Voorzieningen en re-integratiediensten
We vinden het belangrijk dat mensen met een beperking met werk aan de samenleving kunnen deelnemen en aan het werk kunnen blijven. We ondersteunen hen met voorzieningen en re‑integratiedienstverlening.
We verlenen werkvoorzieningen aan werknemers en werkgevers, onderwijsvoorzieningen aan mensen met een beperking en tolkvoorzieningen voor op het werk, in het onderwijs en in het dagelijkse leven. De inzet van voorzieningen zorgt ervoor dat voor mensen met een beperking drempels worden weggenomen, waardoor zij net als ieder ander kunnen deelnemen aan werk en onderwijs. Dit draagt bij aan hun zelfstandigheid en welzijn, en sluit aan bij het VN‑verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
Inzet van voorzieningen
We verstrekken hulpmiddelen die ervoor zorgen dat mensen met een beperking hun werk goed kunnen (blijven) doen, onderwijs kunnen volgen of goed kunnen functioneren in hun dagelijks leven. UWV verstrekt de voorzieningen voor werk en onderwijs. Het kan gaan om meeneembare voorzieningen (zoals een brailleleesregel of een aangepast bureau), vervoersvoorzieningen (zoals de aanpassing van een auto) en intermediaire voorzieningen (zoals een gebarentolk of een voorleeshulp). Sinds 1 januari 2024 kunnen ook mensen met een visuele beperking die onder de Participatiewet vallen een werkvoorziening bij ons aanvragen; daarnaast kunnen gemeenten hiervoor een aanvraag doen namens inwoners. Het gaat daarbij tot nu toe nog om beperkte aantallen. Verder verstrekken we tolkvoorzieningen voor werk, onderwijs en het dagelijks leven. Hiermee is UWV het centrale loket voor mensen met een auditieve beperking en organisaties die tolkuren aanvragen. In de eerste vier maanden van 2025 is 94% van de aanvragen voor voorzieningen tijdig – binnen acht weken – afgehandeld. Dat is boven de met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) afgesproken norm van 90%.
De meeste werkvoorzieningen verstrekken we aan individuele werknemers, maar we verstrekken ook voorzieningen aan werkgevers. Daarmee kunnen ze arbeidsplekken geschikt maken voor mensen met een beperking of voor adequate begeleiding zorgen. In de eerste vier maanden van 2025 hebben we minder werkvoorzieningen toegekend dan in de eerste vier maanden van 2024.
Op basis van het in oktober 2023 verschenen onderzoek Jobcoaching onder de loep hebben we verschillende wijzigingen doorgevoerd om het instrument jobcoaching te moderniseren. De belangrijkste beleidswijzigingen, die per 1 januari 2025 zijn ingegaan, zijn dat jobcoaching kan worden ingezet bij kleinere contracten en dat bij een naderend baaneinde de jobcoach de werknemer mag begeleiden naar ander werk. Zo wil UWV meer mensen aan het werk krijgen en houden. Tegelijkertijd hebben we onze interne en externe communicatie over de mogelijkheid om jobcoaching in te zetten, uitgebreid. Tot slot is een deel van de formulierenstroom vereenvoudigd, net als het taalgebruik in de formulieren. UWV werkt continu aan het eenvoudiger maken van processen. Die wijzigingen hebben nog niet tot een toename van de inzet van jobcoaching geleid. Daarnaast hebben we in het jaarverslag 2024 benoemd te gaan verkennen of UWV en gemeenten kunnen harmoniseren op onderdelen van het instrument jobcoaching. Hieruit is gebleken dat vervolgstappen voor harmonisatie van jobcoaching binnen een decentraal stelsel voor voorzieningen een andere aanpak vereist. UWV overlegt met het ministerie van SZW en gemeenten wat een logische vervolgstap is.
We hebben minder loondispensaties toegekend dan in de eerste vier maanden van 2025, doordat we minder Wajongers aan werk hebben geholpen en we loondispensatie steeds vaker voor een langere periode (maximaal vijf jaar) inzetten. We kenden meer vervoersvoorzieningen toe dan in de eerste vier maanden van 2025. Dit heeft twee oorzaken: eind 2023 werden veel voorzieningen toegekend met een startdatum in 2024 en door het nieuwe inkoopkader voor taxivervoer worden de meeste vervoersvoorzieningen van 2025 in de eerste helft van 2025 toegekend.
