We keerden in de eerste vier maanden van 2025 een bedrag van € 9,1 miljard uit, tegenover € 8,4 miljard in de eerste vier maanden van 2024. De oorzaak van die stijging zijn de hogere uitkeringsbedragen en hogere aantallen uitkeringen voor de WIA en WW. We keerden dan ook vooral meer geld uit voor de WIA (€ 0,4 miljard), de WW (€ 0,2 miljard) en de Wajong (€ 0,1 miljard) ten opzichte van de eerste vier maanden van 2024.
Tabel Lopende uitkeringen
Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 | % +/- | |||
WW | 184.166 | 170.335 | 8% | ||
Arbeidsongeschiktheidswetten | 862.388 | 850.786 | 1% | ||
WIA | 463.775 | 436.291 | 6% | ||
WGA | 279.543 | 260.986 | 7% | ||
IVA | 184.232 | 175.305 | 5% | ||
WAO | 146.748 | 162.999 | -10% | ||
WAZ | 4.814 | 5.619 | -14% | ||
Wajong | 247.051 | 245.877 | 0% | ||
Ziektewet | 106.664 | 102.165 | 4% | ||
Wazo | 68.515 | 66.257 | 3% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof werknemers | 36.344 | 36.042 | 1% | ||
Zwangerschaps- en bevallingsverlof zelfstandigen/beroepsbeoefenaars | 3.803 | 4.130 | -8% | ||
Pleegzorg- en adoptieverlof | 60 | 63 | -5% | ||
Aanvullend geboorteverlof (WIEG) | 7.002 | 6.623 | 6% | ||
Betaald ouderschapsverlof | 21.306 | 19.399 | 10% | ||
Totaal | 1.221.733 | 1.189.543 | 3% |
Juistheid
Het is voor cliënten van groot belang dat we de juiste uitkering voor hen vaststellen. Zij zijn voor hun inkomen van ons afhankelijk. In verreweg de meeste gevallen nemen we de juiste beslissing, maar medio 2024 werd duidelijk dat in de periode 2020–2024 mogelijk tienduizenden WIA‑uitkeringen niet juist zijn vastgesteld. We hebben fouten gemaakt bij de zogeheten dagloonberekening. Die berekening bepaalt de hoogte van de WIA‑uitkering. We vinden dit bijzonder pijnlijk voor de betrokken cliënten, die vaak in een kwetsbare positie zitten. We doen er alles aan om de WIA‑uitkeringen die te hoog of te laag zijn vastgesteld zorgvuldig en voortvarend te herstellen (zie verder hierna onder het kopje WIA).
Helaas is in enkele gevallen ook gebleken dat het maatmanloon onjuist is vastgesteld. Het maatmaninkomen is het bedrag dat iemand zou hebben verdiend als er geen sprake zou zijn van ziekte en dat wordt gebruikt voor de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage. Uit kwaliteitsonderzoeken is gebleken dat er in het arbeidsdeskundig onderzoek veel bevindingen zijn op de onderdelen maatman (functie en omvang) en het bijbehorende maatmaninkomen. Vaak is er onvoldoende onderbouwing van gemaakte keuzes, is er onvoldoende onderzoek bij werkgever en/of werknemer gedaan en in enkele gevallen zijn maatmanlonen dus onjuist vastgesteld. UWV heeft daarom in overleg met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de volgende maatregelen afgesproken:
-
We passen vanaf 15 april bij het vaststellen van het maatmanloon altijd het vierogenprincipe toe.
-
De professional krijgt in het rapportagesysteem voortaan extra ondersteuning om het maatmanloon correct vast te stellen.
-
We zetten in op het zoveel mogelijk fysiek spreken van de cliënt bij een WIA‑beoordeling. Dit geeft betere mogelijkheden om de berekening van het maatmanloon met de cliënt te bespreken.
-
Bij een herleving of herbeoordeling zullen we altijd de berekening van het maatmanloon controleren en waar nodig corrigeren.
-
We zullen het maatmanloon beoordelen bij de overgang van de loongerelateerde uitkering naar de vervolguitkering. Zo willen we fouten herstellen voordat ze invloed hebben op de hoogte van de uitkering.
