Het financiële rechtmatigheidsonderzoek
Financiële rechtmatigheid omvat op grond van de Regeling SUWI zowel de financiële fouten als de onzekerheden die in het verslagjaar zijn geconstateerd, waarover afzonderlijk verantwoording wordt afgelegd.
Bij een financiële fout kunnen we vaststellen wat de fout is en wat het financiële gevolg is. Bij een onzekerheid hebben we onvoldoende informatie om vast te stellen of iets goed of fout is.
Steekproeftrekking
Binnen UWV doet een verbijzonderd intern controleorgaan – de afdeling Rechtmatigheid – onafhankelijk onderzoek naar de financiële rechtmatigheid van de verstrekte uitkeringen en voorzieningen. Die afdeling voert per materiewet per verslagjaar – aan de hand van de Regeling SUWI – een representatieve aselecte steekproeftrekking uit. Het aantal steekproefgevallen hangt af van de uitvoeringswet. Bij de grote wetten, waarbij meer dan € 500 miljoen aan uitkeringen wordt verstrekt – zoals de WW en de WIA – doen we een steekproef van minimaal 300 gevallen op jaarbasis vanuit de maandelijkse bruto‑uitkeringsbedragen. Dit aantal geeft een statistisch betrouwbare uitkomst over de financiële rechtmatigheid per uitvoeringswet.
De in de steekproef aangetroffen financiële fouten en onzekerheden worden via de zogenoemde beste schatting methodiek geëxtrapoleerd naar de totale uitkeringsmassa. Naast de controle van de betalingen vallen ook afgewezen uitkeringsaanvragen – bij de grote wetten minimaal 25 gevallen per wet op jaarbasis – onder het financiële rechtmatigheidsonderzoek. Een onterecht afgewezen uitkeringsaanvraag wordt ook in de financiële onrechtmatigheidscijfers van die wet meegeteld.
Toetsingsmaatstaf
De in de steekproef onderzochte betalingen en afgewezen uitkeringsaanvragen worden gecontroleerd op overeenstemming met de van kracht zijnde (Europese en landelijke) wet- en regelgeving en het in de Staatscourant gepubliceerde UWV‑beleid. Het vastgestelde recht, de hoogte en duur van de uitkering of de voorziening worden hierbij gecontroleerd. Een aangetroffen afwijking van wet- en regelgeving wordt afgezet tegen de betaling en op basis hiervan wordt het financiële gevolg berekend.
Bij de arbeidsongeschiktheidswetten blijft het sociaal‑medisch handelen door de verzekeringsartsen en de arbeidsdeskundigen buiten beschouwing bij de beoordeling van de financiële rechtmatigheid. Een (her)beoordeling van de (sociaal‑)medische omstandigheden en de afweging ervan vallen niet onder de scope van de financiële rechtmatigheidsverantwoording.
Financiële fouten en onzekerheden
In het rechtmatigheidsonderzoek kunnen financiële fouten of onzekerheden worden aangetroffen. Bij een financiële fout kunnen de fout en het financiële gevolg ervan met zekerheid worden vastgesteld. Bij een onzekerheid is er niet voldoende controle‑informatie beschikbaar om de betaling als rechtmatig of onrechtmatig aan te merken. Wanneer een fout wordt aangetroffen in het dossier, dan is de ontstaansdatum van de fout bepalend voor de verantwoording hierover.
Nieuwe fouten en oude fouten (binnen en buiten het verslagjaar)
De gerapporteerde rechtmatigheidscijfers hebben op grond van de Wet_SUWI betrekking op de financiële fouten en onzekerheden waarvan het ontstaan ligt in het betreffende verslagjaar. Naast nieuwe financiële fouten onderkennen we ook oude financiële fouten waarvan het ontstaan buiten het betreffende verslagjaar ligt.
De foutmassa’s, waar het percentage financiële nieuwe fouten betrekking op heeft, betreffen absolute foutbedragen. Hiermee bedoelen we dat zowel de te veel als ook te weinig betaalde bedragen van de verschillende gevallen niet tegen elkaar wegvallen (gesaldeerd) maar bij elkaar worden opgeteld. Ze worden met andere woorden absoluut gemaakt.
Langlopende versus kortlopende uitkeringen
Vanuit rechtmatigheidsperspectief zien we – wanneer we een fout aantreffen – een verschil tussen langlopende uitkeringen, zoals WIA- en Wajong‑uitkeringen, en kortlopende uitkeringen, zoals WW- en Ziektewet‑uitkeringen. Fouten bij een langlopende uitkering ontstaan voornamelijk in de claimfase bij de berekening en vaststelling van het dagloon. Dit gebeurt aan het begin van de uitkeringsperiode. De geconstateerde fouten bij bijvoorbeeld de WIA, Wajong en WAO worden, gezien de lange looptijd van de uitkering, voornamelijk buiten het verslagjaar gemaakt. De uitkeringen op grond van de WW en Ziektewet duren meestal korter dan twee jaar. De claimvaststelling hiervan is dan ook in de meeste gevallen binnen het verslagjaar gedaan. Financiële fouten in de claimfase bij kortlopende uitkeringen zijn daarom eerder terug te zien als nieuwe fouten in de onrechtmatigheidscijfers dan gemaakte claimfouten bij langlopende uitkeringen.
Buiten de steekproefregel en niet-financiële fouten
In onze controles komen wij ook nog rechtmatigheidsfouten tegen die buiten de steekproefregel vallen. Voorbeelden hiervan zijn de verwerking van het maatmanloon, de bepaling van de ingangsdatum of de duur van de uitkering en de verrekening van inkomsten tijdens de uitkering. Die fouten hebben over het algemeen geen invloed op de in de steekproef opgenomen betaalregel als het niet om de eerste of de laatste betaling gaat. Naast de fouten buiten de steekproefregel constateren we ook tekortkomingen in het gevolgde proces. Hierbij kan worden gedacht aan het niet versturen van een toekenningsbeslissing of een onjuiste beschikking. Deze niet‑financiële fouten hebben echter geen invloed op het recht, de hoogte en de duur van de uitkering en tellen daarom niet mee voor de financiële rechtmatigheidsuitkomsten.