Tabel Aantal ingezette werkvoorzieningen naar soort
Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 | |
Werknemersvoorzieningen* | 8.794 | 9.127 |
Intermediaire voorzieningen | 465 | 466 |
Externe jobcoach | 4.295 | 4.733 |
Meeneembare voorzieningen | 2.079 | 2.136 |
Starterskrediet | 3 | 1 |
Vervoersvoorzieningen | 1.952 | 1.791 |
Werkgeversvoorzieningen | 2.603 | 2.895 |
Interne jobcoach | 505 | 465 |
Loondispensatie | 2.057 | 2.381 |
Overige werkgeversvoorzieningen | 41 | 49 |
Totaal | 11.397 | 12.022 |
- * Inclusief voorzieningen voor zelfstandigen en werkzoekenden.
De uitgaven voor werkvoorzieningen zijn in de eerste vier maanden van 2025 vrijwel gelijk aan de eerste vier maanden van 2024. Enerzijds was er een stijging door de indexatie van de tarieven en namen de kosten bij interne jobcoaching toe, vooral door een stijging van het aantal trajecten. Anderzijds nam het aantal trajecten voor een externe jobcoach af.
Tabel Uitgaven voor werkvoorzieningen
Bedragen x € 1 miljoen | Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 |
Externe jobcoach | 10,9 | 11,5 |
Interne jobcoach | 1,4 | 1,1 |
Intermediaire voorzieningen | 3,5 | 3,4 |
Meeneembare voorzieningen | 3,2 | 3,2 |
Vervoersvoorzieningen | 9,6 | 9,3 |
Overig (werkgever) | 0,4 | 0,4 |
Totaal | 29,0 | 28,9 |
In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verstrekt UWV ook onderwijsvoorzieningen die ervoor zorgen dat mensen met een beperking onderwijs kunnen volgen. In de eerste vier maanden van 2025 hebben we meer onderwijsvoorzieningen toegekend dan in de eerste vier maanden van 2024. Dit komt vooral door het moment van continueren van de intermediaire en vervoersvoorzieningen.
Tabel Aantal ingezette onderwijsvoorzieningen
Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 | |
Intermediaire voorzieningen | 643 | 535 |
Meeneembare voorzieningen | 740 | 758 |
Vervoersvoorzieningen | 384 | 248 |
Totaal | 1.767 | 1.541 |
De uitgaven voor de onderwijsvoorzieningen waren in de eerste vier maanden van 2025 hoger dan in de eerste vier maanden van 2024. Dit komt enerzijds doordat de tolktarieven met ruim 8% zijn gestegen en anderzijds doordat het aantal uren tolkinzet met 1,6% is gestegen. Bij de meeneembare voorzieningen zijn de kosten lager dan in de eerste vier maanden van 2024. Bij vervoersvoorzieningen is er meer inzet van de meerkostenreferentie auto en het gebruik van de taxivoorziening.
Tabel Uitgaven voor onderwijsvoorzieningen
Bedragen x € 1 miljoen | Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 |
Intermediaire voorzieningen | 6,6 | 6,0 |
Meeneembare voorzieningen | 0,9 | 1,0 |
Vervoersvoorzieningen | 4,7 | 4,1 |
Totaal voor de cliënt | 12,2 | 11,1 |
Uitvoeringskosten | 0,8 | 0,7 |
Totaal | 13,0 | 11,8 |
Tolkvoorzieningen kunnen worden ingezet als werkvoorziening en als onderwijsvoorziening. UWV verzorgt daarnaast ook de tolkvoorzieningen voor in het dagelijks leven. In de eerste vier maanden van 2025 kenden we veel minder tolkvoorzieningen toe voor in het dagelijks leven dan in de eerste vier maanden van 2024. Dit komt vooral doordat we in 2025 later zijn begonnen met het continueren van de toekenningen. Cliënten konden intussen wel de tolkvoorziening gebruiken.
