Resultaten beheersmaatregelen NOW
De tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) is in maart 2020 door het kabinet in het leven geroepen om door de coronacrisis getroffen werkgevers snel hulp te bieden. De NOW was een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die ten minste 20% omzetverlies leden door de coronacrisis. In april 2022 sloot het aanvraagloket voor de laatste, achtste aanvraagperiode voor de NOW. Met de NOW-regeling heeft het kabinet ervoor kunnen zorgen dat een groot aantal werknemers ondanks de crisis hun baan heeft behouden.
UWV heeft in 2020 samen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor de uitvoering van de NOW in zeer korte tijd (twee weken) een robuuste regeling en een degelijk werkproces neergezet. Bij het ontwerp van de regeling hebben we de risico’s in kaart gebracht in een aantal specifieke risicosessies. Daarbij waren vertegenwoordigers van diverse disciplines binnen UWV en het ministerie van SZW betrokken en is ook externe fiscaal‑juridische expertise ingehuurd. Tijdens de sessies is niet alleen gekeken naar risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O), maar ook naar risico’s voortvloeiend uit de complexiteit van de regeling. Samen met het ministerie is een aantal beheersmaatregelen genomen voor een juiste afhandeling van de subsidieaanvragen en de definitieve subsidievaststellingen. Er waren echter ook risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen zijn getroffen, vanwege de noodzaak om te komen tot een zeer snelle inrichting en uitvoering van de regeling. Het ministerie van SZW heeft deze risico’s geaccepteerd en de minister van SZW heeft deze risico’s ook meerdere malen gedeeld met de Tweede Kamer. De risicosessies die zijn uitgevoerd voor de NOW 1, zijn herhaald voor de latere NOW‑regelingen.
Voor de door UWV en het ministerie van SZW onderkende risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik zijn waar mogelijk beheersmaatregelen genomen, bijvoorbeeld door voorwaarden te stellen in de regeling en door preventieve maatregelen en controles in het aanvraagproces in te regelen. Het uitgangspunt bij de beheersmaatregelen is dat de werkgever verantwoordelijk is voor de juistheid van alle informatie die hij aanlevert en er een controleerbare administratie op nahoudt. Een verhoogd risico ontstaat bij samenloop van verschillende NOW‑regelingen. Doordat elke regeling andere percentages en periodes kent, is er een risico dat werkgevers onbedoeld fouten of vergissingen hebben gemaakt bij het indienen van de vaststellingsaanvragen. Er is ook een risico voor UWV: de definitieve vaststelling van de subsidiebedragen is een inhoudelijk complex traject met uitzonderingssituaties. De optelsom aan regelingen maakt het er niet eenvoudiger op.
Opzet van beheersmaatregelen bij de subsidieaanvraag
De NOW is een subsidieregeling die is gebaseerd op het raamwerk voor uitvoering van subsidies (RUS) van de Rijksoverheid. De NOW werkt met een voorschotsystematiek: werkgevers kregen een voorschot op de NOW‑subsidie van 80%. Hierbij schatten werkgevers bij de aanvraag zelf in wat hun omzetverlies zou worden. UWV stelt vervolgens de definitieve NOW‑subsidie vast op basis van het werkelijke omzetverlies en de loonsom in de subsidieperiode. Hierna moeten werkgevers in de regel of subsidie terugbetalen, of ze ontvangen een nabetaling.
Voor het kunnen berekenen van de juiste voorschotten hebben we gebruik gemaakt van de loonsommen in de polisadministratie op basis van een momentopname net voorafgaand aan het openen van het voorschotloket. Deze maatregel was gericht op het voorkómen van manipuleren van de loonsom achteraf (een belangrijk risico bij misbruik en oneigenlijk gebruik). Daarnaast hebben we aanvankelijk alleen geld overgemaakt naar IBAN-rekeningnummers die bekend zijn bij de Belastingdienst. Bij het opgeven van andere rekeningnummers hebben we eerst de juistheid ervan vastgesteld.
UWV trekt samen met ketenpartners – de Inspectie SZW, de Belastingdienst en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) – op in onderzoek naar misbruik en oneigenlijk gebruik van de NOW. De toezichtstaak voor de NOW‑regeling is binnen UWV belegd bij de directie Handhaving (DHH). In de maanden na aanvang van de NOW werd een extern samenwerkingsverband (DHH Taskforce NOW) opgezet met UWV als regievoerder. In dit samenwerkingsverband namen de Nederlandse Arbeidsinspectie, de Belastingdienst, de FIOD en later ook het ministerie van SZW (de afdeling Uitvoering van Beleid (UVB)) deel. De DHH Taskforce NOW opereerde met name op basis van meldingen (intern en extern) en signalen vanuit data-analyse (risico-onderzoek).
Handhaving is onderdeel van het primaire proces. De signalen (zowel datagedreven als meldinggedreven) werden zo nodig voorzien van een blokkade (uitvalcode), waardoor die in behandeling konden worden genomen door de handhavingsmedewerkers. Na onderzoek werd pas beslist over de voorschotaanvraag. Het onderzoek kon leiden tot het oordeel dat de voorschotaanvraag door kon in het reguliere proces, dat er nader onderzoek moest worden gedaan of dat de aanvraag (gedeeltelijk) moest worden afgewezen.