Daarnaast verbeteren we structureel ons kwaliteitsmanagementsysteem en de kwaliteitscontroles UWV‑breed en in het bijzonder binnen ons organisatieonderdeel Sociaal‑medische zaken (SMZ). Bij deze verbeterslag zullen we gebruikmaken van de uitkomsten van het onderzoek dat de Algemene Rekenkamer op verzoek van de minister van SZW uitvoert en van het externe onderzoek dat we zelf laten uitvoeren naar de werking van ons kwaliteitsmanagementsysteem. We verwachten de rapportage van de Algemene Rekenkamer in oktober en die van het externe onderzoek nog voor de zomer.
WIA
Naar aanleiding van de geconstateerde fouten in de vaststelling van WIA-uitkeringen hebben we een verbeteraanpak opgesteld. Daarin staat wat we gaan doen om de fouten te herstellen en de kwaliteit van onze sociaal-medische dienstverlening te verbeteren. Voor de verdere uitwerking van onze aanpak zijn we in gesprek met cliënten, vakbonden en andere belanghebbenden. Ook houden we rekening met opgedane inzichten van recente herstelacties bij andere publieke dienstverleners en de aanbevelingen van onderzoekscommissies. Belangrijk voor de cliënt is onder andere het keteneffect van een nabetaling. Dit betekent dat een verandering bij één instantie, zoals een nabetaling van een uitkering, er bij andere organisaties toe kan leiden dat de cliënt bijvoorbeeld toeslagen moet terugbetalen, met mogelijk financiële problemen tot gevolg. Bij ketenorganisaties gaat het bijvoorbeeld om de Belastingdienst, de Dienst Toeslagen, pensioenuitvoerders, de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het CAK en werkgevers. Met die organisaties en de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Financiën zijn we in gesprek om tot een aanpak te komen en het keteneffect voor cliënten zo klein mogelijk te maken.
We beginnen met het herstellen van de lopende uitkeringen die zijn toegekend in de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024. Een correctie voor deze groep is nodig, omdat in die periode significant meer fouten zijn gemaakt dan in jaren daarvoor. Steekproeven wijzen uit dat de dagloonberekening daarbij de meest voorkomende fout was en de mogelijke financiële gevolgen voor de cliënt zijn hierbij structureel. Het foutpercentage lag vóór 2020 lager, en fouten werden vaker opgespoord en hersteld. Vervolgens gaan we bekijken hoe we met de uitkeringen kunnen omgaan die toegekend én beëindigd zijn in de periode van 2020 tot en met 2024.
Bij nadere analyse op basis van bestandsvergelijkingen hebben we vastgesteld bij welke cliënten misschien een te hoog of te laag dagloon is vastgesteld. We gaan de dossiers van circa 43.000 mensen handmatig controleren op fouten in de dagloonberekening. Ons uitgangspunt bij de correctie is dat cliënten recht hebben op nabetaling van het bedrag dat ze de afgelopen jaren te weinig hebben ontvangen, plus de wettelijk verschuldigde rente. Daarnaast vorderen we het bedrag van te veel ontvangen uitkering niet terug, als de betrokkene te goeder trouw is.
Daarnaast corrigeren we in vier andere herstelacties een groep van ruim 28.000 dossiers van mensen met een lopende WIA‑uitkering die is vastgesteld in de periode van 2020 tot en met 2024, met name vanwege gerechtelijke uitspraken (zie hierna onder het kopje Correcties na gerechtelijke uitspraken of na fouten in de uitvoering). Ook in deze dossiers kunnen dagloonfouten zitten. Die nemen we dan mee bij de berekening van het nieuwe dagloon.
In maart zijn we gestart met onze lerende aanpak. We zijn begonnen met het controleren op dagloonfouten bij ongeveer twintig cliënten. Die controle is inmiddels afgerond. Ook hebben we voor een aantal cliënten informatie opgevraagd bij de werkgever of Dienst Toeslagen. Aan de hand van de bevindingen verbeteren we onze aanpak en het proces, net als de communicatie met onze cliënten. Het doel was om een beeld te krijgen van de mogelijke uitkomsten van de dagloonherberekeningen en de mogelijke effecten daarvan in de keten, en daarvan te leren voor het vervolg van de herstelactie.
