Sociaal‑medische dienstverlening
De vraag naar sociaal‑medische dienstverlening is nog altijd groter dan we met de beschikbare beoordelingscapaciteit aankunnen. In deze paragraaf gaan we in op het aantal gerealiseerde sociaal‑medische beoordelingen, de achterstanden en de artsencapaciteit.
We ontvingen in de eerste vier maanden van 2024 17% meer WIA‑aanvragen dan in de eerste vier maanden van 2023 (26.460 tegenover 22.712). Dit laatste cijfer wijkt af van wat vermeld staat in het viermaandenverslag 2023 vanwege een andere rekenmethode. Het aantal aanvragen in de eerste maanden van 2024 is daarmee meer in lijn met het hoge aantal aanvragen in het najaar van 2023 dan met dat in de eerste vier maanden van vorig jaar. Het aantal aanvragen lijkt wel iets te dalen. We hebben 22% meer WIA‑claimbeoordelingen uitgevoerd dan in de eerste vier maanden van 2023 (28.691 tegenover 23.507). Dat kon vooral dankzij de aanvullende maatregelen (met name de vereenvoudigde beoordeling voor mensen van 60 jaar en ouder) en doordat veel medewerkers bereid waren tot overwerk om achterstanden in te halen.
Eerstejaars Ziektewet‑beoordelingen zijn complexe en omvangrijke beoordelingen. We voeren alleen nog eerstejaars Ziektewet‑beoordelingen uit bij cliënten die een relatief hoge kans hebben om uit de Ziektewet te stromen, zodat het aantal van deze beoordelingen afneemt en we zo artsencapaciteit elders kunnen inzetten.
Tabel Overzicht aantallen gerealiseerde sociaal‑medische beoordelingen
Eerste vier maanden 2024 | Eerste vier maanden 2023 | Verschil | |
Claimbeoordelingen* | 37.031 | 31.412 | 5.619 |
Eerstejaars Ziektewet‑beoordelingen | 6.355 | 6.379 | -24 |
Vraaggestuurde herbeoordelingen** | 7.211 | 7.132 | 79 |
Totaal | 50.597 | 44.923 | 5.674 |
- *Het gaat hier om claimbeoordelingen voor de WIA en voor de Wajong en om aanvragen beoordeling arbeidsvermogen (Participatiewet‑beoordelingen voor opname in het doelgroepregister voor de banenafspraak).
- **Vraaggestuurde herbeoordelingen worden uitgevoerd op verzoek van de uitkeringsgerechtigde, de werkgever of diens verzekeraar, of vanuit UWV zelf.
Onze focus ligt op het stapsgewijs afhandelen van de aanvragen van de grote groep cliënten die al langer dan zes maanden op een WIA‑claimbeoordeling wachten. Eind december 2023 ging het om 3.066 van deze cliënten. Dat waren er ongeveer 5.200 minder dan eind 2022. In de eerste vier maanden van 2024 heeft deze daling zich iets doorgezet: eind april waren er nog 2.914 cliënten die al langer dan zes maanden op een WIA‑claimbeoordeling wachten. Eind april 2023 waren het er nog 8.156. Het grote aantal aanvragen in de tweede helft van 2023 is van invloed op de mate waarin het aantal wachtenden afneemt. We zullen strak blijven sturen op het afhandelen van deze aanvragen.
Tabel Overzicht achterstanden claimbeoordelingen en vraaggestuurde herbeoordelingen
Eind april 2024 | Eind 2023 | Verschil | |
Achterstand WIA‑claimbeoordelingen | 13.706 | 14.482 | -776 |
Achterstand Wajong/Participatiewet‑claimbeoordelingen | 848 | 698 | 150 |
Achterstand vraaggestuurde herbeoordelingen* | 19.726 | 19.621 | 105 |
Totaal achterstand voorraad* | 34.280 | 34.801 | -521 |
- *Dit is de stand van maart 2024. De cijfers over april zijn namelijk vertekend door de overgang van dossiers naar andere kantoren.
Er wacht ook een groot aantal cliënten op een vraaggestuurde herbeoordeling (een herbeoordeling op verzoek van de cliënt of diens werkgever, of vanuit UWV zelf). Dat is een gevolg van de wegens de beperkte beoordelingscapaciteit met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) afgesproken prioritering, waarbij herbeoordelingen een lagere prioriteit hebben dan WIA‑claimbeoordelingen. Sinds april 2023 is de achterstand bij de vraaggestuurde herbeoordelingen vrijwel gestabiliseerd. Dit komt onder andere doordat we nieuwe formulieren in gebruik hebben genomen waarmee mensen met een WIA‑uitkering een wijziging in hun gezondheid kunnen doorgeven. Daarna nemen we altijd persoonlijk contact met hen op. Hierdoor is het zowel voor de cliënt als voor onszelf duidelijker of een herbeoordeling gewenst of noodzakelijk is en voorkomen we onnodige herbeoordelingen.
Artsencapaciteit
Sinds 2018 hebben we veel nieuwe artsen aangetrokken en zijn ervaren verzekeringsartsen vertrokken. Daarom moet per verzekeringsarts meer tijd worden besteed aan het begeleiden en opleiden van nieuwe artsen. Deze opleidingsinspanningen zijn voor de langere termijn essentieel; we weten op basis van het strategisch personeelsplan dat ook de komende jaren veel ervaren artsen uitstromen. We voorzien tegelijkertijd dat onze inspanningen voor het werven en opleiden in een realistisch scenario hooguit zullen leiden tot een gelijkblijvende capaciteit. De netto inzetbare artsencapaciteit voor het uitvoeren van sociaal‑medische beoordelingen tijdens de eerste vier maanden van 2024 was gemiddeld 641 fte’s.
Tabel Artsencapaciteit bij UWV‑organisatieonderdeel Sociaal‑medische zaken
Gemiddeld aantal fte's eerste | Aantal fte's per eind april 2024 | |
Aantal geregistreerde verzekeringsartsen zonder taakdelegatie | 49 | 49 |
Aantal geregistreerde verzekeringsartsen met taakdelegatie | 306 | 304 |
Aantal AIOS'en* | 187 | 189 |
Aantal ANIOS'en* | 126 | 125 |
Aantal verzekeringsartsen extern en ingehuurd | 77 | 80 |
Subtotaal | 745 | 747 |
Opleidingsinvestering | ||
Begeleiding A(N)IOS'en* en neventaken | -37 | -35 |
Opleiding AIOS'en** | -40 | -39 |
Opleiding ANIOS'en** | -27 | -21 |
Subtotaal | -104 | -95 |
Totaal netto artsencapaciteit*** | 641 | 652 |
- *AIOS’en zijn (basis)artsen in opleiding tot specialist, ANIOS’en zijn (basis)artsen niet in opleiding tot specialist.
- **Sinds mei 2023 hanteren we een nieuwe definitie voor opleidingsduur: we gaan uit van de nominale duur. (Voor die tijd werd ook de uitloop na de nominale opleidingsduur meegenomen.) Deze nieuwe definitie leidt tot een lagere opleidingsinvestering en daarmee tot een administratief hogere artsencapaciteit.
- ***We voeren een nadere analyse uit wat het effect van afwezigheid tijdens de opleidingsperiode is voor het aantal beschikbare fte’s.