Opzet van beheersmaatregelen bij de definitieve subsidievaststelling
Bij de inrichting van de beheersmaatregelen voor de definitieve subsidievaststellingen hebben we het RUS gehanteerd. Een belangrijk aspect bij misbruik en oneigenlijk gebruik, het omzetverlies bij de individuele werkgever, kan pas worden gecontroleerd bij de (definitieve) vaststellingsaanvraag. UWV is niet in staat om zelfstandig het door de werkgever opgegeven omzetverlies bij de vaststellingsaanvraag te controleren. Daarom zijn hierbij ook andere partijen betrokken: accountants, deskundige derden en de afdeling Uitvoering van Beleid van het ministerie van SZW. UVB heeft specifiek voor het NOW‑vaststellingsproces samen met de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) een risicomodel ontwikkeld. Aan de hand van dit model wordt per vaststellingsaanvraag een risicoscore toegekend. Afhankelijk van de hoogte van de risicoscore wordt al dan niet een dossier geselecteerd voor een uitgebreider onderzoek.
Afhankelijk van de hoogte van het voorschotbedrag of het definitieve subsidiebedrag vinden de volgende controles plaats op het daadwerkelijk geleden omzetverlies en de gerealiseerde loonsommen:
Tabel Controles bij de definitieve NOW-vaststelling
Subsidie < € 25.000* | Subsidie ≥ € 25.000* | Subsidie ≥ € 125.000 | |
en < € 125.000 | |||
Controle door deskundige derde of accountant | Geen controle vereist | Controle op omzetverlies en enkele aspecten m.b.t. de loonsom door deskundige derde | Controle op omzetverlies en enkele aspecten m.b.t. de loonsom door accountant |
Eerste controle door UWV | Controle op volledigheid vaststellingsaanvraag en overeenstemming met gegevens voorschotaanvraag | Controle op volledigheid vaststellingsaanvraag en overeenstemming met gegevens voorschotaanvraag | Controle op volledigheid vaststellingsaanvraag en overeenstemming met gegevens voorschotaanvraag |
Controle op omzetdaling door het ministerie van SZW | Controle m.b.v. data-analyse en risicogerichte steekproef | Controle m.b.v. data-analyse en risicogerichte steekproef plus visuele controle deskundige- derdenverklaring | Visuele controle accountantsverklaring |
Controle op loonsom door UWV | UWV hanteert de loonsomgegevens uit de polisadministratie | UWV hanteert de loonsomgegevens uit de polisadministratie | UWV hanteert de loonsomgegevens uit de polisadministratie |
Berekening definitief subsidiebedrag door UWV | UWV berekent, rekening houdend met controlebevindingen van het ministerie van SZW, het definitieve subsidiebedrag | UWV berekent, rekening houdend met controlebevindingen van het ministerie van SZW, het definitieve subsidiebedrag | UWV berekent, rekening houdend met controlebevindingen van het ministerie van SZW, het definitieve subsidiebedrag |
- *Vanaf de NOW 3.1 is de grens verhoogd van € 25.000 naar € 40.000. Deze grens geldt per aanvragend concern.
Voor subsidies tot € 125.000 onderzoekt het ministerie van SZW alle vaststellingsaanvragen risicogericht op basis van data-analyse. Die analyse leidt tot een risicoscore. De aanvragen met de hoogste risicoscores per batch zijn nader onderzocht, specifiek met het oog op misbruik en oneigenlijk gebruik. Hierbij onderzoekt UVB onder andere het door de werkgever opgegeven omzetverliespercentage voordat we tot definitieve vaststelling van de subsidie overgaan. Het risicomodel is voortdurend bijgesteld op basis van de opgedane ervaringen en naar aanleiding van de verschillen tussen de individuele NOW‑regelingen.
Bij subsidies vanaf € 25.000 (sinds de NOW 3.1 vanaf € 40.000) voert het ministerie van SZW een integrale zogenoemde visuele controle uit op de vaststellingsaanvragen en de daarbij ingediende stukken. Daarbij wordt bijvoorbeeld gecheckt of het omzetverliespercentage in de vaststellingsaanvraag overeenkomt met het percentage dat in de deskundigederden- of accountantsverklaring staat. Bij bevindingen neemt het ministerie contact op met de werkgever. Naar aanleiding van de uitgevoerde risicoanalyses bij aanvang van de regeling wordt extra aandacht gegeven aan bepaalde categorieën vaststellingsaanvragen, bijvoorbeeld als het opgegeven omzetverlies dicht boven de subsidiegrens van 20% ligt.
Bij subsidies vanaf € 125.000 wordt geen data-analyse uitgevoerd, maar wordt gesteund op de accountantsverklaring. Ook hier voert het ministerie van SZW een integrale visuele controle uit op de overeenstemming van de vaststellingsaanvragen met de daarbij ingediende stukken.
UWV voert voor alle subsidies controle uit op de loonsom op basis van de informatie uit de polisadministratie.