Correcties na gerechtelijke uitspraken of na fouten in de uitvoering
Soms doen zich bijzondere situaties voor, waarin grotere groepen mensen te veel of te weinig uitkering hebben ontvangen. We zijn ons ervan bewust dat dat vervelende gevolgen kan hebben voor de betrokken cliënt. We bekijken dan gericht wat we concreet voor iemand kunnen betekenen. En wat we ervan kunnen leren om herhaling te voorkomen. In de situatie waarbij er te veel uitkering is betaald, geeft de wet aan dat UWV het te veel betaalde bedrag moet terugvorderen, tenzij er sprake is van een dringende reden. Tot april 2024 mocht UWV alleen in een uitzonderlijke situatie geheel of gedeeltelijk afzien van een terugvordering. Op grond van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) over dringende redenen hebben we voortaan meer ruimte om de menselijke maat toe te passen bij het herzien en terugvorderen van uitkeringen. We kunnen nu met een zogeheten evenredigheidstoets een belangenafweging maken tussen het belang van de overheid en het belang van de cliënt, waarbij we ook de oorzaak van de terugvordering en de persoonlijke situatie van de cliënt kunnen meewegen. Sinds 1 januari 2025 heeft UWV daarnaast meer ruimte om langere betalingsregelingen af te spreken met cliënten en om daarbij rekening te houden met hun persoonlijke omstandigheden. De aanpassingen zijn geïmplementeerd in onze dienstverlening aan cliënten.
We hebben in 2024 de volgende herstelacties in gang gezet:
-
Indexering WIA‑daglonen: Uit interne analyses is gebleken dat er op diverse indexeringsmomenten (1 januari of 1 juli van een jaar) fouten zijn gemaakt, waardoor cliënten te weinig uitkering hebben ontvangen doordat de juiste indexering niet is toegepast. In het verleden heeft er al herstel plaatsgevonden, maar daarin zijn nog niet alle indexeringsmomenten gecontroleerd. Het gaat om 2.650 dossiers. Daarnaast maken we een breder plan van aanpak voor controle en herstel van de WIA‑dagloonindexering.
-
Loonloze tijdvakken bij WIA‑daglonen: De CRvB deed in november 2023 en juli 2024 uitspraken over het dagloon dat ten grondslag ligt aan een WIA-uitkering. Bij cliënten die in de WIA komen, kan er in de periode waarover wij het loon bepalen en waarover een werknemer belastingen en sociale premies betaalt (de zogenoemde referteperiode) sprake zijn van een tijdvak zonder loon. Indien een dergelijk loonloos tijdvak is ontstaan door de betalingssystematiek van bijvoorbeeld de WW-uitkering, dan moet het WIA‑dagloon op basis van de uitspraken van de CRvB worden aangepast. De uitspraken leiden ertoe dat het dagloon van de lopende WIA‑uitkeringen vanaf de datum van de uitspraak (november 2023 of juli 2024) ambtshalve wordt aangepast. Er is dus geen sprake van een foute uitvoering van de uitvoeringswetten door UWV. Er moeten ongeveer 45.000 lopende WIA‑uitkeringen worden gecontroleerd en mogelijk gecorrigeerd. Sinds de uitspraken van de CRvB passen we de nieuwe dagloonberekening toe op nieuwe WIA-toekenningen en bij cliënten die op de datum van de uitspraak in een bezwaar- of beroepsprocedure zaten. Het herstellen van de loonloze tijdvakken, en waar van toepassing in samenhang met een WIA‑dagloonfout, wordt door de herstelorganisatie uitgevoerd. In de herstelorganisatie zullen de WIA‑uitkeringen worden opgepakt die zijn toegekend in de periode 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 waarbij sprake is van een loonloos tijdvak in de referteperiode van het dagloon. Er zijn echter ook in de periode vóór 1 januari 2020 naar verwachting ongeveer 14.000 te corrigeren WIA‑uitkeringen waarbij sprake is van een loonloos tijdvak. Die worden ook door de herstelorganisatie opgepakt.
-
Inlichtingenplicht en koppeling abonnementenservice arbeidsongeschiktheidswetten (AW): Gebleken is dat de AW‑abonnementenservice, het systeem dat automatisch een signaal genereert zodra voor iemand met een arbeidsongeschiktheidsuitkering een nieuwe inkomstenbron wordt geregistreerd in de polisadministratie, tot maart 2023 geen signaal heeft afgegeven bij deze cliënten, die daarnaast inkomsten hadden uit een opting-inconstructie. Deze constructie wordt vaak gebruikt bij inkomsten uit zorgtaken via een persoonsgebonden budget (pgb). Omdat ongeveer 1.600 cliënten die inkomsten niet hebben gemeld, zijn ze ten onrechte niet gekort op de uitkering. Alle ruim 1.000 dossiers die konden worden afgehandeld, zijn inmiddels afgehandeld. Hierbij is in totaal bijna € 6,5 miljoen teruggevorderd. Dankzij de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in april 2024 kon het proces met meer oog voor de menselijke maat worden ingericht. Waar normaal schriftelijk wordt gecommuniceerd over terugvorderingen, is nu bewust gekozen voor een proactieve benadering. Cliënten ontvangen vooraf een brief waarin het voornemen tot terugvordering wordt aangekondigd, samen met de mededeling dat UWV contact met hen zal opnemen. Bovendien worden zij gebeld voordat zij een formeel besluit ontvangen. De afhandeling van de resterende 600 dossiers staat nog grotendeels ‘on hold’. Zo zijn er ongeveer 300 van die dossiers die ook in de WIA-herstelactie voorkomen. Er wordt gekeken naar mogelijkheden om deze dossiers te kunnen afhandelen.