Tabel Ingezette tolkvoorzieningen voor in het dagelijks leven
Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 | |
Intermediaire voorzieningen verstrekt aan cliënten | 341 | 2.559 |
Intermediaire voorzieningen verstrekt aan organisaties | 92 | 89 |
Totaal | 433 | 2.648 |
We hebben meer uitgegeven aan tolkvoorzieningen dan in de eerste vier maanden van 2024. Dit komt vooral door een hoger aantal tolkuren (7% meer) en in mindere mate door de indexering van de normbedragen.
Tabel Uitgaven voor tolkvoorzieningen voor in het dagelijks leven
Bedragen x € 1 miljoen | Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 |
Intermediaire voorzieningen | 6,0 | 5,3 |
Uitvoeringskosten | 0,3 | 0,3 |
Totaal | 6,3 | 5,6 |
Bij controles op de verstrekking van tolkvoorzieningen voor in het dagelijks leven zijn er in 2023 en 2024 onzekerheden vastgesteld bij de toekenning van extra maatwerkuren. We hebben diverse verbeteracties in gang gezet om deze onzekerheden te minimaliseren. In 2025 doen we steekproeven en bespreken we de belangrijkste bevindingen in de teams. Ook leggen we in 2025 meer nadruk op individuele coaching van medewerkers. De maatregelen hebben nog niet tot meetbare resultaten geleid.
In 2024 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) meerdere zogenoemde versnellingskamers georganiseerd over de herinrichting van het leefdomein. Hierbij waren UWV en diverse belangengroepen van tolkgebruikers en tolken aanwezig. Op dit moment brengt het ministerie van VWS samen met UWV de mogelijke gevolgen van deze aanpassingen voor wetgeving, de uitvoering en financiën in kaart. De mogelijke aanpassingen binnen het leefdomein zijn in april met de belangengroepen besproken. Een tweede bespreking volgt in de zomer van 2025. Afhankelijk van deze bespreking en de benodigde wettelijke aanpassing wordt het vervolgtraject bepaald.
Inzet van re‑integratiediensten
UWV koopt voor mensen met een Ziektewet‑ of arbeidsongeschiktheidsuitkering re‑integratiedienstverlening in. Dit is maatwerk waarbij voor elke cliënt kan worden gekozen uit een ruim palet van re‑integratie‑instrumenten variërend van activering, aanbodversterking (inclusief scholing) tot dienstverlening gericht op het verkrijgen van werk. Ook de inzet van een traject op basis van de methodiek Individuele plaatsing en steun (IPS) is mogelijk. Die trajecten zijn bedoeld voor uitkeringsgerechtigden met ernstige psychische aandoeningen (IPS_EPA). Daarnaast kopen we IPS‑trajecten in voor mensen met veelvoorkomende psychische stoornissen (common mental disorder ofwel IPS_CMD).
In het vierde kwartaal van 2024 heeft UWV het product Werkbehoud geïntroduceerd. Met deze dienst kunnen cliënten die in loondienst of als zelfstandige werken kortdurend en intensief worden begeleid om uitval te voorkomen. Hiermee is het een instrument binnen de preventieve dienstverlening die UWV biedt.
In de eerste vier maanden van 2025 hebben we meer re‑integratiediensten ingekocht voor mensen met een Ziektewet‑ of arbeidsongeschiktheidsuitkering dan in dezelfde periode in 2024. Dit komt vooral door de intensivering van de dienstverlening voor deze cliënten. Daarnaast kunnen we sinds 1 januari 2025 re‑integratiedienstverlening inkopen voor WW‑cliënten met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. In de eerste vier maanden van 2025 zijn er 117 trajecten ingekocht voor die doelgroep.
Tabel Ingekochte re‑integratiediensten, inclusief IPS_EPA‑ en IPS_CMD‑trajecten
Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 | |
WAO | 84 | 77 |
Ziektewet | 4.356 | 3.641 |
oWajong/Wajong_2010 | 2.668 | 2.627 |
WIA | 4.680 | 4.270 |
WW (WIA en Ziektewet < 35%) | 1.336 | 902 |
Totaal | 13.124 | 11.517 |
In de eerste vier maanden van 2025 zijn meer trajecten en diensten afgerond dan in de eerste vier maanden van 2024. Bij de dienstverlening met plaatsing als direct doel zijn ongeveer evenveel plaatsingen afgesloten met een baan. We zien een sterke relatie met de vacatureontwikkeling en de afnemende spanning op de arbeidsmarkt. De dienstverlening voor het dichter bij de arbeidsmarkt brengen van de cliënt is vaker succesvol en scholingen worden vaker afgesloten met een diploma.