In de NOW-regelingen is bepaald dat de werkgever een zodanig controleerbare administratie voert dat alle voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan en desgevraagd tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie inzage verleent in deze administratie. De werkgever werkt tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie mee aan onderzoek dat erop is gericht inlichtingen te verschaffen die van belang zijn voor het nemen van een besluit over het verstrekken van de subsidie of de vaststelling van de rechtmatigheid daarvan.
De Auditdienst Rijk (ADR) heeft in 2021 in opdracht van het ministerie van SZW bij 25 vaststellingsaanvragen van NOW‑subsidies een review uitgevoerd op de kwaliteit van de door de betrokken accountant uitgevoerde werkzaamheden. Bij 17 van de 25 reviews was de ADR van oordeel dat de kwaliteit toereikend was en bij 8 ontoereikend. Bij een oordeel ‘toereikend’ heeft de ADR vastgesteld dat de accountant een deugdelijke grondslag heeft voor het afgegeven accountantsproduct. Een oordeel ‘ontoereikend’ houdt in dat (de vastleggingen van) de accountantswerkzaamheden in onvoldoende mate voldoen aan de gestelde eisen in de NOW‑regeling, het accountantsprotocol en de in de regeling vermelde standaarden van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). Met betrekking tot de 8 ontoereikende dossiers zijn herstelwerkzaamheden door accountants uitgevoerd, waarbij voor 2 dossiers een minimale correctie op de subsidie is doorgevoerd. De door de werkgevers ingediende vaststellingsaanvragen zelf zijn geen object van het ADR-onderzoek geweest. De ADR heeft in 2022 bij 26 vaststellingsaanvragen een review uitgevoerd op de kwaliteit van de door de betrokken accountant uitgevoerde werkzaamheden. De definitieve uitkomsten hiervan zijn nog niet bekend.
Verder heeft de ADR over de periode 2021 tot en met 2023 onderzoek verricht naar het (risicogerichte) toetsingsproces bij UVB voor de opgegeven omzetverliespercentages in de NOW‑vaststellingsaanvragen. Hieruit zijn geen belangrijke bevindingen naar voren gekomen.
UWV heeft in de afgelopen jaren een aantal themaonderzoeken uitgevoerd over onder andere de volgende onderwerpen:
-
Gefingeerde dienstverbanden: bureauonderzoek naar mogelijk fictieve loonsverhogingen bij een afname in personeel.
-
Dubbele dienstverbanden: risicoselectie inclusief werkgeversonderzoek naar personen met minstens twee dienstverbanden met een opvallend hoge som van verloonde uren (onderdeel van onderzoek naar gefingeerde dienstverbanden).
-
Risicoselectie en bureauonderzoek naar directeuren-groot aandeelhouder (niet‑verzekerd) die, na een looncodewijziging, onterecht als werknemer (verzekerd) in de loonaangifte staan.
-
Uitval IBAN‑check: bureauonderzoek naar aanvragen waarbij het rekeningnummer niet gelijk was aan het rekeningnummer dat bekend was bij de Belastingdienst.
-
Buitenlandse rekeningnummers: controle op opvallende kenmerken van werkgevers met een buitenlands rekeningnummer, zoals loonaangiftehistorie en opvallende wijzigingen in de loonsom.
-
Samenloop UWV‑uitkeringen: data‑analyse naar samenloop tussen de NOW‑subsidie en de WW, Ziektewet, Wet arbeid en zorg, en faillissementsuitkeringen van UWV.
-
Loonaangifte met terugwerkende kracht: risicoselectie inclusief werkgeversonderzoek naar werkgevers die pas na invoering van de NOW‑regeling loonaangifte deden en die loonaangifte met terugwerkende kracht deden.
-
Opleving van dienstverbanden (met terugwerkende kracht): werkgeversonderzoek, in vervolg op onderzoek naar werkgevers die met terugwerkende kracht loonaangifte deden na de bekendmaking van de NOW‑regeling.
-
ID‑fraude (IBAN‑check): onderzoek naar identiteitsfraude naar aanleiding van een fraudecasus in het begin van 2021.
-
Nihilstellers en geen contact: bureauonderzoek naar werkgevers die een ambtshalve nihilstelling hebben ontvangen en met wie geen contact gemaakt kon worden.
Ook bij de vaststellingsaanvragen hebben we naar aanleiding van signalen een blokkade toegepast (uitvalcode), zodat er pas na onderzoek kon worden beslist over de vaststellingsaanvraag.
UWV voert jaarlijks onderzoek uit naar de rechtmatigheid van zowel de verstrekte subsidievoorschotten als de definitieve subsidievaststellingen.