-
Arbeidsongeschiktheidspensioen: Dit betreft 3.000 cliënten die op basis van een arbeidsongeschiktheidspensioen naast hun WIA‑ of WAO‑uitkering mogelijk onterecht een doorlopende uitkering op basis van de Toeslagenwet ontvangen, soms al gedurende een langere periode. We zijn gestart met het herstel van de uitkeringen van WAO‑cliënten. Wanneer er voor WIA‑cliënten overlap is met de hersteloperatie WIA 2020–2024, dan wordt het herstel van hun uitkeringen hierin meegenomen. Door het terugvorderen van de toeslag kunnen cliënten in financiële problemen komen. Dit vraagt om een individuele beoordeling met een evenredigheidstoets. Bijna 300 dossiers van WAO‑cliënten zijn inmiddels beoordeeld en de resultaten zijn met de betrokken cliënten gedeeld.
Naast deze WIA-herstelacties hebben we ook de volgende herstelacties in gang gezet:
-
WW‑herstelactie na stopzetting risicoscan Verblijf buiten Nederland: De risicoscan Verblijf buiten Nederland maakte in de periode van mei 2019 tot februari 2023 gebruik van locatiegegevens die werden verzameld via cookies op een manier die niet is toegestaan. In november 2023 hebben we besloten om die zaken te herzien: voor ruim 1.000 mensen met een WW-uitkering die een boete, waarschuwing of terugvordering kregen naar aanleiding van de risicoscan, is dit teruggedraaid of ingetrokken. Deze actie is inmiddels afgerond.
-
Toeslag op Ziektewet‑uitkering: De registratie van beoordelingen en/of betalingen is niet in alle gevallen afgerond bij vaststelling van het recht op toeslag op grond van de Toeslagenwet in aanvulling op een Ziektewet‑uitkering, toeslag op loon of toeslag op een betaling van een eigenrisicodrager. Hierdoor kreeg de uitkeringsgerechtigde geen toeslag uitgekeerd. Deze systeemfout is ontstaan in 2016. Per 1 september 2024 is de systeemfout hersteld. We willen die dossiers herstellen – conform de UWV Gedragslijn Herstelacties 2024 – met maximaal vijf jaar terugwerkende kracht vanaf het moment dat de systeemfout is hersteld. Uit een impactanalyse is gebleken dat het niet mogelijk is om met meer dan vijf jaar terugwerkende kracht fouten te herstellen. De belangrijkste reden hiervoor is dat we niet alle benodigde gegevens meer beschikbaar hebben om deze oudere fouten te herstellen. Uitkeringen die gestart zijn in 2024, zijn inmiddels hersteld. Dit heeft geleid tot 251 nabetalingen. In de loop van 2025 bekijken we de uitkeringen die tussen 1 september 2019 en 31 december 2023 zijn gestart. We verwachten dat over die periode bijna 1.350 cliënten alsnog recht zullen hebben op een betaling van een toeslag op grond van de Toeslagenwet.
-
Niet correct meegenomen inkomsten bij Ziektewet- en Wazo-uitkeringen: Bij een risicogerichte controle is naar voren gekomen dat de inkomstenkorting op Ziektewet‑uitkeringen sinds 2016 niet in alle gevallen goed is afgehandeld, met als gevolg dat inkomsten niet of niet volledig zijn gekort. Het kan zijn dat mensen daardoor te veel of te weinig uitkering hebben ontvangen. Daarnaast blijkt dat onterecht inkomsten zijn gekort op een Wazo‑uitkering. We hebben in maart 2025 een systeemaanpassing gedaan waardoor deze situaties niet meer kunnen voorkomen. We zijn gereed om de herstelwerkzaamheden uit te voeren voor de ongeveer 3.000 lopende Ziektewet- en Wazo‑uitkeringen. Daarnaast zijn er beëindigde uitkeringen waar mogelijk inkomsten niet of niet definitief zijn verrekend. In overleg met het ministerie van SZW bezien we nog hoe om te gaan met al afgesloten uitkeringen; in principe worden beëindigde uitkeringen niet bekeken in herstelacties.