Tabel Resultaten ingekochte re‑integratiedienstverlening
Eerste vier maanden 2025 | Eerste vier maanden 2024 | |
Plaatsing als direct doel | 1.292 | 1.192 |
Afgesloten met baan | 572 | 519 |
Afgesloten zonder baan | 720 | 673 |
Dichter bij de arbeidsmarkt als direct doel | 9.225 | 8.927 |
Succesvol | 7.310 | 6.317 |
Niet-succesvol | 1.915 | 2.610 |
Afgesloten scholingen | 893 | 918 |
Afgesloten met diploma | 642 | 634 |
Afgesloten zonder diploma | 251 | 284 |
Totaal | 11.410 | 11.037 |
De totale uitgaven voor de inzet van re‑integratiediensten bedroegen in de eerste vier maanden van 2025 € 43,1 miljoen, wat € 6,0 miljoen hoger is dan in de eerste vier maanden van 2024. Dit komt doordat er voor meer cliënten re‑integratiedienstverlening is ingekocht, die veelal een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hadden en hierdoor een intensievere vorm van begeleiding nodig hadden. Ook stijgt de inzet van scholing, is er met Werkbehoud een nieuw product bijgekomen en wordt er nu ook re‑integratiedienstverlening ingekocht voor WW‑gerechtigden met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt.
Algemene maatregel van bestuur Tijdelijk besluit experiment bredere inzet re‑integratie‑instrumenten
Met de inwerkingtreding van het experiment Bredere inzet re‑integratie‑instrumenten per 1 april 2023 is het voor UWV wettelijk mogelijk geworden om het volledige pakket aan re‑integratieondersteuning te bieden aan cliënten voor wie geldt dat zij duurzaam geen arbeidsvermogen (DGA) hebben. Het gaat hier om cliënten met een WIA/IVA‑uitkering en cliënten met een DGA‑uitkering op grond van de oude Wajong, de Wajong_2010 of de Wajong_2015. Het experiment loopt van 1 april 2023 tot 1 april 2028.
Tot nu toe hebben zich 3.071 WIA- en Wajong‑cliënten bij ons gemeld voor re‑integratieondersteuning. Met hen wordt eerst een oriënterend gesprek gevoerd. Ook kan er in deze fase sprake zijn van inzet van de dienst Financieel inzicht, waarmee we een beeld krijgen van wat betaald werk in algemene zin kan gaan betekenen voor het totaalinkomen van de cliënt. Daarbij wordt onder andere rekening gehouden met fiscale toeslagen en gemeentelijke regelingen. Die dienst kan ook worden ingezet als er sprake is van een concrete vacature. De dienst is tot nu toe 146 keer ingezet.
Naast gesprekken en de inzet van voorzieningen wordt er ook re‑integratiedienstverlening ingekocht. Niet alle aanmeldingen leiden ertoe dat de cliënt daadwerkelijk gaat starten met re‑integratiedienstverlening.
Re-integratiebudget
De kosten voor de inzet van werkvoorzieningen en van re‑integratiediensten worden gefinancierd uit het re‑integratiebudget van het ministerie van SZW. In de eerste vier maanden van 2025 is er meer uitgegeven dan het tijdsevenredige budget. De realisatie was € 72,0 miljoen bij een tijdsevenredig budget van € 69,7 miljoen.
Scholingsbudget WW
Om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, kunnen WW‑gerechtigden met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt sinds medio 2018 gebruikmaken van het scholingsbudget WW. Net als in 2024 is er ook in 2025 een sterke groei van de inzet van scholing voor deze cliënten. We verwachten daarom dat het budget in de loop van 2025 volledig zal zijn uitgeput. UWV beraadt zich momenteel op een aantal kwalitatieve ingrepen. Zo zal het budget meer worden benut voor de WW‑gerechtigden die het kwetsbaarst zijn op de arbeidsmarkt en voor dienstverlening waarvoor er geen andere financieringsbron is. Daarnaast zullen we ervoor zorgen dat de scholing beter aansluit bij de arbeidsmarktpositie/persoonlijke situatie van de cliënt. Met de kwaliteitsslag verwacht UWV efficiënter met het budget om te gaan, zodat aan de financiering van de scholing in 2025 geen voortijdig einde komt.