De Algemene Rekenkamer (ARK) heeft in 2020 de opzet van het in deze paragraaf beschreven M&O‑beleid ten aanzien van de NOW als toereikend beoordeeld. Over 2021 heeft de ARK onderzocht of de maatregelen effectief zijn en ervoor zorgen dat misbruikrisico’s voldoende worden beheerst. In het Verantwoordingsonderzoek 2021 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 mei 2022 concludeert de ARK dat het stelsel van controlemaatregelen, dat de minister bij de aanvraag en vaststelling van NOW‑subsidies heeft ingericht om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan, toereikend is. In het Verantwoordingsonderzoek 2022 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 mei 2023 heeft de ARK onderzocht of de minister van SZW zicht heeft op de controles van misbruik en oneigenlijk gebruik bij de vaststellingen van NOW‑subsidies. De ARK concludeert dat de minister erin is geslaagd deze vaststellingen ook in 2022 uitvoerbaar te houden en goed zicht heeft op de misbruikrisico’s en de controle hierop. Verder geeft de ARK aan dat zij in vorige jaren de opzet van het M&O‑beleid als toereikend heeft beoordeeld en een compliment heeft gegeven voor het geheel van M&O‑controlemaatregelen en de uitvoerbaarheid van NOW 1. Daarbij is ook meegewogen dat de NOW 1 onder grote tijdsdruk in slechts een paar weken tot stand moest komen aan het begin van de coronacrisis. Het Verantwoordingsonderzoek 2023 is nog niet beschikbaar.
Stand van zaken NOW-subsidieverstrekking per ultimo 2023
Ultimo 2023 was voor een bedrag van € 16.968 miljoen aan NOW‑subsidies definitief vastgesteld:
Tabel Definitief vastgestelde NOW-subsidies
Bedragen x € 1 miljoen | Stand 31-12-2023 |
Voorschot m.b.t. vastgestelde subsidie | 20.989 |
Teruggevorderd tot en met december 2023 | -6.686 |
Nabetaald tot en met december 2023 | 2.665 |
Definitief vastgestelde subsidie | 16.968 |
Er is in totaal een bedrag van € 22.636 miljoen aan voorgeschoten NOW‑subsidies betaald. Eind 2023 moest voor € 1.646 miljoen hiervan (circa 7,3%) de definitieve subsidie nog worden vastgesteld.
Resultaten van het stelsel van beheersmaatregelen
In ons jaarverslag 2022 hebben wij aangekondigd nader onderzoek te willen verrichten naar de (mogelijkheden om te komen tot) kwantificering van de risico’s bij de NOW‑subsidievaststellingen. Het gaat hier met name om het risico van het te hoog vaststellen van subsidies door fouten in de vaststellingsaanvragen, bijvoorbeeld door de complexiteit van de subsidievoorwaarden, onvoldoende kennis over de regeling of misbruik en oneigenlijk gebruik.
In de afgelopen jaren zijn beheersmaatregelen ingericht en uitgevoerd om de gesignaleerde inherente risico’s van de NOW‑regelingen zo veel mogelijk te beheersen. UWV en het ministerie van SZW hebben hard gewerkt om zo veel mogelijk aanvragen af te handelen en conform risico‑indicatie te controleren.
Wij hebben onderzoek gedaan naar de resultaten van de controles op de vaststellingsaanvragen per peildatum 13 november 2023. Per die datum zijn de bevindingen van ruim 360.000 vaststellingsaanvragen bekend, waarmee we een indicatie kunnen geven van de resultaten van de controles. Hierna geven wij de resultaten van de uitgevoerde controles zo veel mogelijk kwantitatief weer. Hierbij onderscheiden we drie categorieën op basis van de vaststellingsaanvragen, zoals samengevat in onderstaande tabel.
Tabel Samenvatting resultaten controles van vaststellingsaanvragen
Bedragen x € 1 miljoen | Categorie 1: | Categorie 2: | Categorie 3: | Totaal |
met accountants-verklaring | met deskundige-derdenverklaring | geen verklaring vereist | ||
Aantal vaststellingsaanvragen ontvangen | 68.839 | 78.398 | 233.831 | 381.068 |
Verwacht subsidiebedrag bij aanvraag | € 13.114,6 | € 3.041,9 | € 2.136,0 | € 18.292,5 |
Aandeel verwacht subsidiebedrag | 71,7% | 16,6% | 11,7% | 100,0% |
Resultaten van de controles | ||||
Aantal vaststellingsaanvragen controle afgerond | 57.894 | 72.709 | 229.920 | 360.523 |
Verwacht subsidiebedrag bij aanvraag | € 11.601,8 | € 2.812,6 | € 2.079,9 | € 16.494,3 |
Correctie omzetverlies in procentpunten* | 0,4 | 1,1 | 0,5 | 0,6 |
Correctie op verwacht subsidiebedrag in € | € 60,7 | € 57,1 | € 23,4 | € 141,2 |
Correctie op verwacht subsidiebedrag in % | 0,5% | 2,0% | 1,1% | 0,9% |
- *De correctie van het omzetverlies in procentpunten betreft een ongewogen gemiddeld percentage voor alle vaststellingsaanvragen waarvan de controle is afgerond.