-
Herstelactie onverschuldigd betaalde ouderschapsverlofuitkering: Het betaald ouderschapsverlof (BOV) is een verlofregeling sinds augustus 2022, waarmee ouders en/of verzorgers die in loondienst zijn, na de geboorte of adoptie van een kind, maximaal negen weken ouderschapsverlof kunnen opnemen. UWV betaalt dan 70% van het dagloon. In 2024 bleek dat er cliënten zijn voor wie veel meer dan negen weken BOV is uitbetaald. Het ging om een systeemfout. Het gaat in totaal om 102 dossiers, die worden hersteld. Een aantal werkgevers heeft extra informatie gevraagd; hierover lopen nog telefonische contacten. De overige onverschuldigd betaalde bedragen zijn teruggevorderd bij de (ex-)werkgevers. De planning is om dit in juni af te ronden.
Rekening houden met algemene beginselen van
behoorlijk bestuur en persoonlijke omstandigheden
UWV wil een publieke dienstverlener zijn die de burger centraal stelt en rekening houdt met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de persoonlijke omstandigheden van de cliënt. We voelen ons hierin gesteund door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep dat UWV bij ‘dringende redenen’ de mogelijkheid heeft om coulanter op te treden en door het wetsvoorstel Versterking waarborgfunctie Algemene wet bestuursrecht, waarin onder andere is opgenomen dat er meer ruimte komt om een wet of regel niet strikt toe te passen als mensen daardoor onevenredig hard getroffen zouden worden en het doel van de regeling ook op een andere manier kan worden bereikt. Hetzelfde geldt voor ‘het recht op vergissen in de sociale zekerheid’, dat wordt genoemd in het regeerprogramma.
Uiteindelijk moeten alle UWV‑medewerkers in de dienstverlening die zij bieden rekening kunnen houden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. We organiseren daarom sessies om hen in de toepassing daarvan mee te nemen. Het toepassen van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur leidt voor de medewerker wel tot extra, langer durende en complexere handelingen om tot een besluit te kunnen komen. Dit vraagt om meer capaciteit en extra middelen en/of vereenvoudigde wetgeving. De complexiteit van wet- en regelgeving bemoeilijkt zowel de uitvoerbaarheid als de uitlegbaarheid van onze dienstverlening aan burgers.
Expertiseteams
Om daadwerkelijk meer rekening te kunnen houden met algemene beginselen van behoorlijk bestuur en met de persoonlijke omstandigheden van de cliënt, zijn we op al onze vestigingen gaan werken met multidisciplinaire expertiseteams die individuele casuïstiek beoordelen en die nauw contact hebben met de betrokken cliënten. We werken daarbij met een lerende aanpak. Dat houdt in dat we niet alleen concrete casuïstiek oplossen, maar ook gestructureerd en gecontroleerd ervaringen en praktijkvoorbeelden ophalen en de rode draden daaruit opnemen in (aanvullend) beleid en werkinstructies. Ook is er een Landelijk Expertise Team ingericht om bij ingewikkelde praktijkvoorbeelden te adviseren én te leren hoe de belangenafwegingstoets aan dringende redenen in de praktijk vorm krijgt.
Hulp bij geldzorgen
We blijven ons inzetten op het voorkomen en beperken van schulden. Dit doen we onder meer door actief te signaleren of cliënten geldzorgen hebben en door hen indien nodig door te verwijzen naar de gemeentelijke schuldhulpverlening. De werkwijze die we hiervoor in 2020 hebben ingevoerd, gaan we in 2025 evalueren. Met het project Online Dienstverlening Invorderen maken we in 2025 een start met het inzichtelijk maken van vorderingen. Sinds 12 mei 2025 hebben cliënten in de beveiligde Mijn UWV‑omgeving inzicht in de bedragen die zij moeten terugbetalen en hoeveel zij al hebben betaald. Na de uitgevoerde herijking van het uitvoeringsprogramma Grip op Schulden richten we ons de komende tijd met dit programma vooral op preventie, het wegnemen van financiële zorgen als belemmering voor re‑integratie en de inzet van data om onze dienstverlening te verbeteren.