Tabel Toegekende opleidingen vanuit scholingsbudget WW
Aantal | % | |
Aantal toegekende opleidingen | 1.998 | 100% |
Baangarantie | 215 | 11% |
Baanintentie | 166 | 8% |
Kansrijk beroep | 1.058 | 53% |
Overige | 559 | 28% |
Het scholingsbudget WW bedraagt in 2025 € 14,3 miljoen. De totale uitgaven voor het scholingsbudget WW bedroegen in de eerste vier maanden van 2025 € 6,5 miljoen. De verwachting is dat het budget volledig zal worden benut en dat er – als de hierboven beschreven ingrepen onverhoopt niet werken – onvoldoende financiële middelen zijn om het gehele jaar door de cliënten te ondersteunen die afhankelijk zijn van om- of bijscholing om weer aan het werk te kunnen gaan.
Een Leven Lang Ontwikkelen
De gegroeide inzet van scholing past in onze visie op een Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Voor sommige werkzoekenden is scholing noodzakelijk om duurzaam aan het werk te komen of te blijven. UWV wil eraan bijdragen dat iedereen in Nederland gelijke kansen en mogelijkheden heeft om zich te blijven ontwikkelen. We bieden burgers perspectief op (toekomstig) duurzaam passend werk doordat we ze goed adviseren over ontwikkelings- en (om)scholingsmogelijkheden, de arbeidsmarktkansen in de beoogde scholingsrichting en de financieringsmogelijkheden daarvan. Werkgevers adviseren wij LLO mogelijk te maken. Voor cliënten met een UWV‑uitkering kan UWV een noodzakelijke scholing onder voorwaarden financieren. LLO is voor UWV breder dan alleen het inzetten van scholing; het gaat ook over het krijgen van de eigen regie over loopbaan en ontwikkeling, duurzaam inzetbaar blijven, beroepsoriëntatie, in kaart brengen van vaardigheden, informeel leren en leren op het werk. Onze strategische doelstelling voor LLO is het leveren van een bijdrage aan duurzame inzetbaarheid en een inclusieve arbeidsmarkt. In 2025 is UWV gestart om aan burgers die zich op een UWV‑locatie of op een Werkcentrum melden algemeen advies te geven over hun loopbaan-, ontwikkelings- en scholingsmogelijkheden in relatie tot vacatures op de arbeidsmarkt.
Meerjarenprogramma Inclusie en Technologie
Het afgelopen jaar heeft UWV in samenwerking met Cedris intensief gewerkt aan een meerjarenprogramma Inclusie en Technologie. Dit is een structureel vervolg op twee initiatieven die de laatste jaren intensief gericht waren op inclusieve technologie (Coalitie voor Technologie en Inclusie (CTI) en Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). Het ministerie van SZW heeft voor de komende vier jaar financiële middelen beschikbaar gesteld en zal binnenkort UWV de opdracht verlenen voor de uitvoering van dit meerjarenprogramma. Momenteel werken UWV en Cedris aan de opzet van een samenwerkingsovereenkomst voor de uitvoering van dit programma. Als eerste stap is een intentieverklaring ondertekend.
Subsidieregeling IPS‑trajecten voor de gemeentelijke doelgroep
In maart 2023 is de Subsidieregeling IPS‑trajecten voor de gemeentelijke doelgroep in werking getreden. UWV voert deze regeling uit. We verstrekken geen geldelijke vergoeding, maar plaatsen een opdracht bij een ggz‑instelling die een IPS‑traject wil starten voor een cliënt uit de gemeentelijke doelgroep. Een voorwaarde is wel dat UWV door het Inkoopkader IPS een contractuele relatie heeft met de betreffende ggz‑instelling. In de eerste vier maanden van 2025 zijn met inzet van deze regeling 320 IPS‑trajecten gestart, waarvan 238 trajecten voor de EPA‑populatie en 82 voor de CMD‑populatie. De regeling is met ingang van 1 januari 2025 met één jaar verlengd.