Het verwachte subsidiebedrag zoals opgenomen in bovenstaande tabel is ingeschat ten tijde van de controle door UVB, op basis van de beschikbare gegevens in de vaststellingsaanvraag en de bij aanvang van de regeling bekende loonsommen. Dit verwachte subsidiebedrag is hoger dan de uiteindelijk toegekende subsidie, omdat deze mede wordt bepaald door de uiteindelijk gerealiseerde loonsommen in de betreffende aanvraagperiode. Deze zijn ten tijde van de controle door UVB nog niet bekend. Daarnaast wordt bij de definitieve subsidietoekenning beoordeeld of aan de overige subsidievoorwaarden is voldaan.
Per de peildatum van het onderzoek zijn 360.523 van de 381.068 ontvangen vaststellingsaanvragen (circa 94,6%) afgerond. Dit heeft geleid tot een gemiddelde correctie op het omzetverlies van 0,6 procentpunt. Op het verwachte subsidiebedrag van € 16.494,3 miljoen is een bedrag van € 141,2 miljoen (0,9%) gecorrigeerd.
Naast bovenvermelde drie categorieën is er ook nog een vierde categorie. Dit betreft gevallen waarbij er wel een voorschot is verstrekt, maar waarvoor er geen vaststellingsaanvraag is ingediend door de werkgever. Deze populatie wordt verderop in deze paragraaf apart beschreven onder categorie 4.
Categorie 1: aanvragen met accountantsverklaring
Er zijn in totaal 68.839 vaststellingsaanvragen met een accountantsverklaring ontvangen. Deze populatie vertegenwoordigt een verwacht subsidiebedrag van € 13.114,6 miljoen (71,7% van het totale verwachte subsidiebedrag bij aanvraag).
Alle accountantsverklaringen worden visueel gecontroleerd door het ministerie van SZW (UVB). Van de 68.839 visuele controles zijn er 57.894 dossiers verwerkt en volledig afgerond door UVB. De resultaten van de door UVB uitgevoerde controles op de vaststellingsaanvragen met accountantsverklaring zijn in onderstaande tabel samengevat.
Tabel Resultaat controles van vaststellingsaanvragen
met accountantsverklaring
Bedragen x € 1 miljoen | Aantal aanvragen | Te verwachten subsidie | Correctie op te verwachten subsidie | Correctie omzetverlies in procentpunten |
Visuele controle, geen bevindingen | 54.549 | € 11.077,3 | - | - |
Visuele controle, gewijzigd omzetverliespercentage | 585 | € 69,2 | € 47,9 | 24,1 |
Special ‘concern’ | 2.709 | € 453,7 | € 12,6 | 3,0 |
Special ‘verkeerd berekend’ | 1 | € 0,1 | - | - |
Special ‘omzetverlies 20-23%’ | 2 | € 0,0 | € 0,0 | 12,5 |
Overige onderzoeken en specials | 48 | € 1,5 | € 0,2 | 9,9 |
Controle afgerond | 57.894 | € 11.601,8 | € 60,7 | 0,4 |
Controle nog niet afgerond | 10.945 | € 1.512,8 | n.b. | n.b. |
Totaal | 68.839 | € 13.114,6 | n.b. | n.b. |
De volledigheid en juistheid van de stukken die zijn opgeleverd door werkgevers die verplicht een accountantsverklaring moeten meeleveren, is hoog: van de 57.894 afgeronde dossiers doorstaan 54.549 dossiers (94,2%) de toets van de visuele controle zonder bevindingen. Een klein deel van de aangeleverde stukken (585, ofwel 1,0%) doorstaat de toets van de visuele controle niet. Oorzaken hiervan zijn bijvoorbeeld dat de aanvraag niet volledig is, of dat er verschillen zijn in waarden op het aanvraagformulier en de bijgevoegde accountantsverklaring. Na afstemming/in overleg met de werkgever wordt de vaststellingsaanvraag alsnog correct ingediend met een gemiddelde (neerwaartse) correctie van het omzetverliespercentage van 24,1 procentpunt. In de groep met een gewijzigd omzetverliespercentage zijn 128 dossiers inbegrepen, met een verwacht subsidiebedrag van in totaal € 10,4 miljoen, waarbij de subsidieaanvraag is afgewezen omdat de werkgever niet heeft gereageerd op aanvullende vragen. Bij 2 andere aanvragen is de verwachte subsidie van in totaal € 0,3 miljoen afgewezen na onderzoek wegens het vermoeden van M&O; in deze gevallen is het verstrekte voorschot volledig teruggevorderd.
De special ‘concern’ is erop gericht om alle vaststellingsaanvragen van werkgevers die behoren tot één concern in onderlinge samenhang te kunnen beoordelen. Indien uit analyse naar voren is gekomen dat niet bij elk concernonderdeel dezelfde meetperiode en/of hetzelfde omzetdalingspercentage is verantwoord, heeft UVB met deze werkgevers contact opgenomen om een en ander te herstellen. De gemiddelde correctie op het omzetverliespercentage bedraagt 3,0 procentpunt.
Categorie 2: aanvragen met deskundigederdenverklaring
UVB heeft in totaal 78.398 vaststellingsaanvragen voorzien van een deskundigederdenverklaring in onderzoek genomen. Deze populatie vertegenwoordigt een verwacht subsidiebedrag van € 3.041,9 miljoen (16,6% van het totale subsidiebedrag dat in het onderzoek is meegenomen).