Sinds januari 2025 verwijzen we ook werkgevers en zzp’ers met (dreigende) financiële problemen door naar het UWV Geldzorgenteam dat dienstverlening biedt op het gebied van geldzorgen en de werkgever op weg helpt.
Dienstverlening Wajong in samenwerking met het CAK en de gemeente
We doen mee aan een pilot van het CAK. Hierin bieden wij een persoonlijke aanpak voor cliënten met een Wajong‑uitkering die langer dan zes maanden geen zorgpremie hebben betaald en zijn overgedragen aan het CAK. We bieden deze kwetsbare cliënten ondersteuning met een persoonlijk gesprek. Eerder voerden we deze pilot samen met het CAK en de gemeente Rotterdam uit. Het UWV Geldzorgenteam benaderde deze cliënten en wees ze op de mogelijkheden om schulden te voorkomen of de schuldenlast te verminderen. De resultaten van de pilot waren zeer positief. Voor 43% van de bereikte cliënten is de (hogere) CAK‑premie stopgezet, voor 15% is alsnog een toeslag toegekend en 29% is warm overgedragen aan de gemeente Rotterdam, omdat er sprake was van multiproblematiek (waaronder schulden). Deze werkwijze wordt ingevoerd in alle G4‑gemeenten (Rotterdam, Den Haag, Amsterdam en Utrecht). In mei 2025 wordt de gemeente Den Haag aangesloten, in juni de gemeente Amsterdam en in oktober de gemeente Utrecht.
Maatwerk in bijzondere situaties
Soms doen zich bijzondere situaties voor waarin grotere groepen mensen de dupe lijken te worden van onbedoelde effecten van wet‑ of regelgeving of van nalatig handelen van UWV. Voor die groepen passen we dan maatwerk toe. Hieronder gaan we in op de actuele situatie van een aantal van deze zaken.
Reduceren en voorkomen van fouten bij samenloop
Bij samenloop van regelingen, waarbij mensen tegelijkertijd meerdere uitkeringen ontvangen, gaat het maandelijks om ruim 90.000 uitkeringen van ruim 40.000 cliënten. Er zijn meer dan 150 mogelijke situaties waarbij samenloop kan ontstaan. Omdat er bij samenloop een groot risico bestaat dat er onjuiste uitkeringen worden verstrekt en dat de cliënt vervolgens het te veel uitbetaalde moet terugbetalen, zijn we een landelijk project gestart. Hierbij ligt de focus op de volgende thema’s:
-
Het inrichten van geautomatiseerde signalering: Hierdoor worden samenloopsituaties beter en sneller onderkend en worden die voor de cliënt op de juiste wijze afgehandeld zodat die het juiste uitkeringsbedrag ontvangt en we terugvorderingen en verrekeningen zoveel mogelijk voorkomen. Het realiseren van de signalering van samenloop van Ziektewet en WW is iets vertraagd. Met ingang van 1 januari 2025 is circa 98% van de geautomatiseerde signalering doorgevoerd.
-
Het inrichten van de organisatie om beter op samenloop te kunnen sturen: We hebben een inrichtingsvoorstel vastgesteld om samenloopteams samen te stellen die een uniforme werkwijze gaan hanteren. Dit voorstel willen we in de tweede helft van 2025 implementeren.
-
Het ontwikkelen van opleidingen: Om de kennis van alle betrokken medewerkers over samenloop te vergroten is een e‑learning ontwikkeld. Inmiddels heeft zo’n 90% van de medewerkers binnen ons organisatieonderdeel Uitkeren die e‑learning gevolgd en deze is opgenomen in het opleidingsaanbod voor nieuwe medewerkers.
-
Het verbeteren van handboeken en processen: Om medewerkers beter te ondersteunen is ruim 80% van de meest voorkomende processen van samenloop beschreven en eenvoudig beschikbaar, is er een organisatieonderdeeloverstijgende informatiepagina en zijn er ruim 100 aangepaste en nieuwe werkinstructies. Dit draagt ertoe bij dat medewerkers samenloop beter kunnen onderkennen en beoordelen.
-
Het uniformeren van de samenloopteams: Samenloopsituaties kunnen dusdanig complex zijn dat specialistische kennis is vereist. Daarom zullen vanaf 1 juni 2025 alle samenloopteams uniform worden ingericht.