De aanvragen zijn visueel en via data‑analyse gecontroleerd. Daarnaast is er naar aanleiding van de data‑analyse risicogericht onderzoek uitgevoerd naar de door werkgevers opgegeven omzetverliespercentages. De resultaten van de controles op de deskundigederdenverklaringen door UVB zijn in onderstaande tabel samengevat.
Tabel Resultaat controles van vaststellingsaanvragen
met deskundigederdenverklaring
Bedragen x € 1 miljoen | Aantal aanvragen | Te verwachten subsidie | Correctie op te verwachten subsidie | Correctie omzetverlies in procentpunten |
Visuele controle/data-analyse, geen bevindingen | 66.429 | € 2.638,7 | - | - |
Visuele controle/data-analyse, gewijzigd omzetverliespercentage | 1.693 | € 55,1 | € 22,2 | 16,1 |
Risicogericht onderzoek | 2.185 | € 72,6 | € 24,3 | 15,0 |
Onderzoek in de controlegroep | 65 | € 2,4 | € 0,5 | 5,9 |
Special ‘concern’ | 2.127 | € 37,3 | € 9,5 | 8,0 |
Special ‘verkeerd berekend’ | 35 | € 1,2 | € 0,3 | 11,7 |
Special ‘omzetverlies 20-23%’ | 17 | € 0,3 | € 0,1 | 5,2 |
Overige onderzoeken en specials | 158 | € 5,0 | € 0,2 | 1,3 |
Controle afgerond | 72.709 | € 2.812,6 | € 57,1 | 1,1 |
Controle nog niet afgerond | 5.689 | € 229,3 | n.b. | n.b. |
Totaal | 78.398 | € 3.041,9 | n.b. | n.b. |
Van de 72.709 afgeronde dossiers levert de visuele controle/data-analyse bij 66.429 dossiers (91,4%) geen bevindingen op. Uit de resultaten blijkt dat de correctie van het omzetverliespercentage bij de populatie van de risicogerichte onderzoeken (15,0 procentpunt) groter is dan bij de controlegroep (5,9 procentpunt). Wij merken op dat het aselecte onderzoek in de controlegroep uitsluitend als doel had om de selecties voor het risicogerichte onderzoek te toetsen en te optimaliseren. Extrapolatie van de uitkomsten van de controlegroep is – vanwege de geringe omvang van het onderzoek – niet op een statistisch verantwoorde wijze mogelijk.
Categorie 3: geen verklaring vereist
Er zijn in totaal 233.831 vaststellingsaanvragen zonder een deskundigederden- of accountantsverklaring in onderzoek genomen; deze populatie vertegenwoordigt een verwacht subsidiebedrag van € 2.136,0 miljoen (11,7% van het totale verwachte subsidiebedrag dat in het onderzoek is meegenomen). De resultaten van de controles door UVB zijn in onderstaande tabel samengevat.
Tabel Resultaat controles van vaststellingsaanvragen zonder deskundigederden- of accountantsverklaring
Bedragen x € 1 miljoen | Aantal aanvragen | Te verwachten subsidie | Correctie op te verwachten subsidie | Correctie omzetverlies in procentpunten |
Data-analyse, geen bevindingen | 222.882 | € 2.006,1 | - | - |
Data-analyse, gewijzigd omzetverliespercentage | 1 | € 0,0 | € 0,0 | 100,0 |
Risicogericht onderzoek | 3.155 | € 40,4 | € 17,4 | 28,6 |
Onderzoek in de controlegroep | 67 | € 1,0 | € 0,2 | 11,0 |
Special ‘concern’ | 1.809 | € 12,8 | € 1,8 | 7,0 |
Special ‘verkeerd berekend’ | 659 | € 4,5 | € 1,7 | 21,2 |
Special ‘omzetverlies 20-23%’ | 1.162 | € 12,5 | € 2,3 | 4,3 |
Overige onderzoeken en specials | 185 | € 2,6 | € 0,0 | 0,0 |
Controle afgerond | 229.920 | € 2.079,9 | € 23,4 | 0,5 |
Controle nog niet afgerond | 3.911 | € 56,1 | n.b. | n.b. |
Totaal | 233.831 | € 2.136,0 | n.b. | n.b. |
Alle aanvragen worden door UVB risicogericht onderzocht, onder andere met behulp van data-analyse. Van de 229.920 onderzochte vaststellingsaanvragen leverden 222.883 dossiers (96,9%) geen bevindingen op. 7.037 aanvragen zijn in nader onderzoek genomen.
Ook hier geldt dat de correctie van het omzetverliespercentage in de populatie met risicogericht onderzoek (28,6 procentpunt) groter is dan bij de controlegroep (11,0 procentpunt). Wij merken op dat het aselecte onderzoek in de controlegroep uitsluitend als doel had om de selecties voor het risicogerichte onderzoek te toetsen en te optimaliseren. Extrapolatie van de uitkomsten van het onderzoek in de controlegroep is – vanwege de geringe omvang van het onderzoek – niet op een statistisch verantwoorde wijze mogelijk.
De special ‘verkeerd berekend’ betreft nader onderzoek naar een categorie waarvoor UVB op basis van de door de werkgever opgegeven omzetbedragen voor de referentperiode en de meetperiode, rekening houdend met de van toepassing zijn referentieperiode, op voorhand tot een ander omzetverliespercentage kwam dan het percentage dat de werkgever had opgegeven. Alle dossiers in deze categorie zijn/worden altijd opgepakt door UVB. We zien dat hier in 90% van de dossiers het omzetverliespercentage gewijzigd is na de controle.
De special ‘20-23%’ is uitgevoerd vanwege de harde drempel van minimaal 20% omzetverlies in de NOW-regelingen. Alle percentages onder deze drempel leiden tot een volledige terugbetaling van de voorschotsubsidie. Daarom is op basis van risicoanalyse bij de ontwikkeling van de regeling de aanname geweest dat er bij werkgevers met een omzetverliespercentage op of nabij de 20% een (hoger) risico is op manipulatie met het omzetverliespercentage. Deze aanname is niet bevestigd door de uitkomsten van het onderzoek.
Categorie 4: wel voorschot, geen vaststelling
Er zijn in totaal bijna 34.400 gevallen waarin de werkgever geen vaststelling heeft aangevraagd. Deze populatie vertegenwoordigt een (voorschot)subsidiebedrag van € 1.055 miljoen (4,7% van het totaal verstrekte voorschotbedrag van € 22.636 miljoen). Deze categorie betreft twee groepen: ambtshalve nihilstellingen (voorschot € 989 miljoen) en de groep waarbij geen vaststelling heeft plaatsgevonden (voorschot € 66 miljoen).
-
Ambtshalve nihilstellingen: Als de werkgever wel een voorschot aanvraagt, maar verzuimt een vaststelling aan te vragen én nog als ondernemer bestaat, dan wordt de subsidie ambtshalve op nihil gesteld. Dit zorgt ervoor dat de werkgever het gehele voorschot moet terugbetalen. In totaal hebben we 32.474 ambtshalve nihilstellingen verwerkt voor een totaal voorschotbedrag van € 989 miljoen verdeeld over alle acht NOW-regelingen. Van dit bedrag is ultimo 2023 al € 304 miljoen geïncasseerd, zie hierna onder het kopje Afwikkeling van de terug te vorderen NOW‑subsidie.
-
Alleen voorschot: Nadat in oktober 2023 voor de laatste twee NOW‑regelingen de ambtshalve nihilstellingen waren uitgevoerd, bleef er ultimo 2023 een restgroep over van 1.894 gevallen waarbij geen vaststellingsaanvraag is ingediend en ook nog geen ambtshalve nihilstelling kon worden gedaan. Het betreft gevallen waarin onduidelijk is of de werkgever nog bestaat/actief is, of waarin het bedrijf beëindigd is en er (nog) geen rechtsopvolger is die kan worden aangesproken. Hiermee is een oorspronkelijk bedrag aan subsidievoorschot gemoeid van circa € 66 miljoen, waarvan nog onduidelijk is hoe dit afgehandeld kan worden. Het afhandelen van deze dossiers heeft prioriteit. Van alle werkgevers die niet meer bestaan wordt met informatie van de Kamer van Koophandel individueel gecontroleerd of er een rechtsopvolger bekend is. Deze dossiers houden we langer vast omdat we deze controle minimaal vier keer per dossier doen. We stellen de subsidie alsnog ambtshalve op nihil in gevallen waarin wordt geconcludeerd dat de werkgever nog bestaat/actief is of waarin er een rechtsopvolger blijkt te zijn. In de eerste twee maanden van 2024 hebben we vanuit de restgroep alsnog 140 gevallen op nihil gesteld; hiermee is een bedrag gemoeid van circa € 6,3 miljoen. In de overige gevallen boeken we het voorschot af zonder tussenkomst van de werkgever; dit heeft zich in de eerste twee maanden van 2024 nog niet voorgedaan. Dit doen we bijvoorbeeld in gevallen waarin er al sprake is van een volledig afgehandeld faillissement. Indien er vermoedens zijn van onjuist handelen of fraude, dan informeren we onze ketenpartners.
Kwantificering resultaten DHH-onderzoek
In de jaren 2020–2023 hebben wij voor alle NOW‑regelingen in totaal 2.853 meldingen over 2.266 bedrijven ontvangen. Bij circa de helft van de meldingen was geen verdere actie nodig; bij de andere helft van de meldingen is een vervolgactie ondernomen of is de zaak overgedragen aan een ketenpartner voor verdere verwerking. Bij vervolgacties gaat het niet alleen om bijvoorbeeld het afwijzen van de aanvraag, het schorsen van betalingen, het aanpassen van de subsidie aan de juiste hoogte of het terugkomen op een eerdere beslissing, maar bijvoorbeeld ook om contact opnemen met de werkgever met het verzoek om zelf de polisadministratie op orde te brengen of een signaal richting UVB om de omzet te controleren.
Daarnaast zijn er 454 datagedreven signalen [1] onderzocht. In 293 gevallen was geen actie nodig, in 153 gevallen zijn vervolgacties uitgevoerd met consequenties voor de NOW‑subsidie en 8 gevallen zijn overgedragen aan de Nederlandse Arbeidsinspectie.
De controles van onze directie Handhaving naar aanleiding van alle meldingen en datagedreven signalen hebben in 109 gevallen geleid tot correctie van het voorschotbedrag, waarbij het voorschot in totaal met ruim € 3,6 miljoen neerwaarts is aangepast. Verder hebben onze controles bij 280 vaststellingsaanvragen geleid tot correcties, waarbij het definitieve subsidiebedrag in totaal met ruim € 6,4 miljoen neerwaarts is bijgesteld. Bij de hier gepresenteerde resultaten merken wij op dat het M&O‑beleid zo veel mogelijk preventief is ingestoken. De bovenvermelde bedragen geven daarmee geen volledig en representatief beeld voor de resultaten van het M&O‑beleid binnen de NOW‑regelingen als geheel. Soms hebben werkgevers na ons onderzoek afgezien van NOW‑vervolgaanvragen (preventief effect). In andere gevallen hebben werkgevers na interventie in de voorschotfase hun gegevens in de polisadministratie op de juiste manier laten aanpassen ten behoeve van de vaststelling. Dit zijn voorbeelden van beheersmaatregelen die minder goed of niet te kwantificeren zijn.
Afwikkeling van de terug te vorderen NOW-subsidie
Naast het risico op afwijkingen in de uiteindelijke subsidievaststelling bestaat het risico dat ingestelde vorderingen op basis van de vaststellingsaanvraag niet worden terugbetaald door de desbetreffende werkgevers. Van het totaalbedrag aan ingestelde terugvorderingen is per ultimo december 2023 inmiddels 71,4% afgewikkeld. De status van de ingestelde vorderingen kan als volgt worden weergegeven.
Tabel Status ingestelde terugvorderingen per 31 december 2023
Bedragen x € 1 miljoen | Bedrag | % |
Oorspronkelijk ingestelde vorderingen o.b.v. vaststellingsaanvragen | 5.697 | 75,9% |
Ingestelde vorderingen als gevolg van ambtshalve nihilstellingen | 989 | 13,2% |
Totaal oorspronkelijk ingestelde vorderingen uit hoofde van subsidievaststelling | 6.686 | 89,1% |
Ingestelde vorderingen als gevolg van intrekkingen* | 998 | 13,3% |
Aanpassingen van de subsidie als gevolg van bezwaar en beroep | -184 | -2,4% |
Totaal vorderingen ingesteld | 7.500 | 100,0% |
Ontvangen 'regulier' | -5.296 | -70,6% |
Afgeboekt | -41 | -0,5% |
Ontvangen uit faillissement | -4 | -0,1% |
Afgeboekt uit faillissement | -11 | -0,1% |
Openstaande vorderingen 31 december 2023 | 2.148 | 28,6% |
Openstaand onder NOW-vorderingen met betalingsregeling (opgenomen onder Financiële vaste activa) | 1.437 | |
Openstaande reguliere NOW-vorderingen (opgenomen onder Kortlopende vorderingen) | 518 | |
Openstaande vorderingen bij faillissementsdebiteuren | 193 | |
Openstaande vorderingen 31 december 2023 | 2.148 |
- *Intrekkingen zijn geannuleerde subsidieaanvragen waarbij de reeds ontvangen bedragen door de werkgevers zijn teruggestort. De intrekkingen hebben voornamelijk betrekking op reeds verstrekte voorschotten.
Een bijzondere categorie binnen de vorderingen zijn de vorderingen als gevolg van ambtshalve nihilstellingen. De ongeveer 32.500 ambtshalve nihilstellingen hebben geleid tot terugvorderingen voor een totaalbedrag van € 989 miljoen. Hiervan was eind 2023 € 304 miljoen geïncasseerd. Vorderingen voor een bedrag van € 139 miljoen zijn overgedragen als faillissementsvorderingen en er hebben afboekingen plaatsgevonden voor een totaalbedrag van € 16 miljoen. Het openstaande vorderingsbedrag bedraagt eind 2023 € 530 miljoen. Hiervan is € 310 miljoen opgenomen in een betalingsregeling en voor € 55 miljoen is uitstel van betaling verleend. Een bedrag van € 155 miljoen staat open als kortlopende vordering en er moet nog circa € 10 miljoen aan vorderingen worden overgedragen als faillissementsvorderingen. Per ultimo februari 2024 staan er circa 11.000 ambtshalve nihilstellingen open voor een totaalbedrag van € 242 miljoen, waarop nog niets is afgelost. Hiervan is voor € 55 miljoen aan betalingsregelingen afgesloten en voor een bedrag van € 51 miljoen is uitstel van betaling verleend. Voor een bedrag van € 136 miljoen zijn geen betalingsafspraken gemaakt. De ingestelde vorderingen als gevolg van intrekkingen zijn volledig geïncasseerd.
- 1De datagedreven signalen zijn vanaf 1 januari 2021 bijgehouden in de rapportages.